Elsenga is een VBI-man in hart en nieren. Na studies Bouwkunde en Bedrijfskunde, begon hij in 1991 als ‘chef kwaliteitsdienst’ bij de meest noordelijke productielocatie van VBI in het Friese Eastermar. Zijn carrière binnen de producent van innovatieve prefab vloersystemen werd alleen van 2005 tot 2010 onderbroken, door onder andere een uitstapje naar een buitenlandse betonproducent. In 2010 maakte hij zijn comeback bij VBI. In eerste instantie als productiedirecteur, later als ‘director operations’ en sinds eind 2021 als commercieel directeur. “Een functie waar ik veel energie van krijg, want het is een heel uitdagende tijd. Aan de ene kant is er een enorme woningbouwopgave en in het verlengde daarvan de noodzaak om te industrialiseren, aan de andere kant bieden duurzaamheid en circulariteit grote kansen. Vloeren, ons specialisme, vormen immers de basis van iedere woning en ieder utiliteitsgebouw.”
Kanaalplaatvloer is een uitstekende uitgangspositie
Met de kanaalplaatvloer heeft VBI volgens Elsenga op het gebied van duurzaamheid sowieso een uitstekende uitgangspositie. “De kanaalplaat bestaat al ruim honderd jaar en is in al die jaren doorontwikkeld. Er zit ruim 40 procent minder materiaal in dan in een massieve vloer, die nog steeds goed is voor tweederde van de 16 miljoen m² aan betonnen vloeren die jaarlijks in Nederland worden toegepast. Door hol te ontwerpen in plaats van massief, bespaar je minimaal 40 procent aan CO²-uitstoot. De huidige kanaalplaat van VBI is op duurzaamheid concurrerend met elk vloersysteem. Elsenga: “Mede dankzij nog slimmer materiaalgebruik en toepassing van andere bindmiddelen, levert de kanaalplaat een nog betere MPG-score en een nog grotere reductie van de CO2-uitstoot op. Naast het product kanaalplaat is ook de toepassing van grote invloed op de MKI-score van de vloer. Zo hebben we met partners concepten ontwikkeld die door slimme toepassing van onze vloeren nog veel beter scoren.”
Druklaagloos bouwen
Nu al zou die CO2-footprint volgens Elsenga nog verder omlaag kunnen, als andere ketenpartners binnen een veel meer geïndustrialiseerd bouwproces aandacht zouden hebben voor de impact van de totale vloeropbouw. “In de woningbouw komt er vaak een cementdek- laag van vijf, tot zeven centimeter overheen, om over de utiliteitsbouw maar te zwijgen. Door bijvoorbeeld slimmer om te gaan met de elektraleidingen, kan worden volstaan met een veel dunnere laag wat uiteraard ook een positieve impact heeft op de CO²-footprint.”
Voor de utiliteitsbouw ontwikkelt VBI samen met een aantal topconstructeurs in Nederland het druklaagloos bouwen: vloeren zonder massieve druklaag en met een slimme oplossing voor de constructie. Elsenga: “Met onze nieuwste ontwikkelingen en concepten zetten we als ondertekenaar van het Beton Akkoord een hele grote stap naar de doelstelling voor 2030: minimaal een halvering van onze CO²-footprint. Minstens zo belangrijk is dat dit vanuit de CO²-budget-discussie per direct een significante winst kan opleveren. Onze ambities gaan nog verder, maar daarvoor is verregaande samenwerking in de keten noodzakelijk.”
Nieuwe fabriek
Om industrialisering naar een hoger niveau te tillen, heeft VBI onder andere de Integraalvloer ontwikkeld. “Met een nieuwe fabriek leggen we letterlijk en figuurlijk de basis voor geïndustrialiseerde woningbouw. De Integraalvloer bevat een geïntegreerd trapgat en vooraf aangebrachte technische installaties en is aan de plafond onder- en bovenzijde direct klaar voor afbouw. Daardoor worden bouwtijd en bouwkosten aanzienlijk gereduceerd. Bovendien is er sprake van een volledig droog bouwproces en heb je veel minder mankracht nodig. Plug & play, dat is het. Met de kanaalplaat en de Integraalvloer heeft VBI volgens Elsenga twee troeven in handen, waarmee kan worden ingespeeld op ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid, circulariteit, en industrialisering.
Met vereende krachten
Een ander bouwmateriaal, hout, is ondertussen zo populair, dat zelfs van een ‘houtbouw revolutie’ wordt gesproken. “Hout is een mooi materiaal met uitstekende eigenschappen,” stelt Elsenga. “Maar dat geldt ook voor beton. Ieder bouwmateriaal heeft zijn specifieke goede eigenschappen en beton scoort goed op een breed spectrum: duurzaamheid, betrouwbaarheid, betaalbaarheid, brandveiligheid en akoestiek. Juist combinaties van verschillende materialen, bieden binnen ieder bouwproject de kans om die verschillende goede eigenschappen te combineren.”
Elsenga schuift het Koning Willem 1 College in Den Bosch naar voren als een ultiem voorbeeld hiervan. Onder het motto ‘biologische kringloop ontmoet technische kringloop’ combineert het KW1C een houten draagconstructie met betonnen kanaalplaten van VBI. “Maar misschien wel het meest trots ben ik op de eerste recirculaire sociale huurwoning die we met partners in Nijmegen hebben gerealiseerd, met een CO² arm betonnen casco, dat in één dag droog en winddicht kan worden gemonteerd en binnen een week kan worden opgeleverd. Een schoolvoorbeeld van waardecreatie en waardebehoud, dat woningcorporaties en in het verlengde daarvan hun huurders fantastische mogelijkheden biedt.”
Dit artikel is gesponsord door VBI.