In Hoogeveen bezien ze de wereld door een roze waterstofbril

In Hoogeveen bezien ze de wereld door een roze waterstofbril
Beeld: Shutterstock

In Hoogeveen willen ze graag in vliegende vaart verder met de ontwikkeling van een heuse waterstofwijk. Maar niet iedereen is even enthousiast over de ronkende conclusies van het brede consortium dat er onderzoek naar deed.

De branders doen het en de waterstof CV-ketels worden momenteel bij de Hanzehogeschool onderworpen aan duurproeven. Daarbij blijken zelfs veel minder NOx-en vrij te komen dan gedacht. Dat betekent in elk geval één beperking minder om woningen die van het gas af moeten eventueel op termijn te laten overstappen op waterstof.

Het is een van de meest praktische experimenten die staan beschreven in het rapport over Waterstofwijk Hoogeveen, dat vorige week verscheen. De rest van het onderzoek dat een breed consortium afgelopen twee jaar uitvoerde is grotendeels een papieren exercitie. Daarbij wordt onderzocht hoe bij transport, opslag en gebruik van de energiedrager aan alle regelgeving kan worden voldaan. En hoe technieken uit de industrie, waar al decennia met waterstof wordt gewerkt, veilig naar woonwijken kunnen worden vertaald.

Spilfunctie

Gasunie, Liander, BAM, Stork en al die andere partijen achter het consortium Waterstofwijk Hoogeveen willen de Drentse plaats opnieuw een plek geven in het centrum van de Nederlandse energievoorziening. Hoogeveen dankt haar naam en reputatie immers aan de turf die er eeuwenlang werd gewonnen en getransporteerd naar het westen van het land om de huizen daar te verwarmen. Wat Hoogeveen tot zo’n geschikte proeftuin maakt is dat de NAM locaties en gasoverslagstations in de buurt heeft en ook de toekomstige waterstofbackbone van Gasunie er langs loopt. Veel, nauwverwante, gastechnologie is dus al lokaal voorhanden. Al zullen er aanpassingen nodig zijn vanwege de andere eigenschappen die waterstof onmiskenbaar heeft ten opzichte van aardgas. Het molecuul is bijvoorbeeld veel kleiner, waardoor het risico op lekkages groter is. Daarnaast is waterstof veel vluchtiger en explosiever.

Vorige maand werd al bekend dat Waterstofwijk Hoogeveen een vervolg krijgt en dat het ministerie van Binnenlandse Zaken daar ruim 4 miljoen euro voor over heeft. Het consortium wil nu eerst zo'n 80 nog te realiseren woningen in nieuwbouwwijk Nijstad Oost met waterstof gaan verwarmen. Daarna moeten in de bestaande wijk Erflanden 430 bestaande woningen worden omgekat naar de nieuwe brandstof. Daar ligt de echte uitdaging en moet de voorbeeldwerking van uitgaan voor die ongeveer een miljoen woningen in Nederland die in de toekomst niet met een warmtepomp of warmtenet te verwarmen zijn.

Conversieverliezen

De opstellers zijn zich  bewust van de stammenstrijd die er woedt in de wereld van de duurzame energie. Er is geen energievorm of drager die zoveel emoties oproept als waterstof. Daarom hebben ze ook draagvlak-onderzoek gedaan in de directe omgeving. Ze wijzen er met klem op dat de pilot in Erflanden, die over twee jaar van start moet, vooral met groen waterstof moet plaatsvinden. Geen waterstof geproduceerd uit aardgas dus, zoals vrijwel alle waterstof die nu beschikbaar is, maar geproduceerd door elektrolyse van water met behulp van groene stroom. Alleen op die manier komt bij de productie van waterstof geen CO2-vrij.

