De laatste dertig jaar komt uitbloei steeds vaker voor. Het is geen fraai gezicht. De witte uitslag werpt een smet op de hele gevel, terwijl bakstenen doorgaans juist worden gekozen vanwege hun karaktervolle uitstraling. Verwijderen kan hoge kosten met zich mee brengen. Gebeurt dat niet, dan kan uitbloei er zelfs toe leiden dat panden minder waard worden. Door kennisinstellingen, producenten en brancheorganisatie KNB (Vereniging Koninklijke Nederlandse Bouwkeramiek) is veel onderzoek gedaan naar de oorzaak van dit fenomeen. Dat deed ook Vandersanden door verschillende proefopstellingen te maken om meer zicht te krijgen op het ontstaan van witte waas en vlekvorming.
Al die onderzoeken leverden nuttige kennis op. Zo blijkt uitbloei te ontstaan door een complex samenspel tussen baksteen en mortels die reageren onder invloed van vocht en CO2, vertelt Sip Gelling, adviseur gevelstenen en -oplossingen bij Vandersanden. Uitbloei kan zowel via de stenen als de voegen zichtbaar worden. “De muren worden nat van de regen, waarna de muren het water uit de regen en de mortel opnemen. In het water zitten mineralen als kalk en zout en als de muur opdroogt, gaan de mineralen naar de buitenkant van de gevel en worden zichtbaar als witte uitslag.”
Drie soorten uitbloei
In grote lijnen zijn er drie soorten uitslag: de vroege of primaire zoutuitbloei, kalkuitbloei of uitloging en de secundaire of late uitbloei (ook wel aangeduid met vergipsing of vergrauwing).
Zoutuitbloei op vers metselwerk, de eerste categorie, komt verhoudingsgewijs het meeste voor. Die uit zich als sluier op het oppervlakte van de baksteen en laat zich vaak makkelijk afborstelen met een zachte borstel. Door de natuurlijke werking van regen en wind verdwijnt de uitslag geleidelijk vanzelf. Meestal ontstaat primaire uitbloei aan het einde van de winter volgens Gelling. “We zien veel uitslag in het voorjaar. De lentezon droogt de gevels op en de zouten en het kalk komen dan naar buiten.” Primaire uitbloei is goed te voorkomen door de verwerkingsadviezen van de mortelfabrikant op te volgen. Zorg er bijvoorbeeld voor dat bakstenen en mortel op de bouwplaats voorafgaand aan verwerking niet nat worden. En bescherm het metselwerk ook tijdens de bouw en een aantal dagen na de bouw tegen regenwater.
Ook om kalkuitbloei tegen te gaan dienen stenen en mortel zo droog mogelijk te worden gehouden. Vocht is de belangrijkste oorzaak waardoor het carbonisatieproces niet goed verloopt. De afzetting van calciumcarbonaat geeft vervolgens witte kalkvlekken op de gevelstenen. In een vroeg stadium is kalkuitbloei nog goed te verwijderen met water en een reinigingsmiddel. Later lukt dat alleen nog maar met professionele middelen. Gelling: “Maar het is natuurlijk zonde dat je moet reinigen als je het met netjes afdekken had kunnen voorkomen.” Wie twijfelt of er sprake is van zout- of kalkuitbloei kan dat heel simpel controleren door er even langs te wrijven. Smaakt de afzetting naar zout, dan is er sprake van een zoutuitbloeiing.
De hardnekkigste vorm van uitbloei is vergipsing van de gevel, die te herkennen is aan de kenmerkende grauwe waas die vooral op de stenen en wat minder op de voegen is te zien. Gevels of geveldelen die vanwege de ligging veel worden blootgesteld aan regen hebben er het meeste last van. De waas kan na een paar maanden tot zelfs een paar jaar pas naar voren komen en laat zich lastig bestrijden. De enige optie is mechanische verwijderen door de gipslaag eraf te stralen met fijn granulaat.
Impregneren bakstenen
Bij Vandersanden hebben ze fors geïnvesteerd in een oplossing om uitbloei en vergipsing te voorkomen. Dat gebeurt door de net gebakken bakstenen te impregneren in plaats van de hele gevel na het opmetselen te behandelen. Die methode houdt in dat de stenen al in de fabriek voorzien worden van een beschermend milieuvriendelijk middel, wat zorgt voor een gecontroleerder proces dan ter plekke impregneren. “De poriën van geïmpregneerde bakstenen krijgen een beschermlaagje. Daardoor kunnen het water en de mineralen er niet meer doorheen. Je creëert dus eigenlijk een schild waar het water en de mineralen achter blijven zitten”, legt Gelling uit. “Er komt geen impregneermiddel op de legvlakken van de bakstenen, zodat je een goede hechting hebt met de metselmortel.”
Inmiddels zijn bijna alle gevelsteenfabrieken van Vandersanden uitgerust met een impregneerinstallatie. De laatste fabriek waar deze nieuwe faciliteit wordt toegevoegd, in Hedikhuizen, is bijna operationeel.
Voordelen
Het voordeel van impregneren, is dat vergipsing wordt voorkomen. Ook ontstaat er een goede mortelhechting, blijft de gevel droog en is er minder vuilaanslag. Het middel is zo samengesteld dat het niet kan bevriezen. Vandersanden rekent geen extra toeslag voor de geïmpregneerde bakstenen. De fabrikant garandeert dat na deze behandeling 25 jaar lang geen vergipsing optreedt op zijn bakstenen. Gelling: “Het mooiste maak je samen. Wij doen de bakstenen en als alle andere partijen ook een steentje bijdragen, dan krijgen we met z’n allen langdurig mooie gevels.”
Dit artikel is gesponsord door Vandersanden.