Energie verandert, betrouwbaarheid blijft

Energie verandert, betrouwbaarheid blijft

"Voldoende capaciteit en vooral betrouwbaarheid, dat is waar onze klanten in eerste instantie naar vragen." Aan tafel zitten Tom Groenestein en André Kolder beide project engineer bij Joulz. Het gesprek gaat over energie, nieuwe energie, andere energie maar vooral betrouwbare energie. "Want wat voor label je ook aan energie hangt, het gaat uiteindelijk om betrouwbaarheid. Dat blijft."

Korte tijd voor het gesprek is er een ontmoeting met André bij de Maastunnel. Terwijl de bouwers nog druk doende zijn met de renovatie van de verbinding tussen Noord en Zuid, kijkt hij trots terug op het aandeel van Joulz. “Het was een bijzondere klus, want het is mooi om aan zo’n icoon te werken.” De uitdaging zat hem uiteraard in de monumentale status waardoor niet zomaar alles aangepast kon worden. En werkzaamheden voor de vernieuwing van de hoogspanningsinstallatie moesten uitgevoerd worden terwijl de tunnel gewoon in gebruik was. Onderdeel van de opdracht was het uitfaseren van de oude noodstroomsystemen. Reden hiervoor was dat hier brandstoftanks voor werden gebruikt die een potentieel gevaar waren bij bijvoorbeeld brand of een aanslag. Er moest alleen wel een andere oplossing bedacht worden om de betrouwbaarheid van het systeem te behouden. De oplossing zat in het redundant maken van de hoogspanningsinstallatie tussen de Noord- en Zuidzijde. Want als in Zuid het licht uitgaat, moet Noord alles overnemen. En vice versa. “En dat was een behoorlijke puzzel met veel afstemming met alle betrokkenen die ieder weer hun eigen wensen en eisen hadden”, geeft André toe.

Complexe energievraagstukken

En precies dat is waar de heren zich in specialiseren. Voor klanten complexe energievraagstukken oplossen. Tom geeft aan: “Dan blijft het niet alleen bij rekenwerk, maar we regelen het ook voor de klant. We begeleiden het hele proces van advies tot oplevering. En we verzorgen het beheer en onderhoud van de installaties.” In ieder geval is dat wat Joulz nastreeft. Te vaak zien de engineers dat hun expertise pas in een laat stadium wordt ingeschakeld. “Van o ja, we moeten ook nog een verbinding maken met het net.” De collega’s zijn het erover eens dat het beter is dat daar in een vroeg stadium van een project al over wordt nagedacht. “En dit gaat verder dan vragen over waar de ruimte moet komen voor de installatie, en de eisen waaraan deze moet voldoen. Hoewel dat soms ook nog wel eens wordt vergeten”, legt André uit.

“Het is belangrijk om al in een vroeg stadium te bekijken hoe het project is opgebouwd en op welke kostenefficiënte manier de hoogspanningsinstallatie kan worden gerealiseerd. Wij onder­zoeken wat in een bepaalde situatie de meest efficiënte oplossing is. En geven op basis daarvan advies en helpen met het realiseren.”

Simulatiemodellen

Een verdieping hoger in het kantoor van Joulz, zit Patrick de Mos achter een groot beeldscherm. Daarop is een uitgebreid elektrisch schema te zien. Hij rekent, met hulp van simulatiemodellen, de selectiviteit en veiligheid van de nog te realiseren hoogspanningsinstallaties voor grote klanten, zoals TU Delft, Nutricia en Defensie door. Hij concentreert zich daarbij vooral op mogelijke storingen en de gevolgen daarvan voor het netwerk van aansluitingen. “Dat wat er in augustus op Schiphol gebeurde, wil ik natuurlijk bij mijn klanten voorkomen. Het kan niet zo zijn dat een relatief kleine storing op één plek het hele systeem onderuit trekt. Er wordt vaak te simpel gedacht over extra aansluitingen en uitbreidingen, maar elke verandering heeft gevolgen voor het geheel.” En als continuïteit en betrouwbaarheid essentieel zijn voor de bedrijfsvoering is lichtzinnigheid natuurlijk een groot gevaar. “Wij hebben ervaring met de complexiteit van aanpassingen en nieuwe wensen. We weten dan ook wat de beste oplossingen zijn voor onze klanten, en kunnen zo echt een goed advies geven als het gaat om de continuïteit van de energie­voorziening.”

