Tosca Vissers
Het Bouwbesluit stelt als eis dat de luchtdichtheid van een gebouw niet meer is dan 200 dm3 bij 10 Pascal. Sinds 1 januari 2015 is de EPC-eis bij- gesteld naar 0,4. “Om er voor te zorgen dat gebouwen aan deze eis kunnen voldoen, zullen ze meer luchtdicht moeten worden gemaakt, om luchtstromen zoveel mogelijk te beperken. Geen tocht betekent vooral ook meer comfort en minder vochtproblemen en uiteraard een lagere energierekening”, zegt Peter Nijboer, technisch adviseur bij UNILIN. Hij is de uitvinder van het luchtdicht dak- systeem.
Lastig
Luchtdicht bouwen biedt in combinatie met dak- en gevelisolatie en mechanische ventilatie een optimale manier om gebouwen energiezuinig te maken. Vanuit dat oogpunt richt UNILIN zich op het ontwikkelen van een luchtdicht daksysteem voor hellende daken, waarmee in de winter de warmte in het gebouw behouden blijft en niet via kieren weer verdwijnt. Nijboer legt uit hoe het werkt. “Het luchtdicht daksysteem bestaat uit verschillende afdichtingsmaterialen die er voor zorgen dat de losse dakelementen veranderen in één luchtdicht dak.” Nijboer geeft aan dat het best is lastig om een systeem met dakelementen luchtdicht te maken. Je moet wel zeker weten dat de dakelementen luchtdicht worden gemonteerd en dus rekening houden met materiaal- en bouwtoleranties.” Cruciaal in het systeem is de luchtdichte veer die op de langsnaad van de dakelementen wordt geplaatst. Deze dakelementen hebben een PIR-langszijde, waarbij in de PIR een sponning is aangebracht. De luchtdichte veer wordt in de sponningen van de twee langszijden van de dakelementen gezet. Zo ontstaat een luchtdichte verbinding (af beelding 1). De lucht- dichte veer met een diameter van 15 millimeter, is dikker dan de hoogte van de sponning (h=13 millimeter). Op de veer is gladde foamtape aangebracht. Deze foamtape is omgezet, zodat het niet opstroopt als de veer in de dakelementen wordt aangebracht (zie af beelding 2).
Nijboer: “Vanuit dit principe wordt de foamtape tijdens montage van de veer gedwongen om te comprimeren. Zo ontstaat die zeer hoge luchtdichting. Kortom, de lucht- dichting die ontstaat wordt veroorzaakt door een comprimering die loodrecht staat op de montagerichting en niet evenwijdig aan de montagerichting. Dit is het meest essentiële punt van het ontwerp”, zegt Nijboer. “Het grote voordeel hier van is dat de dakelementen niet met enorme kracht tegen elkaar hoeven te worden gedrukt, om luchtdichting te realiseren. Wanneer de luchtdichte veer is aangebracht, hebben de dakelementen gegarandeerd een luchtdichte verbinding over de volledige lengte van de langsnaad”, zegt Nijboer. Voor de aansluiting van de dakelementen op de muurplaat en nokgording wordt de gladde foamtape op beide onderdelen aangebracht. De foamtape is extra breed, waardoor deze tape kan worden omgezet. Voordeel hier van is dat tijdens het monteren van de dakelementen de tape niet kan opstropen (af beelding 3 muur- plaat).
Dit principe geldt ook voor de nokgording. Op de kopgevel wordt voor de aansluiting van de dakelementen een luchtdichte folie toegepast (af beelding 4).
Luchtdicht woonhuis
Aannemer Johan van Driel bouwde zijn eigen woonhuis met het luchtdicht systeem van UNILIN. Van Driel kwam met het bedrijf in contact toen dat een pilotproject zocht voor het luchtdicht daksysteem en hij wilde het graag uitproberen. “Binnen de doelstellingen van de overheid om in 2020 energieneutraal te bouwen, is dit luchtdicht daksysteem een prima oplossing. Door het toe te passen in je eigen huis, merk je waar de praktische voordelen zitten.” Van Driel wil zich op een energieneutrale toekomst voorbereiden. “Ik moet aan opdrachtgevers kunnen uitleggen welke oplossingen geschikt zijn en welke ik beter niet kan aanraden.” Van Driel ziet een aanzienlijke meerwaarde in deze luchtdichte dakelementen. “De aansluiting van naden bij dakplaten en kozijnen is altijd een kritisch punt in de bouw. De luchtdichte verbinding tussen de elementen zorgt ervoor dat de warme lucht in een gebouw blijft. Hierdoor passen deze dakelementen perfect in het principe van energieneutraal bouwen”, geeft Van Driel aan. “Je kunt als technicus in theorie de beste oplossingen bedenken, maar als het op de bouw zelf niet werkt omdat het onhandig toe te passen of te zwaar is, zal het niet veel gebruikt worden.” Van Driel woont samen met zijn vriendin sinds december vorig jaar in hun nieuwe huis. “De pilot is geslaagd! We gebruiken aanzienlijk minder energie dan andere woningen met dezelfde afmeting”, besluit Van Driel.