Het juiste moment voor energie-efficiënte aandrijfsystemen

Het juiste moment voor energie-efficiënte aandrijfsystemen

Energiebesparing staat hoog op de agenda. Er wordt breed gekeken naar besparingsmogelijkheden en daaruit blijkt dat het optimaliseren van industriële aandrijfsystemen zeer kansrijk en effectief is. De investeringen in de verbeteringen zijn verspreid over de levensduur beperkt, waardoor niet alleen milieuwinst, maar ook economisch voordeel binnen handbereik ligt. De installatiebranche kan een belangrijke rol spelen in een optimalisatieslag.

Aandrijfsystemen zijn verantwoordelijk voor zo’n 70 procent van het industriële elektriciteitsgebruik. Het gaat om systemen die bestaan uit een elektromotor, de transmissie, een regelaar en de aangedreven machine, zoals een compressor, ventilator, pomp of een apparaat voor processen zoals mengen, verkleinen of intern transport.
Europese richtlijnen stellen eisen aan de minimale energie-efficiency van elektromotoren, pompen, ventilatoren en binnenkort ook compressoren. Door efficiënte componenten toe te passen en de regelingen te optimaliseren, zijn ook bij bestaande systemen grote  besparingen mogelijk. Deskundigen schatten het te behalen voordeel op ruim 15% en dat staat gelijk aan 6% van het totale nationale elektriciteitsverbruik. Onderzoek laat een industrieel besparingspotentieel zien tot zelfs 24%.
Het treffen van energiebesparende maatregelen is voor bedrijven financieel aantrekkelijk en bovendien door de overheid verplicht. Zo moeten bedrijven op grond van nationale wetgeving rendabele energiebesparingsmaatregelen nemen in het kader van het Activiteitenbesluit milieubeheer. En er is strengere wetgeving in ontwikkeling (zie www.infomil.nl).

Besparingsopties

Er zijn diverse aandachtspunten bij het zuiniger maken van aandrijfsystemen. Een eerste is of het systeem past bij de toepassing: een over-gedimensioneerd systeem draait op deellast en dat zorgt voor inefficiënt functioneren. Daarnaast zijn verliezen mogelijk door niet-optimale leidingsystemen en onnodige kleppen en bogen. Sommige systemen zijn niet in- of uit te schakelen en draaien daardoor ook als er geen vraag is. Bij het regelen van de motor heeft het beïnvloeden van het toerental van de aandrijfmotor de voorkeur. De motor is een belangrijke component: deze voldoet bij voorkeur aan de richtlijnen IE3 of IE4, die een hoge efficiency aangeven.

Kansen zijn er ook door een integratie van aandrijftechniek en intelligente besturingstechniek. Het treffen van maatregelen is in het algemeen aantrekkelijk, omdat de investeringskosten over de levensduur gerekend doorgaans aanzienlijk lager zijn dan de energiekosten. Daardoor betalen de investeringen zich in veel gevallen binnen een jaar terug. Een extra voordeel van een goed gedimensioneerd systeem is dat de slijtage en dus de onderhoudskosten verminderen. Voorbeelden van deze maatregelen zijn de toepassing van sensoren en data-monitoring voor predictief (voorspellend) onderhoud.

Kennisnetwerk

Om het optimaliseren van aandrijfsystemen te stimuleren, is het Kennisnetwerk Efficiënte Elektrische Aandrijfsystemen (KEEA) actief. Het is een samenwerkingsverband tussen de organisaties FEDA (Branchevereniging voor aandrijf- en automatiseringstechniek), UNETO-VNI (installatiebranche), HPG (Holland Pomp Groep) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). KEEA richt zich op kennisdeling tussen de verschillende partners en sectoren. Zo groeit de betrokkenheid van bedrijven bij het verder optimaliseren van aandrijfsystemen. KEEA sloot de Green Deal Efficiënte Elektrische Aandrijfsystemen met het ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (EL&I).

Breder perspectief

De ontwikkeling is te zien in een breder perspectief. Denk aan het toepassen van warmtepompen in plaats van cv-ketels. Warmtepompen kunnen zich inmiddels in een snel stijgende belangstelling verheugen. Afhankelijk van het type is de groei in de verkoop tussen de 30 en 100 procent per jaar. De echte doorbraak is te verwachten als de warmtepomp niet meer als ‘nieuwe techniek’ wordt bestempeld, maar net zo gewoon wordt gevonden als een cv-installatie. Installateurs kunnen bij die promotie een belangrijke rol spelen. Daarbij is het zaak dat het aantal installatiebedrijven dat een warmtepomp kan plaatsen groeit. Nu ligt dat volgens schattingen in de warmtepompbranche rond de 10 procent. Dat aandeel kan omhoog door in te zetten op scholing, want een warmtepomp installeren vergt andere capaciteiten dan bijvoorbeeld het plaatsen van een cv-ketel.

Adviesvaardigheden

Installateurs die willen profiteren van deze belangrijke nieuwe markten, moeten uiteraard beschikken over de juiste technische kennis. Daarnaast is een gedegen adviesvaardigheid zeer belangrijk. Opleidings­organisaties zoals NCOI bieden op dit terrein een goed scholingsaanbod.