Werken met plezier, dat doen ze Kesselaar & Zn. Wie bij dit bedrijf op de loonlijst staat, mag in principe zelf bepalen wanneer hij of zij vakantiedagen opneemt. Managers? Uitvoerders? Die bestaan niet bij het bedrijf uit Alkmaar. Sterker nog: van hiërarchie is überhaupt geen sprake. Op het visitekaartje van een medewerker staan naam en telefoonnummer, géén functieomschrijving. Kesselaar werkt met zelfsturende teams.
Gastheer in de bouw
Gastheer in de bouw Kesselaar & Zn. bouwt, renoveert en onderhoudt vastgoed voor eigenaren en gebruikers in Noord-Holland. Noem Kesselaar & Zn. echter geen aannemingsbedrijf, want dan krijg je het aan de stok met oprichter René Kesselaar. “Aannemer vind ik een belachelijk woord. Een gastheer in de bouw, dat zijn we. Gastheerschap is de belangrijkste menselijke waarde binnen ons bedrijf”, vertelt hij tijdens de door Bouwend Nederland belegde bijeenkomst Betere bedrijfsresultaten door Duurzame Inzetbaarheid. Met zijn imposante verschijning – hij is lang en heeft dertig jaar rugby gespeeld – en overtuigende en inspirerende stem heeft hij de zaal al snel in zijn greep. Kesselaar is een andersdenkende, Kesselaar heeft lef.
Traditioneel en conservatief
De bouwwereld is in zijn ogen traditioneel en conservatief. “Het gaat altijd maar om geld”, zegt Kesselaar. Als onderaannemer met 35 metselaars en voegers in dienst was hij het zat om niet serieus te worden genomen. “Inkopen, uitknijpen, slordig met mensen omgaan, niet luisteren, te laat betalen: zo gaat het vaak in de praktijk. Ik vroeg me af waarom we zo met elkaar omgaan. Het is een afwijking in de bouw. Ik besloot het anders te gaan doen, heb alle jongens bij elkaar gezet en het heb gezegd: een projectleider is niet meer dan een timmerman, vanaf nu is iedereen gelijk. Voordat we aan een klus beginnen, zetten we iedereen bij elkaar. Eigen mensen, inclusief de stagiair die net begonnen is, maar ook mensen van buitenaf. Om risico’s uit te sluiten, maar vooral ook om betrokkenheid te creëren”.
Tierelier
De mens áchter de hamer, daar gaat het om. Mensen zijn immers de waarde van een bedrijf, stelt Kesselaar. Iedereen is gelijk, benadrukt hij. Of het nu gaat om mannen, vrouwen of mensen met een beperking. Zijn bedrijf loopt als een tierelier. Het ziekteverzuim is bijzonder laag. Mensen staan in de rij om bij Kesselaar & Zn te mogen werken. Kesselaar zelf heeft zich al geruime tijd niet meer op kantoor laten zien. “De boel draait hartstikke goed, ook zonder mij.” Stilzitten doet hij echter niet, op doordeweekse dagen gaat de wekker om kwart over vijf. Want sinds anderhalf jaar staat Kesselaar weer op de steiger, om te metselen. Prachtig vindt hij dat. Kesselaar houdt van zijn werk.
Tweerichtingsverkeer
Zonder Heleen Mes van het HapinessBureau ooit eerder te hebben ontmoet brengt Kesselaar kan zijn. “Gelukkig werken is tweerichtingsverkeer, met de medewerker aan de ene kant en de organisatie aan de andere kant.” Gelukkige medewerkers leiden tot betere financiële resultaten, zegt Mes. Ze baseert zich onder meer op een onderzoek van Gallup/Hay Group, onder 1 miljoen werknemers wereldwijd. De cijfers liegen er niet om: het leidt tot 2.5 keer hogere omzetgroei, 22 procent hogere klanttevredenheid, tot 47 procent hogere effectiviteit en 43 procent hogere productiviteit, maar ook tot 40 procent lagere verloopcijfers, 40 procent lager ziekteverzuim en 70 procent minder veiligheidsincidenten op de werkvloer.
