De behuizing van een ventilatietoestel kan net zo lang mee als de woning zelf, stelt Rogér Keijsers. Hij is bij Interduct als business developer verantwoordelijk voor het proces rond het innemen, opknappen en opnieuw installeren van ventilatietoestellen. ‘Remanufacturing’, zoals het bedrijf dat noemt.
De insteek: complete toestellen weggooien is zonde en niet duurzaam. Vervang de kapotte onderdelen en je hebt weer een goed werkend systeem. “We weten uit ervaring welke componenten in ventilatietoestellen vaak stukgaan”, zegt Keijsers. “Dat zijn veelal dezelfde spoelen en weerstanden op een printplaat. Wanneer je die componenten vervangt door eenzelfde type van betere kwaliteit, wordt de printplaat beter dan het origineel.”
De insteek: complete toestellen weggooien is zonde en niet duurzaam”
Na de opknapbeurt kan het ventilatietoestel weer - mét vijf jaar garantie – een woning in. “Dat durven we makkelijk af te geven omdat we alle kinderziektes eruit halen.”
Van Beverwijk naar Haarlem
Deze aanpak brengt RenovAir, onderdeel van Interduct, momenteel in de praktijk als vaste co-maker van het bedrijfsonderdeel Verduurzamen bij BAM Wonen. Het project in Beverwijk omvat vier portiekflats van woningcorporatie Pré Wonen. Met de verduurzaming brengt BAM Wonen betere isolatie en ventilatie aan, zodat het energielabel van de huurwoningen verbetert naar A, B of C.
Van de 90 appartementen blijken er bij de opname 27 uitgerust met een mv-box. Die zitten er niet vanaf de bouw, maar zijn op een later moment geïnstalleerd, weet Vera Kraanen, werkvoorbereider Verduurzamen bij BAM Wonen.
Laten hangen is geen optie: de gewenste energetische verbetering vergt een ventilatiesysteem inclusief vocht- en CO2-sensor. Ook is de toegepaste methode van installeren niet naar wens en zit er geen afzuigventiel in het toilet. Maar wat te doen met de aanwezige installaties? “Zeker omdat ik ventilatieboxen van maar drie maanden oud zag hangen”, zegt Kraanen.
De afvalcontainer in? Dat is uit den boze. BAM Wonen vaart een duurzame koers en zet bij projecten onder meer sterk in op het vermijden van afval. “Ik stimuleer onze co-makers om ook mee te gaan in die doelstellingen. Want je doet het samen, dus daarin kun je echt samen groeien en innoveren.”
Het aanbod van projectleider Nina Remmers van RenovAir om de mv-boxen in te nemen, waar het kan op te knappen en opnieuw te gebruiken, komt als geroepen. Woningcorporatie Pré Wonen is ook enthousiast. De ventilatieboxen die in mei uit de woningen in Beverwijk zijn gehaald en te remanufacturen zijn, gaan daarom in het najaar naar woningen in Haarlem: een volgend project van 62 appartementen waar de drie partijen opnieuw betrokken zijn.
Mv-boxen reviseren of weggooien?
Dat de toestellen opnieuw worden ingezet bij dezelfde opdrachtgever is voor het eerst, vertelt Remmers. Welke boxen wel en niet herbruikbaar zijn voor het volgende project blijkt na demontage. “We zijn verschillende ventilatietoestellen tegengekomen”, zegt zij. Een mv-box van dertig jaar oud? Daaraan moet je zoveel aanpassen, dat remanufacturing volgens haar niet rendabel is. “Maar er zijn ook toestellen bij die vijftien jaar geleden zijn geplaatst en waarvan het zogeheten slakkenhuis precies hetzelfde is gebleven.”
Elke box die we remanufactured krijgen, is er een die we niet weggooien”
Alle gedemonteerde ventilatieboxen gaan onder de loep. “Elke box die we remanufactured krijgen, is er een die we niet weggooien”, zegt Remmers. “Dat is duurzaam en beter voor het milieu. Daar staan we met zijn allen echt achter.”
Voor Kraanen is het project geslaagd op het moment dat de opgeknapte ventilatietoestellen in het najaar in Haarlem hangen “en de bewoner weer een lekker comfortabel thuis heeft”. Wat haar betreft is dit pas het begin. “Laten we dit met meer projecten zo gaan doen. RenovAir kan een voorraad aan toestellen creëren die je reserveert en in je volgende project weer kan gebruiken. Dan is het cirkeltje helemaal rond.”
Remanufactured toestellen & CSRD
Rogér Keijsers ziet binnen Interduct de vraag naar remanufactured ventilatietoestellen snel toenemen. Maandelijks krijgt het bedrijf tientallen toestellen binnen. “Maar BAM Wonen vraagt er in totaal al ruim 600 uit, dus dat betekent veel maanden sparen”, aldus Keijsers.
Materialen hergebruiken is één argument voor de stijgende vraag. De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), een Europese richtlijn die maakt dat grote bedrijven moeten rapporteren over hun CO2-uitstoot en vorderingen in het beperken daarvan, zit daar als drijvende kracht onder. “De getallen die daar nu uitkomen, laten zien dat hergebruik van spullen de milieu-impact verlaagt. Naast impact op visueel gebied, hangt er zo ook een getal aan dat CO2-impact uitdrukt in euro’s. Daarmee wordt het interessant voor aannemers en opdrachtgevers zoals woningbouwcorporaties om dat te rapporteren.”
Interduct laat momenteel LCA’s (Life Cyle Analysis) doorrekenen voor remanufactured ventilatietoestellen, om die winst inzichtelijk te krijgen. Berekeningen van BAM Wonen komen uit op ongeveer 30% reductie op materiaalgebonden CO2-uitstoot.
Dit artikel is gesponsord door Interduct.