Maar daarmee  gaan de initiatiefnemers volgens Jan Willem van de Groep compleet voorbij aan de realiteit, want groene stroom is zeker de komende tien jaar nog zeer beperkt beschikbaar in Nederland. "En als het er al is kun je hem beter direct inzetten in plaats van om te zetten naar waterstof en weer terug. Want dat gaat, zoals bekend, gepaard met grote conversieverliezen."

Waterstoflobby

Van der Groep vindt het rapport een onbeschaamd staaltje PR van de waterstoflobby. “In plaats van te kijken welke plaats waterstof eventueel kan innemen in de energiemix redeneren ze vooral toe naar een zo groot mogelijke rol voor waterstof waarbij ze alle tekortkomingen en onzekerheden bagatelliseren. Die zogenaamde bestaande wijk Erflanden betreft woningen uit 2005, met een minimale warmtevraag. Dergelijke woningen moet je bij uitstek met warmtepompen verwarmen dus in dat opzicht is de voorbeeldwerking al beperkt en wordt het moeilijk om er lessen van te trekken."

Maar zijn grootste bezwaar geldt de maatschappelijke kostenbatenanalyse die de consortiumpartners maakten en die volgens hem van geen kanten deugt. Dat uit zich in veel te positieve aannamen over de mogelijkheden en de kosten van waterstof. De aanzienlijke kosten van windmolens op zee om de groene stroom op te wekken en de elektrolysers voor de omzetting naar waterstof zijn bijvoorbeeld niet meegenomen. Terwijl bij all-electric woningen hele dure buffers en netverzwaringen in rekening worden gebracht. Ook bij het al dan niet opnemen van energiebelastingen worden bedenkelijke keuzes gemaakt die waterstof ten onrechte bevoordelen.

Dwarsdenker

Van der Groep heeft sinds kort zitting in het Waterstoflab. Dat is een denktank die de topsector Energie zelf in het leven heeft geroepen. Daar is hij binnengehaald voor zijn enigzins dwarse geluid over waterstof.  Een bont gezelschap van oveheid, netwerkbedrijven, energiebedrijven en kennisinstellingen belicht de rol van Waterstof van alle kanten,  zodat een evenwichtige discussie ontstaat en geen argument onbesproken blijft.  Dat leidt uiteindelijk tot betere beleidsbeslissingen.

Dat vindt hij een veel realistischer aanpak dan, zoals in Hoogeveen een club waterstof-aanhangers bij elkaar zetten die vervolgens een halfbakken rapport de wereld inslingeren, waardoor de discussie over wat wel en niet bijdraagt aan verduurzaming alleen maar vertroebelt. Hij merkt dat hij tijdens de sessies van het Waterstoflab al een stukje is opgeschoven in zijn visie en meer oog heeft gekregen voor de mogelijke baten en het nut van experimenten. Ook al is een realistische inzet van waterstof in de gebouwde omgeving nog ver weg. "Er vinden in Nederland interessante experimenten plaats, onder andere in Stad aan ’t Haringvliet en in Uithoorn. Maar dat consortium rond Hoogeveen kijkt veel te veel door een roze waterstofbril. Daar leert uiteindelijk niemand wat van."

Grijs, blauw en groen

Waterstof is er in drie smaken. Grijze waterstof wordt geproduceerd uit aardgas. Daarbij komt CO2 vrij. Blauwe waterstof is hetzelfde maar dan wordt de CO2 die vrijkomt ondergronds opgeslagen. Groene waterstof wordt geproduceerd door elektrolyse van water met groene stroom. Daarbij wordt nul CO2 uitgestoten. De omzettingsverliezen van stroom naar waterstof en weer terug zijn wel enorm en gaan richting de 70 procent. Groene waterstof is daarmee alleen realistisch bij enorm overaanbod van groene stroom. De vraag is alleen wat er de rest van de tijd gebeurt met die dure elektrolysers.

Energietransitie

Hoe draagt de bouw bij aan de overgang naar groene energie? Welke uitdagingen en kansen zijn er?
Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.