Zin en onzin van een collectieve ongevallenverzekering

Zin en onzin van een collectieve ongevallenverzekering

De kans op een ongeval in de bouw is meer dan drie keer zo groot als in andere bedrijfstakken. Loont het daarom voor een bouwbedrijf om een ongevallenverzekering te nemen voor werknemers? Ja, maar verwacht er niet te veel van. Het is niet zo simpel als het lijkt.

Overal gebeuren ongelukken, dus ook in de bouw. Sterker nog: in de bouw- en metaalsector is de kans op een ongeval tijdens het werk het grootst. Volgens cijfers van het CBS krijgt elk jaar zo’n 5 procent van alle werknemers in de bouwsector te maken met een ongeval waardoor ze een of meerdere dagen zijn uitgeschakeld. Voor alle werknemers in Nederland ligt dat gemiddelde met 1,4 procent een stuk lager. Kan een ongevallenverzekering uitkomst bieden?

Goed werkgeverschap

Als ondernemer in de bouwsector moet je dus wel even stilstaan bij de vraag of je je personeel collectief een ongevallendekking wilt bieden. Op het eerste gezicht lijkt het een goede keus. Met een collectieve ongevallenverzekering voor je personeel kun je invulling geven aan goed werkgeverschap. In sommige CAO’s is zo’n verzekering zelfs verplicht opgenomen.

Een ongevallenverzekering kan ook uitkomst bieden wanneer een werknemer je als werkgever aansprakelijk stelt voor een ongeval. De eenmalige uitkering dient dan als eerste opvang en kan veel juridisch getouwtrek voorkomen.

Wat is verzekerd en wie?

De polis biedt doorgaans alleen een vooraf bepaalde uitkering bij blijvende invaliditeit of bij overlijden. Onder de verzekering vallen ongevallen van medewerkers, vennoten, directeuren-grootaandeelhouders, uitzendkrachten en andere tijdelijke medewerkers. Maar niet elke verzekeraar biedt die dekking standaard en uitzendkrachten zijn bijvoorbeeld vaak alleen onder werktijd verzekerd. Je kunt er als werkgever voor kiezen dat de ongevallenverzekering alleen voor een bepaalde groep medewerkers geldt.

Bij een ernstig ongeval krijgt je werknemer (of zijn nabestaande) een eenmalig bedrag waarmee een deel van de onvoorziene kosten kan worden betaald. Bijvoorbeeld een uitvaart of een noodzakelijke aanpassing in verband met een handicap. Zo’n verzekering is dus een aardige secundaire arbeidsvoorwaarde.

Maar houd er rekening mee dat het vrijwel altijd gaat om een beperkt en eenmalig bedrag. Omdat je maar een beperkte uitkering krijgt, is de premie vaak ook beperkt. Denk – afhankelijk van het verzekerde bedrag – aan een paar honderd euro per jaar.

De waarde van een grote teen verschilt per verzekeraar

Voor verlies of beschadiging van lichaamsfuncties zijn vaste uitkeringspercentages bepaald. Die verschillen per verzekeraar. Raak je een grote teen kwijt, dan krijg je bij Interpolis 5 procent van het verzekerde bedrag, terwijl Delta Lloyd 10 procent betaalt. Word je volledig doof, dan keert Delta Lloyd 60 procent uit, terwijl Interpolis het bij 35 procent houdt. Het loont dus wel de moeite om de uitkeringen met elkaar te vergelijken. In collectieve ongevallenpolissen hanteert de verzekeraar vaak een maximale uitkering per persoon.

Fiscaal ligt het ingewikkeld

Jouw werknemer moet over zijn uitkering misschien belasting betalen. De fiscale regels daarvoor zijn nogal moeilijk. Dat zit zo: letselschadevergoedingen die een werkgever aan zijn werknemer betaalt, worden niet als loon gezien. En zijn dus niet belast. Maar als de uitkering berust op een arbeidsvoorwaarde, is er weer wél loonbelasting verschuldigd. Zeg je in de arbeidsvoorwaarden een uitkering toe bij een ongeval, dan is die uitkering dus belast. Maar ook in die situaties gelden weer ingewikkelde vrijstellingsregels. Bijvoorbeeld als je de uitkering als werkgever aan jezelf laat betalen en jij het bedrag doorbetaalt aan de werknemer. Maar daarvoor moet je dan wél zelf als werkgever aansprakelijk zijn voor het ongeval

Alternatief: vergoed de premie

Als werkgever kun je er ook voor kiezen de premie voor een ongevallenpolis te vergoeden die de werknemer zelf afsluit. Let er dan op dat die vergoeding alleen onbelast is als die polis uitsluitend geldt voor ongevallen onder werktijd. De werknemer kan de premie dan zelf niet aftrekken voor de inkomstenbelasting.

Wat kan een zzp’er met een ongevallenverzekering?

Voor een zzp'er kan een ongevallenpolis een alternatief zijn voor de vaak duurdere arbeidsongeschiktheidsverzekering (aov). Maar beschouw het niet als een volledige vervanging ervan, want de uitkering is natuurlijk beperkt. Je kunt een ongevallenverzekering wel combineren met een aov. Je kunt dan bijvoorbeeld kiezen voor een wachttijd. In die periode gebruik je de uitkering van de ongevallenpolis. En door de wachttijd is de premie voor je aov een stuk lager.

Meer lezen

Verzekerd van werk, maar niet tegen ziekte >>

Het mag wel wat veiliger >>