Een televisie kopen van het individueel budget? Meer dan genoeg mensen in de bouw die het doen, weet ook George Raessens, vice-voorzitter Bouwend Nederland. Maar deze regeling – die in januari 2016 van kracht ging voor iedereen die werkzaam is in de bouw en infra – is daar natuurlijk niet voor bedoeld. Het individueel budget is vooral bedoeld als een investering in jezelf, zodat je gezond en gemotiveerd kan blijven werken. Tot je pensioen. Denk aan het bekostigen van een opleiding, het financieren van verlofdagen en, niet in de laatste plaats, te werken aan de gezondheid.
Regeling te vrijblijvend
Bij het opnemen van dit budget wordt door een werkgever echter niet getoetst waaraan het geld wordt besteed. Met andere woorden: het geld is vrij opneembaar. Werknemers zien het vooral als een extraatje. “De regeling is te vrijblijvend”, aldus Raessens. “Het is namelijk bedoeld voor duurzame inzetbaarheid. Dat betekent voor mij dat iemand gezond en veilig naar zijn werk gaat, er plezier in heeft en ’s avonds weer net zo gezond thuis komt. Geestelijk en lichamelijk fit blijven dus. Het zou goed zijn dat er pas wordt uitgekeerd als een werknemer kan aantonen dat het budget ook daadwerkelijk aan duurzame inzetbaarheid wordt besteed. Dat kan een opleiding zijn, maar ook een abonnement op de sportschool of een bezoek aan de diëtist. En geen televisie.
Vergelijk het maar met een bouwdepot: je moet de bank ook bonnetjes laten zien dat je het geld ook echt aan de verbouwing hebt uitgegeven. We moeten het anders organiseren, te beginnen met het creëren van bewustzijn. Veel mensen in de bouw hebben zwaar werk. Je ziet dat niet iedereen gezond en wel zijn pensioen haalt. Dat is niet alleen een economisch probleem en een productieprobleem, maar ook een sociaal probleem. Daar móeten we met z’n allen wat aan doen.”
Trots op hun vak
Tjeerd Willem Hobma, directeur van Volandis, is het met Raessens eens. “Mensen die in de bouw en infra werken, zijn in de eerste plaats trots op hun vak, dat is mooi om te zien. Op het gebied van veiligheid en gezondheid kun je echter geen concessies doen, het is wat mij betreft nu alle hens aan dek. Veel werknemers in deze sector hebben zwaar werk en kennen specifieke problemen. Een machinist heeft een grote verantwoordelijkheid voor de veiligheid van collega’s op de bouwplaats én zit zelf de hele dag. We weten dat zo iemand meer kans heeft op stress en hart- en vaatziekten. Van een betonstaalvlechter weten we dat hij bovengemiddeld meer last heeft van rug en knieën.
Verder speelt natuurlijk mee dat de pensioenleeftijd is gestegen. Mensen moeten langer doorwerken. Zeker in deze sector is dat makkelijker gezegd dan gedaan. We willen vakmensen dus met alle mogelijke middelen verleiden om fit en gezond te blijven, en hen inspireren om zich te blijven ontwikkelen. Sommigen hebben maar een klein zetje nodig, anderen intensieve begeleiding. En ze vragen er zeker niet altijd om. We hebben een missie.”
Werk maken van duurzame inzetbaarheid
Om het belang van die duurzame inzetbaarheid meer onder de aandacht te brengen, hebben Bouwend Nederland, Volandis en Vakmedianet/Cobouw de handen ineengeslagen. Het doel van deze missie: bedrijven in de bouw en infra stimuleren werk te maken van duurzame inzetbaarheid. Het geheel is meer dan de som der delen, zo is het idee: kennis- en adviescentrum Volandis en Bouwend Nederland, organisatie van bouw- en infrabedrijven, hebben hun eigen kanalen. Wanneer je die samenvoegt met de communicatiekanalen van Cobouw, bereik je nagenoeg de hele sector.
DIA-actieplan
Voor Volandis is de uitvoering van de Duurzame Inzetbaarheidsanalyse (DIA) een belangrijke activiteit. DIA – een gratis check-up van werk en gezondheid - wordt ook wel gezien als het PAGO met een plus. PAGO staat voor preventief medisch onderzoek door de bouwarts. De plus is een adviesgesprek met een DIA-adviseur dat resulteert in het persoonlijk DIA-actieplan voor de werknemer. Het is een moment om stil te staan bij je eigen leef- en werksituatie, waarbij je als werknemer inzicht krijgt in de mogelijkheden die er vanuit de sector zijn om veilig, gezond en met plezier te werken.
