Passende zorg voor ouderen in Nederland: een (bouw)opgave

Passende zorg voor ouderen in Nederland: een (bouw)opgave

Dat Nederland sterk vergrijst en dat het aantal ouderen met een (hoge) zorgbehoefte groeit is een gegeven. Toch blijft geschikte huisvesting achter. Het groeiende tekort aan bedden in verpleeghuizen en een zwaardere zorgvraag van ouderen stelt Nederland voor twee opties: bijbouwen en bestemmingsplannen inrichten voor zorgvastgoed of de focus leggen op extramurale zorg. Maar in hoeverre staan deze opties los van elkaar?

Uit cijfers van de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO) blijkt dat de huidige verpleeghuizen zo’n 152.000 plekken hebben. Ruim 6,5% hiervan is niet beschikbaar, door onder andere personeelstekorten. De zorgvraag neemt de komende jaren wel flink toe. De verwachting is dat er in 2030 189.000 bedden nodig zijn en in 2040 zelfs 261.000. De huidige plannen tot 2025 zijn echter slechts goed voor 14.000 extra verpleeghuisplekken, zo stelt ActiZ, de branchevereniging voor zorgorganisaties. Het alternatief, verpleeghuiszorg thuis, lijkt daarmee de oplossing om in de nabije toekomst de juiste zorg te kunnen bieden.

Verpleeghuiszorg thuis

Recent onderzoek van de Vrije Universiteit Amsterdam (VU) onder 65-plussers die 24-uurszorg nodig hebben, wijst uit dat thuisverpleging ook de voorkeur kan hebben boven verpleeghuiszorg. Ouderen die vanuit de Wet langdurige Zorg (Wlz) via het zogeheten ‘volledig pakket thuis’ (vpt) in hun eigen woning verpleging ontvangen, leven gemiddeld langer. Dat effect is vooral zichtbaar onder cliënten met zorgprofielen vv4 (beschut wonen met intensieve begeleiding en uitgebreide verzorging) en vv5 (beschermd wonen met intensieve begeleiding). Uit eerder onderzoek van de VU blijkt ook al dat de verhuizing naar een verpleeghuis voor veel stress kan zorgen en zelfs kan leiden tot een depressie en een verminderde werking van het immuunsysteem.

De meest overwogen woningaanpassingen zijn een traplift, om veilig naar boven en beneden te kunnen.”

Om thuis te kunnen blijven wonen, is het vaak wel nodig om de woning aan te passen aan de veranderende behoeften van de oudere. Voor de meeste woningen in Nederland geldt dat zij makkelijk aanpasbaar zijn om langer thuis te kunnen wonen. De meest overwogen woningaanpassingen hiervoor zijn een traplift, om veilig naar boven en beneden te kunnen, wandbeugels, voor extra steun, en het verwijderen of aanpassen van drempels. Ook aanpassingen in de badkamer worden vaak overwogen (CBS).

Toekomstbestendig bouwen

Ruim twee derde van de woningen is aanpasbaar met woningaanpassingen. Toch is het nog maar de vraag of de ouderenzorg de toenemende druk aankan. Het aantal ouderen neemt niet alleen toe, ook hun zorgvraag wordt complexer. De laatste jaren ontstaan er dan ook diverse initiatieven voor nieuwe woonvormen: een woonplek tussen thuis en het verpleeghuis. Deze hofjes, geclusterde woningen, kangoeroewoningen en andere woonvormen hebben allemaal hetzelfde doel. Hier kunnen de bewoners naar elkaar omkijken en kan de zorg gecentreerd worden. Jonge ouderen zijn daarbij ook eerder geneigd om te verhuizen, waardoor zij nog veel (redelijk) gezonde jaren door kunnen brengen in een dergelijke woonsituatie.

Om de piek van de vergrijzing in 2040 op te kunnen vangen, is het dus belangrijk om de capaciteit van de ouderenzorg en de bedden in de verpleeghuizen te verhogen. Voor bouwend Nederland ligt hier ook de opgave om mee te denken over nieuwe woonvormen en hoe deze ingepast kunnen worden in het huidige zorg- en woonlandschap. In de tussentijd zal er bij de bouw van nieuwe woningen goed nagedacht moeten worden over de toekomstige invulling ervan.

Dit artikel is gesponsord door Koninklijke Otolift.