Tegelzetters bundelen de krachten

Tegelzetters bundelen de krachten

Iedereen enthousiast maken voor het vak tegelzetter: daar gaat het om op het interactieve Tegelplein. Dit jaar is het voor het eerst onderdeel van BouwBeurs. Met onder meer demo-zones, product- en projectpresentaties en een tegelsnijwedstrijd. Het Tegelplein is een initiatief van koepelorganisatie Bovatin en Rubi Benelux, gespecialiseerd in tegelverwerkende apparaten. Tegelend Nederland staat voor een aantal interessante uitdagingen, zegt voorzitter Gerard Reus van Bovatin. De branche heeft een structureel tekort aan vakmensen en een imagoprobleem, bovendien zijn er veel nieuwe technieken. "Het blijft echter een prachtig vak. En er valt ook echt een goede boterham mee te verdienen.

Zijn gereedschap paste vroeger precies in een emmer, zegt Reus met een glimlach op zijn gezicht. Tegels waren 15 x 15 of 10 x 20 centimeter en werden meestal in de specie gezet. Een fysiek vak, tegelzetter, maar niet té zwaar. Een mooi en overzichtelijk vak bovendien, waar Reus al op 15-jarige leeftijd mee begon. “Als ik een badkamer of keuken had getegeld, stond ik tegen de deurstijl van het resultaat te genieten.”

Hoogwaardig vakmanschap

De tegelzetter van toen bestaat eigenlijk niet meer, zegt Reus, tegenwoordig voorzitter van Bovatin, de Bond van Aannemers van Tegelwerken in Nederland. De traditionele tegelzetter is nu meer een tegelsteller. Het is een hoogwaardig vakmanschap geworden. Dat komt onder meer door andere (lees: een grotere diversiteit aan) ondergronden en grotere tegelformaten. Neem alleen al de vloer in zijn eigen huis, met tegels van een vierkante meter. Meer en meer worden tegels verlijmd. Reus: “Het is plakken geworden, in plaats van zetten. Om dergelijke grote tegels te plaatsen, is beheersing van een goede techniek noodzakelijk. Een goede hechting is zo belangrijk. Stel, je vrouw nodigt een aantal vriendinnen uit die pumps dragen. Wanneer een grote, porseleinen tegel van 6 millimeter dik niet goed is gelegd, gaat die naaldhak er zo doorheen.”

Tegelzetter blijft een prachtig vak.”
Het gereedschap van de tegelzetter past bovendien niet langer in een emmer, vervolgt Reus. “Als tegelzetter heb je tegenwoordig een bus nodig, met daarin onder meer een slijptol, een stofzuiger en grote snijapparaten. Vroeger zei je: ik kom effe een badkamer tegelen. Tegenwoordig is het een project. Erg? Welnee, het blijft een prachtig vak. Maar het vak is wel iets ingewikkelder geworden.”

Tekort aan vakmensen

Reus maakt zich zorgen over het tekort aan vakmensen. Consumenten kunnen wel een mooie tegelvloer in de woon­kamer willen, maar als er niet genoeg vakbekwame mensen zijn om ze te zetten, dan kiezen ze mogelijk voor andere materialen. “Dan nemen ze een laminaatvloer in plaats van een tegelvloer van natuursteen. Dat is natuurlijk niet de bedoeling”, aldus Reus.

Afgelopen jaar zijn er weliswaar 130 jonge instromers op de arbeidsmarkt bij gekomen, maar er zijn er ook zo’n 275 mee gestopt. “Tegelzetters stoppen vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, maar soms ook omdat ze fysiek niet meer in staat zijn om dit vak uit te oefenen. Wat je in de toekomst steeds vaker gaat zien, is dat jonge tegelzetters niet meer de hele week hun vak uitoefenen, maar daarnaast ook andere werkzaamheden doen. Op die manier is het fysiek prima vol te houden tot je 67ste. Het is dus wel zaak om jongeren te enthousiasmeren voor het vak, want we hebben ze heel hard nodig.”

Reus is in elk geval blij dat ROC-opleidingen steeds meer aandacht geven aan het vak: op sommige scholen is het – in tegenstelling tot vroeger – een apart keuzedeel geworden.

Mooie kanten laten zien

“Die mooie kanten van het beroep laten we zien op het Tegelplein, samen met een groot aantal bedrijven. Normaal gesproken concurrenten van elkaar, maar op de BouwBeurs werken al die bedrijven nauw samen. We willen bijvoorbeeld laten zien hoe je een groot formaat tegel stelt. Welke techniek gebruik je? Hoe werken die snijapparaten? Als branchevereniging zijn we trots dat we binnen tegelend Nederland zo’n goede samenwerking hebben met iedereen. Het vak is enorm veranderd, maar niet minder mooi geworden.”

Kunst en tegels

Tegelzetter Edwin HarbersArtiles, zo heet het bedrijf van de 53-jarige tegelzetter Edwin Harbers uit Lichtenvoorde. De naam staat voor kunst én tegels. Harbers: “Ik ben in de eerste plaats tegelzetter. 80 à 90 procent van mijn tijd houd ik me bezig met het tegelen van badkamers. Ik doe vooral veel restauraties en renovaties; verder bestaat een deel van mijn werk uit het geven van advies. Maar de resterende tijd doe ik graag kunstzinnige opdrachten waarin tegels en/of mozaïek zijn verwerkt. Daarin kan ik echt mijn ei kwijt.”

Harbers noemt zichzelf een allround tegelzetter. Het is een mooi én zwaar beroep, vertelt hij. “Veel mensen onderschatten dat aspect van het vak. Ze denken: hoezo, een tegeltje tillen is toch niet zo zwaar? Op zich is dat waar, al willen mensen steeds vaker grotere tegels. Dit werk is hoe dan ook belastend voor onder meer rug en knieën. Ik zorg voor zo veel mogelijk afwisseling in mijn werk. En omdat ik altijd al een passie voor kunst heb gehad, doe ik graag kunstzinnige opdrachten.”

Kunstuiting

Harbers is trots op een project dat hij samen met kunstenaar Paul Wieggers maakte in opdracht van de gemeente Oost Gelre, waar Lichtenvoorde onder valt. De gemeente wilde graag een kunstuiting bij de heropening van het gemeentehuis. Het moest iets worden waar alle bewoners zich in zouden herkennen. Het resultaat is een aluminium paneel van 2,4 bij 5 meter dat is bekleed met circa 30.000 stukjes glasmozaïek, met daarop een afbeelding van een gezin tegen een kleurrijke achtergrond. Het is een echte aandachttrekker geworden, aldus Harbers. Ook indrukwekkend is de 15 meter lange tegelwand van Zwembad ‘t Meekenesch in Lichtenvoorde, met daarop de afbeelding van een zwemmer. Harbers: “Dit soort projecten kosten veel tijd, omdat ze zo afwijkend zijn. Denk aan andere ondergrond, zoeken naar kleurcombinaties en heel veel overleg. Maar ze geven mij zoveel energie. Het vak van tegelzetter is een pittig beroep, maar ik heb er vreselijk veel lol in, juist vanwege de afwisseling.”