Elke vier jaar uitnodiging
In de cao Bouw & Infra staat dat iedereen recht heeft op de DIA. Vanaf je 20e jaar ontvang je elke vier jaar een uitnodiging. De DIA wordt door de sociale partners in de bouw en infra gezien als de nieuwe norm. Hobma: “De DIA is een goede manier om na te gaan hoe duurzaam inzetbaar iemand is. We doen er nu 13.000 per jaar, inclusief de extra 40+ en 52+ PAGO’s voor de oudere werknemers. Is het veel? Ja, maar niet genoeg. Het aantal groeit gestaag, maar niet hard genoeg.”
Raessens zegt dat de DIA geen doel op zich mag zijn. “Het gaat om het besef dat werkgevers en werknemers het belang van gezond en veilig werken inzien. Neemt niet weg dat de DIA een uitstekend middel is om daar aan te werken.”
Zetje in de rug
Hobma benadrukt dat Volandis geen DIA-fabriek wil zijn. “De DIA is een stukje van het verhaal, het is bedoeld als zetje in de rug. Een DIA heeft namelijk alleen effect als iemand ook daadwerkelijk zelf aan de slag gaat met de voorgenomen acties in het DIA-actieplan. Niet het DIA- adviesgesprek is het hoogste doel, maar een veilig, gezond en gelukkig leven. De DIA en tal van vervolgactiviteiten kunnen je er bij helpen.
Probleem is dat veel bouwvakkers onvoldoende het nut van deze preventieve aanpak inzien. Ze krijgen een uitnodiging en denken: ik ben toch niet ziek? Met name de jonge jongens tussen 17 en 25 die in het mkb werken zijn lastig te bereiken. Jonge, stoere bouwvakkers die denken dat ze alles aankunnen. We moeten er echt voor zorgen dat deze jonge talenten niet voortijdig uitvallen, en dat ook oudere vakbekwame vakmensen voor hun bedrijf en voor de sector behouden blijven.”
Broodje kroket
Raessens zegt dat een werkgever verschillende manieren heeft om een werknemer te attenderen op het nut van duurzame inzetbaarheid. “Het is lastig om een werknemer te wijzen op zijn of haar leefstijl, zoals roken of drinken. Je kunt als werkgever wél zorgen voor gezonde kantines. De tijd van alleen maar dat broodje kroket is voorbij.
Ik vind dat je een werknemer in sommige gevallen best mag aanspreken op zijn of haar leefstijl, bijvoorbeeld tijdens een functioneringsgesprek. Stel, iemand is echt zwaarlijvig, dan kun je zo iemand wijzen op een arts of diëtist. Zeg dat je hem of haar niet kunt dwingen, maar dat je het echt doet om te helpen. Zeg desnoods: wij betalen de rekening. Iemand die drie of vier keer per jaar een tijdje ziek is, kun je wat mij betreft ook benaderen. Mijn ervaring is dat er dan echt iets meer aan de hand is dan een griepje. Vráág er als werkgever naar, vraag of er meer aan de hand is en of je iets kunt doen of faciliteren.”
Legolisering
Door technologische ontwikkelingen ziet Raessens dat het werken in de bouw en infra gelukkig iets minder zwaar wordt. “Neem de introductie van bestratingsmachines, dat is echt een hele mooie ontwikkeling. Daarnaast zien we ook nieuwe ontwikkelingen zoals Legolisering, een mooie term voor conceptmatig en modulair bouwen. We moeten meer bouwen, de komende jaren. Ook prefab is een manier die het werken in de bouw lichter maakt.”
Bewustzijn creëren en mensen handelingsperspectief bieden
Bewustzijn creëren en mensen handelingsperspectief bieden, daar draait het de komende tijd om, vinden Raessens en Hobma. Zowel bij werkgevers als werknemers. ‘Werk veilig, houd plezier en kijk vooruit’, om de slogan van Volandis nog een keer aan te halen. Hobma: “Het is geen loze kreet. Met z’n allen kunnen we bedrijven en hun mensen aanmoedigen, verleiden en inspireren om met hun eigen duurzame inzet aan de slag te gaan. Zodat iedereen in de bouw en infra gezond de eindstreep haalt.”
Dit artikel is gesponsord door Volandis