Bij elke EPC-aanscherping (energieprestatiecoëfficiënt) moeten bouwers en leveranciers weer een tikkie beter hun best doen om aan de energievereisten te kunnen voldoen. De laatste aanscherping was in 2015 en bracht de EPC terug tot 0,4. Veel producenten in de gevelbranche beseften toen al dat je dat doel wellicht beter sámen kunt bereiken, dan door naar elkaar te wijzen. Een mooi voorbeeld van samenwerking is het pilotproject bij een van de gebouwen van de TU Delft. In de nieuwe integrale gevel zijn diverse functies, zoals ventilatie, koeling en verwarming samengevoegd tot één systeem waarmee het gebruikerscomfort wordt gewaarborgd.
Drie eisen
De BENG-eisen vertalen vanaf 2020 ruwweg naar een EPC van 0,2. Maar er is een groot verschil met de EPC. De EPC-berekening is een optelsom van alle duurzame maatregelen aan een woning of utiliteitsgebouw. Daarentegen moet bij BENG worden voldaan aan drie eisen: de energiebehoefte van een woning, de energiezuinigheid van de gebouwinstallaties én het aandeel duurzame energie. Voor de gevelbranche is vooral de energiebehoefte van een woning van belang.
Vooralsnog werkt de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) met een maximaal toegestane waarde van 25 kWh/m².jr voor woningen en 50 kWh/ m².jr voor utiliteitsgebouwen. Daarvoor zijn gevels nodig met een zeer lage U-waarde (warmtedoorgangscoëfficiënt), en een zeer lage qv10-waarde (luchtdoorlatendheid). In die waarden zit wellicht nog wat speling, want pas later dit jaar wordt ze definitief bepaald.
Geen eilandjes
Volgens VMRG en TVVL dwingen deze eisen tot verdergaande samenwerking tussen gevelbouwers en installateurs. Daniëlle Dikhoff, Community Manager Kennisontwikkeling bij TVVL: “BENG is een reden om anders te gaan denken over de traditionele concepten.” Henk Zoontjens, Manager Technologie, Kwaliteit en Kennis bij de VMRG, beaamt dat: “Het zal moeten leiden tot meer samenwerking, minder eilandjes.” Daarom zijn vorig jaar de TVVL Expertgroep Klimaattechniek en VMRG begonnen met een gezamenlijk onderzoek naar de relatie tussen BENG, de gevel en de klimaatinstallatie. Zoontjens vervolgt: “We kijken hierbij naar de luchtdichtheid en de isolatiewaarde in relatie tot de verwarmings- en ventilatieconcepten. Bij welke U-waarden en qv10-waarden is welk ventilatieconcept nog haalbaar?”
Thermoskan
Zoontjens kan zich best vinden in de BENG-eisen, maar vindt wel dat goed rekening moet worden gehouden met het comfort voor de gebruiker. “Met een groot, dicht gevelelement is die eis gemakkelijk te halen. Maar bewoners willen geen potdichte woning met een heel klein raampje. De trend is juist meer transparantie in woningen, met veel licht en waarbij af en toe nog een raampje kan worden opengezet.”
Hij vervolgt: “Waar Passive House focust op energie-efficiënte, voegt Active House daar zaken aan toe als toetreding van natuurlijk licht en ventilatie. De wensen van de gebruiker staan hierbij centraal. Ondertussen moeten de leveranciers in de gevelbranche zich gaan storten op innovaties. We kunnen nu al kozijnen maken met een U-waarde van 0,8 W/m²K. Maar eenvoudig is het niet en het kost ook nog wel wat. En in de toekomst zullen de eisen vast nóg weer wat strenger worden. De profielen worden met kleine stapjes verbeterd qua U-waarde, waarbij de systemen steeds dieper worden en meer toevoegingen bevatten. Veel grotere stappen kunnen worden gerealiseerd door actieve samenwerking met andere leveranciers van bijvoorbeeld glas, panelen, zonwering en de installateurs. Innovatie kan tot prachtige resultaten leiden.”
Als voorbeeld noemt Zoontjens het pand van verhuisbedrijf Mondial Movers in Alblasserwaard. Dat heeft een gevel die is voorzien van doorzichtige pv-panelen van Delftse start-up Wellsun, die kunnen meebewegen met de zon. “Prachtig is dat, al hangt er natuurlijk wel een prijskaartje aan.”
Lees ook