Vol inzetten op modu-circulair bouwen

Vol inzetten op modu-circulair bouwen
Tiny houses in een landschappelijke setting als uitgangspunt voor een ergens in midden-Nederland te realiseren Tiny village met duizend van die uit te breiden en in te krimpen tiny houses.

Modulair bouwen zit in het DNA van Jan Snel. We geloven CEO Harry van Zandwijk dan ook meteen als hij zegt, dat zijn bedrijf dat beter kan dan ieder ander bouwbedrijf. Ook hergebruik is onderdeel van dat DNA en nu de tijd daar om vraagt, is de stap naar volledige circulariteit snel gezet. Dat gaat verrassende resultaten opleveren.

Gebouwen zodanig samenstellen uit units dat ze weer gemakkelijk zijn te demonteren, dat is in essentie het succesverhaal van Jan Snel. Het is circulariteit ‘avant la lettre’, maar toch is het nog niet genoeg vinden ze bij het bedrijf in Montfoort. Dat heeft grootste toekomstplannen, enerzijds in de zin van een volledig circulaire bedrijfsvoering, anderzijds in een geheel andere vorm van modulair bouwen: een hele wijk van tiny houses die meegroeien met de bewoner(s). We praten over de toekomstvisie van Jan Snel op het hoofdkantoor in Montfoort. Aan tafel niet alleen CEO Harry van Zandwijk, maar ook Daan Kosterman, die alweer enige tijd de functie van Projectleider Circulariteit vervult binnen het daarvoor opgerichte projectteam.

Een mooi en duidelijk plaatje, dit schema van het modu-circulaire bouwproces bij Jan Snel.
Een mooi en duidelijk plaatje, dit schema van het modu-circulaire bouwproces bij Jan Snel.

Volledig circulair

Om volledig circulair te kunnen opereren is het nodig om alle bedrijfsprocessen nog eens goed onder de loep te nemen. Dat geldt voor het materiaalgebruik, de afvalstromen, het wegtransport en alle toeleveranciers. Begin 2019 is begonnen is met een nulmeting door Ecochain Technologies, zodat de milieufootprint bekend is en van daaruit stappen zijn te ondernemen om die te verbeteren.

Groenere stroom om te beginnen, meer hergebruikt staal toepassen, slimmere betonwapening, het zijn enkele van de ‘snel’ te behalen voordelen. “Nu al is de CO2-uitstoot van onze constructies circa de helft van die bij een traditioneel gebouwde woning, dus we zijn goed op weg,” constateert Daan Kosterman.

Andere afvalstromen

“Ons afvalbeleid gaat op de schop. We leveren bijvoorbeeld EPS terug aan de leverancier, daar hebben we veel zaagafval van. We praten over een 80 kuubs truck per maand aan restmateriaal dat vroeger letterlijk de afvalbak in ging. Ook voor ander restmateriaal bekijken we de mogelijkheden voor teruglevering aan de leverancier. Mocht dit nog niet mogelijk zijn, dan gaat het terug naar de recycler. Zo krijgen we steeds meer inzicht in de reststromen. We hebben drie opties: zelf hergebruiken, terugleveren aan leverancier en in de container naar de recycler. Dat laatste is nog maar 10-20  procent,” zo licht Daan het nieuwe beleid toe.

De kracht van Jan Snel is het in hoog tempo en met steeds kleinere milieufootprint realiseren van fraaie gebouwen, waar je de tijdelijkheid al lang niet meer van afleest.
De kracht van Jan Snel is het in hoog tempo en met
steeds kleinere milieufootprint realiseren van fraaie
gebouwen, waar je de tijdelijkheid al lang niet meer van
afleest.

Kennis delen met de bouw

Inmiddels liggen er ook vergevorderde plannen voor een zelf te ontwikkelen modulair zonnepaneeldak
en wordt gekeken naar een ander type unit, samengesteld uit biobased materiaal. “We zijn ook in gesprek met onze toeleveranciers en vragen ze ‘Waar staan jullie op circulair vlak?’. De grotere  bedrijven zijn al een eind op weg en de kleiner bedrijven lopen nog wat achter, maar ze willen het maar al te graag oppakken.”

Harry van Zandwijk vult aan: “We gaan niet alleen vooroplopen, we gaan onze kennis ook delen met de bouw, in ieder geval in grote lijnen. Door deze kennis uit te wisselen hopen we, dat de mindset in de bouw gaat veranderen en dat dit een beter bouwklimaat oplevert.” Van belang is ook, zo voegt hij eraan toe, “dat we opdrachtgevers weten te overtuigen van de impact van onze kleine CO2 footprint. Het moet duidelijk zijn dat niet bij onze bouwwijze, maar in de gebruiksfase de meeste CO2 vrijkomt.”

Tiny village wordt stad van de toekomst

Al een jaar werkt Jan Snel er met twee andere bedrijven aan: een stad vol tiny houses. Een toekomstvisie waar het bedrijf in gelooft en vol op inzet. “We willen een stad maken met duizend tiny houses. Een stad zonder wegen, helemaal in het groen,” zo onthult Harry van Zandwijk. De kracht van de compacte woningen zit in hun flexibiliteit. “Al die tiny houses worden uitbreidbaar en kunnen weer inkrimpen. Inderdaad, ze voldoen daarmee aan de kracht – noem het identiteit of DNA – van Jan Snel. De student woont klein, krijgt een relatie en kinderen en zijn tiny house wordt aangevuld met extra units tot het een volwaardige gezinswoning is. Jaren later, als de kinderen de deur uit zijn, kunnen er weer units worden afgehaald en ergens anders geplaatst, via verkoop of ruilhandel, dat zal de tijd leren.” De duizend tiny houses moeten worden geplaatst op een locatie waar ze ook geproduceerd kunnen worden, om hun milieufootprint zo klein mogelijk te maken. En natuurlijk wordt de stad zoveel als mogelijk zelfvoorzienend: groendaken, zonnepanelen, windmolens enzovoort. Jan Snel is er klaar voor, dus binnenkort zullen we er vast veel meer over horen.

Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Jan Snel