Zekerheden veranderen

De energietransitie is duidelijk merkbaar in de verzoeken die Joulz krijgt van hun klanten. Energietransitie is misschien een wat holle term, die vaak te makkelijk wordt gebruikt. Maar duidelijk is dat het energielandschap aan het veranderen is. Allereerst veranderen de zekerheden van de afgelopen vijftig jaar als het gaat om het leveren van energie. Dat geeft misschien hier en daar wat uitdagingen, maar vooral veel nieuwe mogelijkheden. Uitdagend is de vraag hoe de veranderingen precies vorm gaan krijgen. Het tempo van de diverse veranderingen speelt een belangrijke rol. Hoe snel zal de transitie nu echt gaan? “Een van de dingen die we zeker weten, is dat de vraag naar elektriciteit de komende jaren zal toenemen”, concludeert Tom. En duidelijk is dat de drie engineers midden in die veranderingen acteren.

Piekbelasting van het netwerk

energie
André Kolder (links) en Tom Groenstein (rechts): “Wij hebben ervaring met de complexiteit van aanpassingen en nieuwe wensen.” Foto: Sikko van Grieken

Als voorbeeld geven ze de uitdaging van het elektrische wagenpark bij bedrijven en instellingen. “De piekbelasting van het netwerk verandert drastisch. Iedereen wil om vijf uur met een volle batterij terug naar huis. En dus staan al die palen op hetzelfde moment stroom te leveren en dat brengt dan natuurlijk ook enorme uitdagingen met zich mee.” Daarentegen is het bijna zonde om tijdens kantooruren allemaal auto’s te hebben staan met een batterijvermogen waar je iets mee kan. Het is een klein voorbeeld wat aangeeft hoe de energiebehoefte aan het veranderen is. Tom: “Door decentraal opwekken, bijvoorbeeld met zonnepanelen of wind­molens, wordt het afstemmen van opwek en gebruik de uitdaging van de toekomst. Het gebruik wordt grilliger en minder voorspelbaar.” Althans in de fase van verandering waar we nu zitten, waar batterijopslag nog niet vanzelfsprekend is. André: “Het aanleggen van micro-grids staat nog in de kinder­schoenen, maar biedt wel een kans voor het afstemmen van de energiestromen.”

Uitdagingen

Stap voor stap dus, zonder je gek te laten maken door de grote beloften en vergezichten van de energietransitie. André zet zijn vraagtekens bij deze vergezichten en de praktijk: “Het is best een mooi verhaal, maar op het zelfde moment is het niet iets waar we in de praktijk van nu mee bezig zijn. We werken ernaartoe, maar of dat in het tempo is wat we allemaal zouden willen? De overheid heeft hierin een belangrijke, sturende rol met subsidies, wetgeving en verboden. Wij zorgen er alleen voor dat we met onze kennis en ervaring de initiatieven van de energietransitie worden gerealiseerd.” Dan moeten er nog wel een aantal uitdagingen worden beslecht.

Tom begint: “Ten eerste is het netwerk in Nederland nog niet geschikt voor al deze veranderingen. De kabels die er nu liggen, kunnen de vraag die aan het ontstaan is niet aan. Hier ligt een grote uitdaging voor de netbeheerders.” André vult aan: “De wetgeving is natuurlijk ook nog niet klaar voor oplossingen waarbij particulieren ook leverancier kunnen worden van hun buurman. Dat mag voorlopig gewoon nog niet. Daarom is het zo mooi dat er in Nederland verschillende proeftuinen zijn waar we in ieder geval wel aan oplossingen voor de toekomst kunnen werken, zonder rekening hoeven te houden met allerlei regels.” Tenslotte zijn de beperkte mogelijkheden van opslag een remmende factor. “Dat gaat natuurlijk veranderen”, voorspelt Tom. “Maar het is nu vaak nog te duur om duurzame energie lokaal op een efficiënte manier op te slaan. Zodra de kosten voor opslag dalen, dan gaat energieopslag een belangrijke plaats innemen in de energietransitie.”

Ondertussen kan er natuurlijk wel al heel veel worden gedaan. Alleen is het wel zaak dat het verstandig en slim gebeurt. “Belangrijk is om ons zo vroeg mogelijk bij een project te betrekken. Ons advies en de hulp om de oplossingen te realiseren, betalen zich uiteindelijk uit. Daarvoor durven we onze handen in het vuur te steken.”