Rob van der Pluijm, werkzaam bij Wienerbergen AG en sinds 1995 betrokken bij de normsubcommissie TGB Steenconstructies, relativeert dit wel meteen: “Eurocode 6 bepaalt in feite alleen hoe je dingen moet uitrekenen. In die zin is het dus geen garantie om bijvoorbeeld sneller woningen te bouwen. Wel is het zo dat een constructeur nu gebruik kan maken van een verduidelijkte norm en vooral in standaardsituaties dat scheelt aanmerkelijk in tijd.”
“Voor fabrikanten van bouwproducten en -systemen, zoals bakstenen, kalkzandsteenblokken en prefab metselwerkelementen, is Eurocode 6 van essentieel belang”, zegt Van der Pluijm. “Een product dat in Nederland volgens de Eurocode-specificaties is geproduceerd en getest kan, zonder aanvullende nationale eisen, ook in andere EU-landen worden toegepast.”
Circulair
“Ook is er aandacht voor innovatie en hergebruik”, gaat Van der Pluijm verder. “Tegenwoordig worden de stenen uit oud metselwerk terug gewonnen om opnieuw te kunnen gebruiken en worden er nieuwe methodes bedacht, zoals het gebruik van droogstapelsystemen en metseltechnieken waarbij je met minder CO2-uitstoot kunt bouwen. Er zijn dan nog wel aanvullende proeven nodig voor de materiaaleigenschappen.”
Met heldere prestatie-eisen kunnen fabrikanten efficiënter nieuwe producten ontwikkelen die hierop aansluiten”
Daarnaast biedt Eurocode 6 een duidelijk en uniform kader voor productprestaties. Van der Pluijm: “Fabrikanten weten exact aan welke eisen hun producten moeten voldoen op het gebied van bijvoorbeeld druksterkte, maatvastheid en brandwerendheid. Dit stelt hen in staat om gericht te innoveren: Met heldere prestatie-eisen kunnen fabrikanten efficiënter nieuwe producten ontwikkelen die hierop aansluiten.”
Geprefabriceerde metselwerksystemen
“Deze uniformiteit stimuleert bovendien de ontwikkeling en het gebruik van geprefabriceerde metselwerksystemen. Grote, in de fabriek vervaardigde gevel- of wandsystemen kunnen onder geconditioneerde omstandigheden worden geproduceerd. Omdat de berekeningen en productspecificaties zijn gebaseerd op de eenduidige Eurocode 6, kunnen deze elementen naadloos in het bouwproces worden geïntegreerd. Dit leidt tot een aanzienlijk kortere bouwtijd op de locatie zelf, minder afhankelijkheid van weersomstandigheden en een hogere, constante kwaliteit.”
De rol van NEN in Europa
Het Koninklijk Nederlands Normalisatie Instituut (NEN) speelt een sleutelrol in het Europese normalisatietraject. NEN is het Nederlandse lid van het Europese Comité voor Normalisatie (CEN). Binnen CEN worden de Eurocodes ontwikkeld in technische comités, zoals CEN/TC 250/SC 6 voor metselwerkconstructies (Eurocode 6).
De rol van NEN is hierbij tweeledig:
- Inbreng van Nederlandse expertise: NEN faciliteert de deelname van Nederlandse experts uit de bouwsector, de industrie en de wetenschap aan de Europese normcommissies. Zij brengen de Nederlandse kennis en praktijkervaring in, en zorgen ervoor dat de Europese normen aansluiten bij de Nederlandse bouwpraktijk.
- Nationale toepassing en implementatie: Eurocodes bieden een algemeen raamwerk, maar laten, op specifieke punten, ruimte voor nationale keuzes, de zogenaamde Nationally Determined Parameters (NDP's). Dit betreft bijvoorbeeld veiligheidsfactoren die kunnen variëren per land vanwege verschillen in geografische omstandigheden of veiligheidsfilosofie. NEN coördineert het proces om deze nationale bijlagen op te stellen. Daarnaast ontwikkelt NEN, zoals in het voorbeeld genoemd, aanvullende praktijkrichtlijnen (NPR's) die de toepassing van de Eurocodes in Nederland verder vergemakkelijken en verduidelijken.
“Ook de Nederlandse metselindustrie doet het goed”, zo besluit Van der Pluijm, “de Stichting Stapelbouw doet haar best om onderwijs te stimuleren en we hopen meer jonge mensen te interesseren in dit mooie vak. Uiteraard zijn fabrikanten die zich op willen geven voor de normcommissie van NEN altijd meer dan welkom.”
Dit artikel is gesponsord door NEN.









