Reductie CO₂-uitstoot gebouw begint al bij remontabel ontwerp

Reductie CO₂-uitstoot gebouw begint al bij remontabel ontwerp
Voor de Rotterdamse Upcycle Mall leverde VBI ‘refurbished’ kanaalplaten, afkomstig uit een sloopproject.

Bouwen met minder CO₂-uitstoot gaat verder dan hergebruik van materialen. Er valt nog veel winst te behalen met circulair en remontabel ontwerpen om zo de levensduur van een gebouw te verlengen. Ingewikkeld? Bij VBI vinden ze van niet. Met concrete tools en aanbevelingen helpt de vloerenproducent de bouw op weg naar meer remontabele gebouwen.

Hoe makkelijker de draagstructuren van een gebouw aan het einde van de levensduur weer gedemonteerd kunnen worden, hoe groter de kans dat de bouwcomponenten binnen hetzelfde of een nieuw ontwerp opnieuw dienst kunnen doen. Dat betekent wel dat ze losmaakbaar moeten zijn. Dat gaat niet vanzelf. Om toekomstig hergebruik van complete bouwelementen als vloeren en wanden mogelijk te maken, moeten architecten, constructeurs en aannemers rekening houden met een aantal voorwaarden bij het maken van het ontwerp en tijdens de bouw, betoogt VBI.

Bij het nadenken over hoe we een gebouw in elkaar zetten, moeten we al weten hoe we het weer uit elkaar kunnen halen”

Bouwen zonder druklaag

Het zijn vaak hele basale zaken, betoogt Peter Musters, adviseur bouwconcepten bij VBI. “Ontwerp je gebouw zodanig dat het eenvoudig aan te passen is aan nieuwe wensen van de gebruikers. En bouw zonder druklaag bijvoorbeeld, dat leidt direct tot minder CO₂-uitstoot omdat het materiaal uitspaart.” In de praktijk voegen veel constructeurs zo’n druklaag volgens hem bij utilitaire projecten uit gewoonte bijna standaard toe, vooral omdat het rekenwerk scheelt. “Opdrachtgevers gaan daarin mee omdat ze zich niet realiseren dat het ook zonder kan en welke impact, waaronder milieu-impact, zo’n druklaag heeft. Bovendien belemmert het hoogwaardig hergebruik.”

Kennis op de achtergrond

Een ‘gemaksartikel’, zo betitelt Musters de druklaag. Constructief zijn er ook andere opties om de stabiliteit te waarborgen. Die kennis is bij sommige constructeurs volgens hem op de achtergrond geraakt. “Een kanaalplaat neemt ook zelf schijfwerking voor zijn rekening. Pas als de waarde die je daaraan kunt relateren te weinig is voor het betreffende gebouw, kun je kijken naar aanvullende voorzieningen, zoals windverbanden.”

VBI Phoenix Contact Zevenaar

Levensduur van een gebouw

Tot nu toe wordt er nog niet heel veel op een remontabele manier gebouwd, constateert Musters. Hij heeft de indruk dat de levensduur van een gebouw nog niet echt serieus meetelt in bouwplannen, onder meer omdat ontwikkelaars niet gewend zijn zo lang vooruit te kijken. Na een paar jaar verkopen ze hun vastgoed immers veelal weer. “Dat is vanuit duurzaamheidsdenken een weeffout in het systeem.”

Voorlichtingscampagne

Om constructeurs bewust te maken van de voorwaarden om remontabel te kunnen bouwen is VBI bezig met een voorlichtingscampagne, waarin het geïnteresseerde bureaus bezoekt om uitleg te geven. Daarin draait het om praktische oplossingen om draagstructuren te kunnen demonteren en weer te gebruiken in nieuwe projecten om op die manier aanzienlijk minder CO₂ uit te stoten en geen primaire grondstoffen te gebruiken. Dat hoeft niet ingewikkeld te zijn, maar vraagt wel om een andere blik. “We hebben niet geleerd om in demontage te denken, maar alleen in hoe we een gebouw in elkaar zetten. Maar bij het nadenken over hoe we het in elkaar zetten, moeten we ook al weten hoe we het weer uit elkaar kunnen halen. Opstellen van een demontageplan helpt daarbij.”

Principedetails

Voorafgaand aan die campagne presenteerde VBI afgelopen zomer een visiedocument over remontabel bouwen en een document met principedetails en een stappenplan, waaraan een groep vooraanstaande constructeurs meegewerkt heeft. “Met name in dat document principedetails zitten de tools om een gebouw van schets af aan gericht op demontage en hergebruik op te pakken. Het bevat ook ontwerpaanbevelingen omdat architecten, constructeurs en staalconstructiebedrijven wel een aantal zaken vanuit die herbruikbaarheid moeten benaderen.”

Je zou al twee of drie jaar van tevoren moeten weten dat een gebouw verdwijnt”

Omslag

Musters is aangenaam verrast door de grote belangstelling van constructiebureaus die zich tot nu toe hebben aangemeld voor een informatiesessie van VBI. Hij leidt eruit af dat er nu echt een omslag in het bewustzijn gaande is die remontabel bouwen een boost kan geven. Ook de contacten met onderwijsinstellingen wijzen in die richting. Hij vindt het hoopgevend dat de nodige studenten afstuderen op onderzoeken die gericht zijn op circulair bouwen.

Fysieke en digitale markplaatsen

Musters, die er al jaren aan werkt om remontabel bouwen op alle agenda’s te krijgen, is gezien alle signalen positief gestemd dat er nu echt wat gaat veranderen. Hij verwacht dat de bouw binnen een paar jaar tijd veel minder primaire grondstoffen gaat gebruiken en dat het besef zal groeien dat onderdelen van gebouwen waardevol zijn en prima te hergebruiken.

Kanaalplaten hergebruiken

En hoe mooi zou het zijn als er meer fysieke en digitale marktplaatsen zouden komen, zoals de Bruggenbank voor de GWW-sector of circulair platform Insert voor de bouw-, civiel- en groensector. Ook de Rotterdamse Upcycle Mall is een mooi voorbeeld. VBI leverde hiervoor ‘refurbished’ kanaalplaten, die afkomstig zijn uit een sloopproject. Met gebruikte kanaalplaten valt een enorme milieuwinst te behalen, zo bleek onder meer uit onderzoek van een TU-student. Musters: “Je zou al twee of drie jaar van tevoren moeten weten dat een gebouw verdwijnt, zodat je er in een nieuw ontwerp al rekening mee kunt houden dat die materialen beschikbaar komen.”

Dit artikel is gesponsord door VBI.