Bouw aan een fittere toekomst! |
Onder het motto ‘Bouw aan een fitte toekomst!’ hebben Bouwend Nederland, kennis- en adviescentrum Volandis en Vakmedianet/Cobouw de handen ineen geslagen om werk te maken van duurzame inzetbaarheid. De aftrap van deze samenwerking was op 26 november, tijdens het Duurzame Inzetbaarheidscongres op het hoofdkantoor van Bouwend Nederland in Zoetermeer. Thema van dit congres: betere bedrijfsresultaten door duurzame inzetbaarheid. Met bijdragen van vier inspirerende sprekers: onderzoeker en hoogleraar sociale zekerheid en economie Daniël van Vuuren, hr-deskundige Heleen Mes van het HappinessBureau, ondernemer en metselaar René Kesselaar en generatiespecialist Aart Bontekoning. De afsluiting van deze samenwerking is in het najaar van 2020, tijdens de uitreiking van de Cobouw-awards. In de tussentijd vinden verschillende activiteiten plaats rond dit thema. De samenwerking richt zich in eerste instantie op leidinggevenden binnen bedrijven en indirect op de individuele werknemers. |
Ballenbak
Samengevat: de beste employee experience geeft je een groot voordeel, namelijk het aantrekken, behouden en ontwikkelen van medewerkers die je organisatie succesvoller maken en je klanten loyaler en gelukkiger. Mes: “Hoe? Ga denken en handelen vanuit je hart.” Het hart dus. Of liever: HEART. Deze vijf letters staan ook voor de vijf knoppen waar je aan kunt draaien om de beleving van medewerkers naar een hoger plan te tillen. De H staat voor Happy Cultuur, de E staat voor Energiegevende Werkplekken, de A staat voor Agile Leiderschap, de R voor de Reis van de Medewerker en de T voor Technologie die voor je werkt.
Mes komt met talloze, aansprekende voorbeelden: van vergaderen in een ballenbak bij Coolblue en de ludieke smakenbegraafplaats van Ben & Jerry’s voor mislukte ijssmaken tot een meewerkende directeur van een grote schoenwinkelketen en een assessmentruimte in de vorm van een heuse escaperoom bij een grote bank. De praktijk wijst het volgens Mes uit: organisaties die gelukkige medewerkers hebben, zijn succesvoller, productiever en creatiever, bovendien zijn het verzuim en verloop lager. Niet onbelangrijk: een dergelijke organisatie heeft een grote aantrekkingskracht voor (jonge) talenten. Verversen Over jongeren gesproken: de kloof tussen generaties binnen bedrijven groeit, stelt organisatiepsycholoog en generatiespecialist Aart Bontekoning, de laatste spreker op het congres.
Gedateerde sociale processen nemen werkenergie weg
Jongeren hebben minder op met hiërarchie en vinden werkplezier belangrijker dan veel geld verdienen. Om de kloof te dichten is het noodzakelijk de bedrijfscultuur te verversen of te updaten, zegt Bontekoning. “Met een belangrijke rol voor de nieuwe generaties.” Organisaties vergrijzen, weet Bontekoning. De vergrijzing vergroot de kans dat jonge generaties vastlopen in ingesleten, verouderde routines waarin de oudste generaties lijken ‘gevangen’. Veel bedrijfsculturen lopen daardoor een ongewenst verouderingsrisico.
Zijn stelling: gedateerde sociale processen nemen werkenergie weg bij álle generaties. Met een door hem ontwikkelde generatiewerkaanpak helpt Bontekoning vergrijzende organisaties ‘te verversen´ en bij de tijd te blijven. Dat doet hij onder meer via interactieve masterclasses, generatieonderzoek en optredens met het generatietheater. Alle generaties hebben de potentie van binnenuit de eigen organisatie fris en bij de tijd te houden, zegt Bontekoning. Die potentie is te vinden in het gebied waar een generatie de meeste werkenergie van krijgt. “De toekomst van vergrijzende organisaties is afhankelijk van de jeugdigheid van álle generaties.”
