Prefab Next Level: de VBI Integraalvloer

Prefab Next Level: de VBI Integraalvloer
VBI

De Nederlandse woningbouw staat onder druk: door onder andere stijgende bouwkosten en gebrek aan vakmensen, lukt het maar niet om het bouwtempo op te voeren, met een steeds onevenwichtiger woningmarkt als gevolg. Experts zijn het erover eens dat industrialisatie dé oplossing is. Met de bouw van een nieuwe fabriek in Koudekerk aan den Rijn heeft VBI daar een goede basis voor gelegd.

Dat van die ‘goede basis’ kan zowel letterlijk als figuurlijk worden genomen, want VBI is gespecialiseerd in vloeren voor woningen en utiliteitsgebouwen. Het bedrijf is groot geworden met de prefab betonnen kanaalplaatvloer, die de afgelopen jaren via productinnovatie is geëvolueerd naar een versie die niet alleen duurzamer is maar zich ook nog veel beter leent voor geïndustrialiseerde woningbouw. “Kanaalplaten zijn al prefab maar met de VBI Integraalvloer gaan we nog een stuk verder: ze zijn letterlijk ‘Prefab Next Level’,” legt marketingmanager Dennis Duffels uit.

“VBI Integraalvloeren zijn licht en per verdieping zijn er minder elementen nodig. Bovendien zijn ze voorzien van een geïntegreerd trapgat en vooraf aangebrachte E- en W-installaties en aan de plafond- en bovenzijde direct klaar voor een versnelde afbouw. Dat scheelt niet alleen veel bouw- en coördinatietijd, maar ook veel bouwkosten.”

Hoogwaardige fabriek

Ruim vijf jaar nadat tijdens een brainstormsessie de kiem werd gelegd voor de VBI Integraalvloer, is in Koudekerk aan den Rijn de basis gelegd voor een hoogwaardige fabriek met een jaarlijkse capaciteit van 300.000 vierkante meter. “Ruwweg komt dat overeen met 3.000 woningen per jaar,” stelt Erwin Dedel, die als general manager de ontwikkeling van de nieuwe VBI-productielocatie al vanaf het begin leidt. “In de lay-out van de fabriek is echter al rekening gehouden met een verdere forse uitbreiding van deze capaciteit in de komende jaren.”

VBI

Standaardisatie is voorwaarde voor industrialisatie

Ten grondslag aan de fabriek ligt volgens hem de overtuiging dat standaardisatie een voorwaarde is voor industrialisatie. “Van meet af aan waren we ons er daarnaast van bewust dat de VBI Integraalvloer ‘Plug & Play’ moet zijn voor hoofdaannemers en installateurs.” Duffels: “We hebben hen daarom intensief betrokken bij de ontwikkeling. Die ‘voice of the customer’ heeft er toe geleid dat de vloer verticaal wordt gestort. Gevolg van die productiewijze is dat de VBI Integraalvloer zeer maatvast en aan twee kanten spiegelglad is. Op de bouwlocatie kan de aannemer daardoor in hoog tempo droog doorstapelen.”

Enorme opsteker

Eén van die partners van het eerste uur, Klok Groep, realiseerde het eerste project met de VBI Integraalvloer. “Het ging om vier woningen in de Arnhemse nieuwbouwwijk Schuytgraaf,” blikt Duffels terug, “Die pilot heeft tot finetuning  geleid van zowel het product als het productieproces. Bovenal werd meteen duidelijk dat deze innovatie het prefab bouwen van grondgebonden woningen écht een grote impuls kan geven. Dat wisten we zelf al, want anders waren we niet begonnen aan zo’n intensief en kostbaar traject. Maar voor alle betrokken partijen was het een enorme opsteker om op die bouwplaats in Arnhem direct bevestigd te zien dat bouwen met de VBI Integraalvloer duurzamer, veiliger, efficiënter, schoner en bovenal ook veel sneller gaat.”

Wennen

Volgens Dedel is er vanuit de markt heel veel interesse voor de VBI Integraalvloer. “Maar je merkt ook dat bouwers en installatiebedrijven er aan moet wennen. Logisch: de keuze voor de VBI Integraalvloer heeft impact op zowel de voorbereiding als het totale bouwproces en op de eigen manier van werken. Installatiebedrijven waren eerst een beetje kopschuw, omdat ze dachten dat wij een deel van hun E- en W-installatiewerk overnamen. Het gaat echter om het installatietechnisch minder specialistische werk. Door dat naar de fabriek te verplaatsen, kunnen de vakmensen van installatiebedrijven op de bouwplaats hun meerwaarde bewijzen met het hoogwaardige installatiewerk waar hun toegevoegde waarde ligt.”

Tijdwinst op bouwplaats

Volgens Duffels is het heel simpel: hoe meer onderdelen van het woningbouwproces kunnen worden geïndustrialiseerd, hoe meer tijdwinst dat op de bouwplaats oplevert. “Gaandeweg zal duidelijk worden wat de impact van industrialisatie is op de verdienmodellen van alle bij seriematige woningbouw betrokken partijen.” Nu al is volgens Dedel duidelijk dat de VBI Integraalvloer niet alleen voor versnelling maar ook voor verduurzaming van de woningbouw zorgt. “Het gewicht per vierkante meter is dankzij een lichte kern en het ontbreken van een afwerkvloer lager dan bij een kanaalplaatvloer. Het verschil met een massieve betonnen vloer is nog groter en levert dus indirect nog meer CO2-winst en nog minder milieubelasting op. Bij de productie in de fabriek komt bovendien bijna geen afval vrij: vrijwel alles kan worden hergebruikt. Last but not least leent de VBI Integraalvloer zich ook heel goed voor de
circulaire economie: dankzij droge verbindingen zijn de draagstructuren van de woningen remontabel en herbruikbaar.”

Anders dan bouwbedrijven die een fabriek hebben opgetuigd voor hun eigen modulaire woningen, heeft VBI met de VBI Integraalvloer een essentieel bouwelement ontwikkeld dat interessant is voor de héle woningbouwsector”

Essentieel bouwelement

Inmiddels begint de orderportefeuille van de VBI Integraalvloer-fabriek zich langzaam maar zeker te vullen. “Het opschalen is begonnen, met projecten van 45 woningen, 27 woningen en na de zomer nog eens 150 woningen,” weet Dedel. “Anders dan bouwbedrijven die een fabriek hebben opgetuigd voor hun eigen modulaire woningen, heeft VBI met de VBI Integraalvloer een essentieel bouwelement ontwikkeld dat interessant is voor de héle woningbouwsector. Het kost gewoon tijd om zoiets te ontwikkelen en in de markt te zetten.” Duffels: “Onze aanloop was langer, maar daardoor kunnen we ook verder komen. Illustratief is dat verschillende aanbieders van totale prefab casco’s al bij ons hebben aangeklopt voor het leveren van deze vloer. Door met ons in zee te gaan, kunnen ze zich focussen op de onderdelen waar ze zelf goed in zijn. Als VBI omringen we ons graag met dergelijke
innovatieve en duurzame bouwpartners.”

Dit artikel is gesponsord door VBI