Tip 1: Kies voor emissievrij materieel
Voor veel machines is er al een emissievrije variant beschikbaar. Waar die er niet is, zijn er hybride of Stage V alternatieven die de uitstoot significant verlagen. Tot wel 70% ten opzichte van conventioneel materieel. Ook voor toepassingen zoals grondverzet zijn er meer emissievrije mogelijkheden dan wellicht wordt gedacht. Veel duurzame machines zijn makkelijk te herkennen aan een ECO-label.
Tip 2: Verklein transportafstanden
Het verkleinen van transportafstanden is een relatief simpele oplossing voor het verlagen van stikstof tijdens de bouw. Bijvoorbeeld door alle machines en materialen te verzamelen bij een bouwhub of in te huren bij een leverancier in de buurt. Een ander voorbeeld is door leveren en ophalen te combineren, maar ook door zo veel mogelijk bij dezelfde leverancier af te nemen. Het zogenaamde one-stop-shopping.
Tip 3: Denk vooraf na over energiebeheer
Op bouwplaatsen waar met veel emissievrije machines en gereedschappen gewerkt wordt, moet anders naar energiebeheer on-site gekeken worden. ‘Laadstress’ is niet nodig, want er zijn diverse efficiënte oplossingen voor stroomvoorziening. Zoals correcte dimensionering van de energiebehoefte en ook op modulariteit. Dat klinkt ingewikkeld, maar het komt neer op vooraf de energievraag en – aanbod in balans te brengen. Concreet zijn er tal van oplossingen, waaronder Stage 5 aggregaten die volledig op HVO en GTL brandstoffen kunnen draaien en (draagbare) battery packs. Dit reduceert de stikstofuitstoot aanzienlijk.
Tip 4: Kies voor jong materieel
Vermijd oude ronkende machines op de bouwplaats en kies voor jong en modern materieel. Wanneer (tijdige) vervanging van het eigen materieel niet tot de mogelijkheden behoort is inhuren van nieuwe en modernere varianten het perfecte alternatief. Deze zijn veelal efficiënter en voorzien van de nieuwste aandrijvingen die minder stikstof uitstoten. Behalve emissievrije machines kunnen dat ook emissiearme diesel Stage V motoren zijn. Die overigens tot wel 70% minder uitstoten dan een Stage 3.
Tip 5: Zorg voor goed onderhoud
Goed onderhouden machines verbruiken hun brandstof efficiënter. Zero emission machines bijvoorbeeld hebben al minder onderhoudstops nodig. Elektromotoren zijn namelijk onderhoudsvriendelijk. Uit is echt uit, wat betekent dat emissieloze machines minder draai-uren hebben, en dus minder onderhoud nodig hebben.
Tip 6: Gebruik biobrandstoffen
Voor sommige bestaande verbrandingsmotoren zijn ook biobrandstoffen zoals HVO & GTL mogelijk. Zo kan GTL diesel vervangen wat resulteert in schonere verbranding. Dat zorgt voor een lagere uitstoot, die te gebruiken is bij berekeningen. GTL heeft als bijkomend voordeel dat het vrijwel geurloos is. Dat is een stuk aangenamer om in te werken dan naast een ‘stinkende’ diesel. Bovendien draait een motor op GTL een stuk stiller (tot wel 4 decibel).
Tip 7: Monitor uitstoot via remote monitoring
Via remote monitoring en control heeft u inzicht hoe een machine of stroomopstelling presteert. Ook biedt het realtime inzichten in verbruik. Want wanneer een project een bepaalde energievraag heeft, is het zonde om een overschot te leveren. Met behulp van data kan dat op afstand bijgehouden en bijgestuurd worden. Dat draagt tegelijk ook bij aan duurzaamheid: energievoorzieningen worden optimaal ingezet, alleen wanneer het nodig is. Remote monitoring en control kunnen zo ook bewijslast geven om duurzaamheidsinspanningen te onderbouwen.
Tip 8: Kies het juiste materieel met de juiste capaciteit
De slot tip is simpel: zijn alle machines wel nodig? Door goed te kijken naar de machine specificaties kunt u slimme keuzes maken om uitstoot te verminderen. Wanneer zijn welke machines aan het werk? Welke werkzaamheden moet met een machine worden gedaan? Ga hierbij niet standaard voor hogere capaciteit (vermogen) of specificaties omdat die wellicht van pas kunnen komen, als een machine met lager vermogen het werk ook kan doen.
Dit artikel is gesponsord door Boels verhuur.