Investeringen in scholing en gezondheid
Onderzoeker Daniël van Vuuren van De Argumentenfabriek weet het zeker: investeren in maatregelen rond duurzame inzetbaarheid levert de maatschappij, bedrijven en individuen veel rendement op. Denk aan investeringen in bijvoorbeeld scholing en gezondheid. “Sterker, we zitten op een goudmijn. De grote vraag is echter: hoe delven we het goud?” aldus Van Vuuren, tevens hoogleraar sociale zekerheid en economie aan de Universiteit van Tilburg.
Hij beet het spits af bij het Congres Betere bedrijfsresultaten door duurzame inzetbaarheid en presenteerde berekeningen waaruit bleek dat de economische meerwaarde van investeringen in potentie zeer hoog is. Dat geldt zelfs als je heel conservatieve aannames maakt, bijvoorbeeld dat de meeste werkenden niet zo gemotiveerd zijn voor scholing. Van Vuuren: “Stel, een doorsneebedrijf investeert 100 euro in duurzame inzetbaarheid, dan is de economische meerwaarde al gauw het dubbele daarvan. Het lóónt, de vraag is echter hoe we dit beleid precies vorm gaan geven. We weten namelijk niet zo goed welke interventies welk effect hebben. Met andere woorden: er is veel onontgonnen terrein.”
Bouw staat voor behoorlijke uitdaging
De bouw staat de komende jaren voor een behoorlijke uitdaging, weet ook Van Vuuren. Dat komt onder meer door de stijgende pensioenleeftijd, in combinatie met een gespannen arbeidsmarkt en een gigantische bouwopgave. Bedrijven zullen werk moeten maken van duurzame inzetbaarheid, zodat werknemers in de bouw gezond de eindstreep halen. Van Vuuren: “De langere tijdshorizon is een recente ontwikkeling. Iemand van 53 jaar had in de jaren negentig gemiddeld nog een jaar of zes te gaan, onder meer door de VUT. Nu heeft iemand van 53 nog een jaar of twaalf te gaan, dat is twee keer zolang. Anders gezegd: investeren in iemand van 53 jaar is aantrekkelijker geworden, want het levert meer rendement op.”
Meerdere strategieën voor duurzame inzetbaarheid
Volgens Van Vuuren zijn er meerdere strategieën voor duurzame inzetbaarheid: vaardigheden ontwikkelen die passend zijn bij het werk, focussen op mobiliteit van de werknemer (naar beter passend werk) en inhoudelijke aanpassing van het werk (vaardigheden werknemer). Van Vuuren: “Vooropgesteld: het is te simpel om te stellen dat de productiviteit van iemand afneemt naarmate hij of zij ouder wordt. Fysiek is dat misschien wel zo. Spiersterkte neemt af naarmate je ouder wordt, net als uithoudingsvermogen. Maar dat geldt niet voor cognitieve capaciteiten. Misschien moet je op een gegeven moment taken gaan herverdelen. Zet iemand van 60 jaar bij de receptie, in plaats van een 25-jarige.”
'Investeren in duurzame inzetbaarheid loont'
De urgentie van duurzame inzetbaarheid is bekend en neemt verder toe, maar er is hoop, concludeert Van Vuuren. “Investeren in duurzame inzetbaarheid loont. Op dit moment vindt veel onderzoek plaats, er zijn veel data beschikbaar, ook in de bouwsector. Nader onderzoek is hard nodig. Gelukkig is iedereen gemotiveerd om uit te vinden welke interventies het beste werken. Er is werk te doen!”
Dit artikel is gesponsord door Bouwend Nederland