Woonconcepten maken variatie in prefab woningen mogelijk

Woonconcepten maken variatie in prefab woningen mogelijk

Ze werden voor gek verklaard bij Barli. De bouw lag grotendeels stil en midden in de crisis waagde de producent van prefab woningen uit Uden de sprong en bouwde een nieuw bedrijfspand met productiehallen op een locatie die twee keer zo groot was als de oude stek. "We zijn blij dat we vier jaar geleden die stap genomen hebben", zegt directeur Andries Peters.

De verwachting was dat het wel even doorbijten zou zijn omdat de grotere locatie van 3 hectare meer kosten met zich meebrengt, die wel terugverdiend moesten worden. Peters: “Maar we hadden vertrouwen dat er weer licht aan het einde van de tunnel gloorde en dat het beter zou worden.” Die voorspelling bleek uit te komen. Toen de markt weer aantrok, was de fabrikant er klaar voor.

Voorloper

De verhuizing past in een ontwikkeling waarin het dertigjarige bedrijf met name de afgelopen vijftien jaar explosief groeide. Daardoor moest het verschillende keren naar een nieuw onderkomen omdat het oude te klein was geworden. “Toen ik hier in 2001 begon als werkvoorbereider was ik de zevende werknemer. Nu zijn we met ongeveer honderd man”, vertelt Peters. De omzet groeide in die periode van 1 miljoen gulden naar 20 miljoen euro over 2017. Door de groei verschoven de activiteiten. Lag de focus in de beginperiode vooral op productie van schaft­keten en decontiminatie-units, in de loop der tijd is de systeembouwer zich steeds meer gaan toeleggen op modulaire en flexibele huisvesting in houtskeletbouw. De ruimere behuizing maakte het mogelijk om prefab te gaan produceren. Inmiddels zijn er meerdere spelers in die markt, maar toen Barli hiermee zo’n tien jaar geleden begon, was het een voorloper.

Kansen zien

De eerste grote opdracht waren 66 starterswoningen in Berghem voor BrabantWonen. Andere aannemers zagen geen heil in die opdracht, herinnert Peters zich. “Ze dachten dat het niet kon voor die prijs. Wij zagen wel kansen, want wij hadden een prefabsysteem.” Voor het bedrijf betekende het de opmaat naar de productie van steeds meer geprefabriceerde gebouwen, vooral permanente en semi-permanente verplaatsbare woningen.

prefab woningen
De ‘Uitkijkwoningen‘ aan de Hoge Schaft in Houten zijn tijdelijke eengezinswoningen van twee bouwlagen met drie slaapkamers, een woonkamer, badkamer en keuken. Beeld: Barli

Woonconcepten

Hoewel de producten in de loop der tijd zijn veranderd, is de basis in feite nog steeds hetzelfde: modulaire prefab elementen als wanden, vloeren en daken, maar ook complete 3D-modules. Met die elementen worden in de eigen productiehallen allerlei mogelijke varianten combinaties samengesteld voor zowel de reguliere woningmarkt als de recreatiesector. Om nog verder te kunnen standaardiseren, bedacht de systeembouwer een aantal woonconcepten voor compacte en betaalbare huizen. De Barli Base (ruim 30 vierkante meter) bijvoorbeeld, of – in een maatje groter – de Barli Base Duo (60 vierkante meter), een woning voor kleine huis­houdens met een verdieping. Op verzoek van Peelrand­Wonen maakte Barli ook een Nul-op-de-­Meter-variant met zonnepanelen, een warmtepomp en extra isolatie. De eerste projecten zijn inmiddels gerealiseerd in Boekel en Venhorst.

Particulieren

Afnemers van de prefab woningen zijn nu vooral woningcorporaties. “We willen ook meer concepten ontwikkelen die echt gericht zijn op particulieren”, zegt Peters. Weliswaar is het voor die laatste groep lastiger om een plek te vinden waar ze zo’n huis kunnen plaatsen, maar er zijn volgens Peters wel mogelijkheden. Zo is hij bezig met een groep particulieren die in Collectief Particulier Opdrachtgeverschap huizen gaat bouwen.

Grootschalige productie

Hoewel de markt voor verplaatsbare fabriekswoningen toeneemt en er steeds meer partijen opstaan die fabriekswoningen maken, is er van echte industrialisatie in de bouw nog geen sprake in Nederland volgens Peters. “Dan praat je over duizenden woningen per jaar. Vergeleken met de auto-industrie stellen de aantallen nu nog niet zoveel voor. De vraag is of we dat ooit bereiken.” Pas bij grootschalige productie kunnen de prijzen verder omlaag, volgens hem. Zelf verwacht Peters met het bedrijf jaarlijks zo’n 500 woningen te kunnen afleveren. Nu zit het bedrijf op ongeveer de helft daarvan, maar er worden ook nog losse prefab onderdelen geleverd aan bouwbedrijven. Wat niet meewerkt, is dat er van standaardisatie vaak weinig terechtkomt in de praktijk, merkt Peters.

Eenmalige demowoning

Al dan niet ingegeven door adviseurs en architecten, willen corporaties toch net wat andere details in afwijking op het standaardconcept. Zoals een ander type dak, een grotere variant of een gevelbekleding met steenstrips in plaats van hout voor een klassiekere uitstraling. Dat maakt veel orders toch weer maatwerk. En dan zijn er nog de ontwerpers die soms niet verder komen dan een concept of een eenmalige demo­woning.
Peters: “Wij hebben misschien niet de mooiste flyers, maar we hebben wel het beste te realiseren concept. We zijn een productiebedrijf. De stap van een goed idee naar vermarkten is groot. Je moet het produceren en onderhouden en financieel moet het kloppen. Het is lastig iets te ontwikkelen wat mooi is, technisch klopt en niet duur is.”