Tijdens één van de kennissessies van Cobouw LIVE op 27 november gaan Jan-Pedro Vis, directeur Materialen bij waste-to-productbedrijf Renewi, en Wouter de Wolf, business developer Circular Economy bij TNO, in gesprek met bezoekers over de noodzaak van verduurzamen op basis van data. Tegelijkertijd willen ze misvattingen wegnemen en praktische oplossingen aandragen voor duurzame en renderende businesscases.
Zo’n veelgehoorde misvatting is bijvoorbeeld dat duurzaam bouwen per definitie duurder is. Vis en De Wolf bestrijden dat. Je moet immers niet alleen naar de aankoopprijs kijken, zegt De Wolf. “Materialen die op basis van een levenscyclusanalyse (LCA) een lagere milieubelasting hebben, dus een betere duurzaamheidsscore, kunnen vaak ook nog eens goedkoop zijn. Of ze leiden in de gebruiksfase tot besparingen, waardoor de ‘total cost of ownership’ goedkoper is.”
Onwetendheid over duurzame opties
Zelfs als een duurzamere optie duurder is, moet je niet te snel concluderen dat je klant dat bezwaarlijk vindt, stelt Vis. Soms ontbreekt het aan kennis en weten opdrachtgevers niet welke circulaire mogelijkheden er allemaal mogelijk zijn. Met als gevolg dat ze er in hun tenders ook niet om vragen. “Vervolgens gaat iedereen voor de goedkoopste en traditionele oplossing.” De extra kosten vallen volgens hem bovendien vaak mee, soms zit het meer in aanpassingen van de bedrijfsvoering. Als je klanten goed informeert over duurzame oplossingen en welke meerwaarde die voor hen hebben, zijn ze meestal best bereid om daar moeite voor te doen en er zelfs wat meer voor te betalen, is de ervaring van Vis.
De Wolf: “Er zijn meer businesskansen dan je denkt. Zorg gewoon dat je een goed verhaal kunt vertellen aan je klant.” Belangrijk is wel om dat verhaal te onderbouwen met objectieve data, stelt hij, zeker ook bij het inschrijven op tenders. Opdrachtgevers willen inschrijvingen immers wel goed met elkaar kunnen vergelijken.
Naast een gebrek aan kennis speelt er ook nog iets anders. Vis ziet tot zijn verbazing dat sommige bedrijven en organisaties Circulaire Materialen op voorhand links laten liggen omdat ze menen te klein te zijn om het verschil te maken. “Ik denk dat je de inkoopkracht van iemand die een gebouw gaat neerzetten niet moet onderschatten, ook niet als het bijvoorbeeld gaat om een gemeente die kantoorartikelen koopt.”
CO₂- en recyclingrapportagetool
Renewi ondersteunt bouwbedrijven en hun opdrachtgevers door ze goed te informeren over het gebruik van circulaire materialen als betonpuin, sloophout, kunststofgranulaten en glasscherven als volwaardig en milieuvriendelijk alternatief voor primaire grondstoffen. "Producten die gemaakt zijn van circulaire materialen veroorzaken niet alleen minder uitstoot van CO₂ - en het behoud van grondstoffen -, maar dragen ook bij aan het behalen van duurzaamheidsdoelstellingen", zegt Vis.
Informatie over duurzaam slopen en bouwen die ook onderbouwd wordt door cijfers helpt bouwbedrijven en hun opdrachtgevers bij het maken van overwogen keuzes. Renewi lanceerde einde vorig jaar een rapportagetool waarmee klanten inzicht kunnen krijgen in hun CO₂-uitstoot per afvalstroom en recyclingpercentage. Met die cijfers wordt duidelijk wat de milieu-impact is van het gescheiden aanleveren van afvalstromen ten opzichte van alles bij elkaar aanleveren als restafval. De tool is gebaseerd op berekeningen die TNO maakte voor Renewi.
Standaard voor de hele sector
De tool komt tegemoet aan Europese richtlijn Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), die bedrijven verplicht om jaarlijks te rapporteren over hun duurzaamheidsinspanningen en hun impact op het milieu. Afval is een belangrijk onderdeel daarin. CSRD wordt gefaseerd ingevoerd. Voor grote beursgenoteerde ondernemingen geldt de toepassing al vanaf het boekjaar 2024. Bedrijven die niet onder de richtlijn vallen maar wel willen inzetten op verduurzaming, kunnen ook hun voordeel doen met de tool van Renewi. Het helpt hen om bewustere milieukeuzes te maken en Renewi hoopt dat het bedrijven ook motiveert om hun afval beter gescheiden aan te leveren. “De tool wordt erg gewaardeerd en heeft zelfs nieuwe klanten opgeleverd die het handig vinden om te kunnen meten wat ze doen”, zegt Vis.
Dat Renewi als koploper de tool nu aanbiedt is mooi, maar De Wolf zou graag zien dat als volgende stap de hele sector milieu-impact op een eenduidige manier gaat meten: gestandaardiseerd en liefst ook geautomatiseerd. “Zo wordt het ook makkelijker. Want niet alleen de vergelijkbaarheid is belangrijk, het zijn nu ook nog kostbare en arbeidsintensieve analyses.” De berekeningen die TNO voor Renewi heeft uitgevoerd zijn wat hem betreft een prima basis voor de ontwikkeling van zo’n branchebrede standaard.
Dit artikel is gesponsord door Renewi.
