Omgevingswet biedt kansen voor bouwsector

Omgevingswet biedt kansen voor bouwsector

Bestemmingsplannen, bouwvergunningen en milieuvergunningen worden verleden tijd. Maar liefst 26 wetten gaan op in één regeling: de Omgevingswet. Het Rijk verwacht dat het makkelijker wordt om ruimtelijke projecten te starten, zoals woningbouw op voormalige bedrijventerreinen of de bouw van windmolenparken. Het invoeren van de nieuwe regels is complex en al een paar keer uitgesteld. De huidige planning is dat wet vanaf 1 januari 2021 van kracht is. Marjolein van Kouwenhoven van NCOI Techniek & Veiligheid blogt hier over de kansen die de Omgevingswet biedt.

Bestemmingsplannen, bouwvergunningen en milieuvergunningen worden verleden tijd. Maar liefst 26 wetten gaan op in één regeling: de Omgevingswet. Het Rijk verwacht dat het makkelijker wordt om ruimtelijke projecten te starten, zoals woningbouw op voormalige bedrijventerreinen of de bouw van windmolenparken. Het invoeren van de nieuwe regels is complex en al een paar keer uitgesteld. De huidige planning is dat wet vanaf 1 januari 2021 van kracht is. Marjolein van Kouwenhoven van NCOI blogt hier over de kansen die de Omgevingswet biedt.

Het Rijk komt met de Omgevingswet, omdat de huidige regels op het gebied van ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water eigen uitgangspunten, werkwijzen en eisen hebben. Daardoor is de wetgeving te ingewikkeld geworden en duurt het onnodig lang voor een project kan starten. Het gaat om ingrijpende veranderingen op vele terreinen, ook organisatorische. Tekenend is dat de operatie is verhuisd van het vakministerie infrastructuur en milieu naar het bestuursministerie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Integrale aanpak Omgevingswet

De Omgevingswet moet de regelgeving op diverse terreinen verbeteren: plannen voor ruimtelijke ordening, milieu en natuur worden beter op elkaar afgestemd. Het wordt makkelijker om duurzame projecten uit te voeren. Gemeenten, provincies en waterschappen krijgen meer ruimte om hun omgevingsbeleid af te stemmen op hun eigen behoeften en doelstellingen. Er wordt aangesloten bij de tendens dat de overheid meer ‘loslaat’ en de samenleving uitnodigt (ruimtelijke) initiatieven te nemen. Die komen makkelijker van de grond doordat ze vaker worden gedekt door algemene regels en door een andere beoordeling: ‘Nee tenzij’ maakt plaats voor ‘ja mits’.

Vertrouwde plannen zoals de structuurvisies en bestemmingsplannen verdwijnen. In plaats daarvan moeten rijk, provincies en gemeenten een integrale omgevingsvisie maken. Deze worden uitgewerkt in een omgevingsplan, een omgevingsverordening of een omgevingsprogramma. Ze moeten op 1 januari 2029 klaar zijn en vervangen de bestemmingsplannen in een gebied. Het omgevingsplan regelt veel onderwerpen. Niet alleen de functies van locaties, maar onder andere ook milieuprestaties, erfgoed, groen, water, verkeer, evenementen en het gebruik van de openbare ruimte. Ook economie krijgt een plek in de nieuwe regels. Als de overheid strengere lokale of provinciale eisen stelt dan de landelijke norm moet een economische effectrapportage worden gemaakt die de ontwikkelingen toetst op de gevolgen voor vestigingsklimaat, werkgelegenheid en bereikbaarheid.

Energietransitie

De integrale benadering brengt de energietransitie dichterbij, een van de grootste uitdagingen waar Nederland voor staat en waar de bouw- en installatiesector een hoofdrol in speelt. Woningen moeten in 2050 hun eigen, duurzame energie opwekken en raken hun aansluiting op het aardgas kwijt. Dat betekent dat ruim 7 miljoen woningen moeten worden gerenoveerd. De Omgevingswet geeft gemeenten hierbij een grote rol. Onder andere omdat ze kunnen stimuleren dat lokaal de juiste beslissingen worden genomen.

Bouwers, woningcorporaties, toeleveranciers, gemeenten en andere stakeholders hebben hun krachten gebundeld in de organisatie ‘Stroomversnelling’, waarbinnen ze werken aan het verduurzamen van woningen. Stroomversnelling ziet diverse mogelijkheden om omgevingsplannen in te zetten om klimaatverbetering te bereiken. Energie wordt een integraal onderdeel van het omgevingsbeleid dat gemeenten in hun omgevingsvisie vastleggen. Zo maakt die visie de ruimtelijke impact van de energietransitie zichtbaar en in het geval van bijvoorbeeld de aanleg van windmolenparken of zonnecentrales de relatie met ruimtelijke kwaliteit, geluid en natuur.

Daarnaast krijgen gemeenten de bevoegdheid om strengere eisen te stellen dan landelijk gelden, zoals een betere energieprestatie of een verbod om nieuwe huizen op aardgas aan te sluiten. Ook kunnen ze stimuleren dat er woningbouw komt in gebieden met veel potentie voor warmte/koudeopslag.

Omgevingsvergunning

De omgevingsvergunning vervangt de huidige vergunningen op het gebied van onder meer milieu, natuur- en bouw en is daarmee een belangrijk instrument in de Omgevingswet. De vergunning bestaat uit twee gedeelten: een technische vergunning en een ruimtelijke vergunning. Gemeenten gaan in het omgevingsplan vastleggen welke bouwwerken zonder meer kunnen worden gebouwd, in bepaalde gevallen na een melding.

De bouwsector ziet in de vereenvoudiging veel voordelen, ook vanwege de naar verwachting betere procedurele afhandeling. Er is nog maar één loket waar burgers of bedrijven die een project of activiteit willen starten een digitale vergunning aanvragen. Daarvoor wordt een Digitaal Stelsel Omgevingswet ingericht, dat in 2024 klaar moet zijn. De aanvraag leidt tot één integrale beslissing van gemeente of provincie, ook als ze beiden voor een deel van de besluitvorming verantwoordelijk zijn.

Dat is makkelijk voor de aanvrager en versnelt de afhandeling van de aanvraag. Aanvragers zullen in veel gevallen rapportages en onderzoeksresultaten moeten aanleveren op terreinen zoals economie, gezondheid, erfgoed en klimaat. Ook zijn er in veel gevallen monitoringsverplichtingen. Over de vraag hoe omvangrijk deze verplichtingen in de praktijk zullen zijn, verschillende inzichten. Duidelijk is wel dat aanvragers verantwoordelijk worden voor de participatie: ze moeten de omgeving over hun plannen informeren.

Scholing en meedenken Omgevingswet

Er gaat in ieder geval veel veranderen, dit betekent dat er kansen ontstaan voor bedrijven. Om deze kansen te herkennen is het belangrijk dat personeel van de bedrijven op de hoogte is van de aanpassingen die de Omgevingswet met zich meebrengt. Verschillende opleiders bieden bijvoorbeeld trainingen aan waarin de Omgevingswet 2017 al wordt meegenomen. Zo kan personeel worden ingelicht over de belangrijkste veranderingen die gepaard gaan met de Omgevingswet.

Hoe de regels exact worden ingevuld zal de komende tijd blijken. Nu alle gemeenten druk zijn met de voorbereiding van de invoering van de Omgevingswet, is er een mooie kans om vanuit het bedrijfsleven aan te schuiven en mee te denken over de meest effectieve en werkbare invulling.