“Het zit me niet mee de laatste tijd”, zegt Mario van Kemenade met een zucht. “In 2016 heb ik door eenbedrijfsongeval een half jaar thuis gezeten met afgesneden pezen in mijn duim en pols. En nu ben ik alweer de klos. Acht weken geleden heb ik bij het leggen van dakplaten vier ribben gebroken. Een van die ribben was niet goed aangegroeid. Ik ben weer ingetapet en verwacht nog zeker twee maanden niet te kunnen werken. Daarna ga ik weer voor 25 procent aan de slag.”
Van Kemenade heeft geen AOV. Op het eerste oog zou je zeggen: rampzalige situatie. Maar het zit anders. Hij is lid van broodfonds Pane per Tutti – ‘brood voor iedereen’ in het Italiaans – in Deurne en komt in aanmerking voor een schenking. Elke maand krijgt hij 2.500 euro bijgeschreven totdat hij weer zelf geld kan verdienen. Het is geen vetpot maar Van Kemenade redt zich: “Ik kan mijn rekeningen betalen. Mijn vrouw en twee kinderen komen niks tekort.”
Buffer
Nederland telt 527 broodfondsen (met in totaal 23.500 leden) en 40 broodfondsen in oprichting. Een broodfonds heeft maximaal 50 leden: zelfstandige ondernemers die elkaar steunen bij ziekte en arbeidsongeschiktheid. De hoogte van de inleg bepalen ze zelf en ligt tussen 40 euro en 122,50 euro per maand. Als ze ziek worden, krijgen ze al naar gelang hun inleg en mate van arbeidsongeschiktheid een maandelijks bedrag geschonken. Wordt er niemand ziek in hun broodfonds? Dan groeit hun maandelijkse buffer (lees: spaarpotje). Een klein deel dragen ze af aan de Broodfondsmakers want die moeten ook leven.
Bouw-zzp’er Van Kemenade hoorde erover in 2014. Al tien jaar liep hij onverzekerd rond en dat voelde niet goed. Hij werd geïntroduceerd bij Pane per Tutti en was meteen verkocht. “Ik kon me daar echt in vinden.” Hij koos voor de maximale inleg van 122,50 euro per maand. Mocht hij voor 100 procent uitvallen, dan zou hij in aanmerking komen voor 2.500 euro per maand. Daar profiteert hij nu voor de tweede keer in drie jaar van. Van Kemenade: “Het is prachtig hoe we elkaar steunen, niet alleen financieel. Er is veel vertrouwen. Ik krijg positieve reacties. Het systeem functioneert. Vertel mij nou eens waar ik zo’n AOV voor nodig heb?”
Foute boel
Van Kemenade weet waar hij over praat. Van 1997 tot 2004 was hij verzekerd bij Klaverblad. Toen hij eruit stapte, betaalde hij zo’n 700 euro per maand. Wat kreeg hij ervoor terug? “Ja… goeie vraag. In die tijd werd ik eens geopereerd aan mijn meniscus. Ik zat anderhalf jaar in de Ziektewet. Het eerste jaar was al mager met zo’n 2.000 euro per maand, maar jongens jongens, in het tweede jaar kreeg ik nog maar de helft. Ik bouwde steeds meer schuld op om mijn rekeningen te betalen. Het was foute boel. Ik heb Klaverblad gebeld en gezegd dat ze me maar uit moesten kopen. Daarna ben ik weer gaan werken terwijl ik nog helemaal niet genezen was. Dat is toch geldklopperij? Zzp’ers zijn de melkkoe van de verzekeraars. Op ons pakken ze altijd winst.”
Uitwerkingsplan
Minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stelt dat de sociale partners samen met de zelfstandigenorganisaties voor de zomer van 2020 met een uitwerkingsplan moeten komen voor een verplichte AOV. Om tot dat plan te komen, zijn volgens Koolmees de ervaringen nodig van betrokken partijen als PZO, ZZP Nederland, Zelfstandigen Bouw, FNV Zelfstandigen, de Broodfondsmakers, de Kamer van Koophandel, Adfiz, Wijzer in Geldzaken, Nibud en individuele verzekeraars. Met hen worden gesprekken gevoerd.
Koolmees wil bereiken dat zelfstandigen bewust gaan nadenken en de risico’s niet onderschatten of alleen aan de korte termijn denken. Met het programma Bevorderen Keuzegedrag wil hij samen met het Verbond van Verzekeraars zorgen dat zelfstandigen een afgewogen keuze maken.
Malieveld
Alles goed en wel, stelt Mario van Kemenade, maar laat zzp’ers zelf beslissen. “We wonen in een democratisch land en zijn niet voor niets ondernemer geworden. We willen zelf bepalen waar we ja of nee tegen zeggen. Mijn eigen beslissing heb ik al genomen. Alle zzp’ers in de bouw die geen AOV hebben en daar een oplossing voor zoeken, raad ik aan lid te worden van een broodfonds. Tegen een verplichte AOV zal ik me zeker verzetten. En zo ken ik er nog een paar. Als ze aan onze centen komen, gaan we naar het Malieveld. Dat kan ik de minister alvast beloven.”
Let op: maximum van twee jaar
Je krijgt uit een broodfonds maximaal twee jaar aaneengesloten schenkingen per ziekte. Onderzoek van TNO toont echter aan dat ruim 99 procent van de zelfstandigen binnen twee jaar weer aan het werk is. Wie langer uit de roulatie is, kan zich afvragen of het bedrijf nog wel toekomst heeft. Voor het risico dat je nog steeds niet kunt werken na twee jaar, kun je natuurlijk een Arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) afsluiten. Met een wachttijd van twee jaar sluit zo’n verzekering goed aan op de periode van het broodfond. Premies zijn met zo’n lange wachttijd doorgaans een stuk lager dan wanneer je je direct of na een maand laat uitbetalen. Uiteraard is dat je eigen beslissing als zelfstandige.