“Als je meer dan 25 jaar forensisch onderzoek doet, pik je ze er snel uit, de fraudeurs, de profiteurs, de valsspelers”, zegt Sylvie Bleker, integriteitsprofessor aan de Vrije Universiteit en integriteitsadviseur bij PWC. “Ik ben als een vogeltje die met zijn pootjes op de grond stampt totdat de wormpjes door de prut omhoog kruipen. Woetssss, die pak ik.” De trucjes om de fraudeurs in de kraag te grijpen kan Sylvie Bleker dromen.
Bij Ballast Nedam deed ze het ook. Daar trad ze begin 2013 als compliance officer aan, nadat het bouwconcern eind 2012 een miljoenenschikking trof met het Openbaar Ministerie over het betalen van steekpenningen in Saoedi-Arabië en Suriname. “Ik was deel van de settlement. Niet iedereen stond te juichen bij Ballast Nedam dat ik kwam. En dan was ik ook nog eens vrouw. Ze dachten: ‘Dat wordt niks. Ik had dus een dubbele achterstand.”
Maar Bleker gaf geen krimp en waarschuwde het management van de bouwer. Ze kregen drie weken de tijd om al hun zonden op te biechten. “Ik weet niet of ik je vergeef, zei ik erbij. Maar als je niets zegt en ik daarna wat vind, ga je aan het gas... Dat is Rotterdams voor: dat het niet goed met je gaat aflopen. Ik vind niets zo leuk als boefjes pakken.”
Met pek en veren het bedrijf uitgezet
Als het vogeltje tript, worden sommigen zenuwachtig. Dan komen ze de kamer van Bleker in en proberen bijvoorbeeld een collega zwart te maken, merkte Bleker. “Het kwam voor dat ze met pek en veren uit het bedrijf werden gezet. Ze noemden mij bij Ballast The Green Mile.” Naar de film, waarbij gevangenen in hun dodencel hun straf moesten afwachten.
En dat terwijl Sylvie Bleker eigenlijk heel gevoelig is. “Mijn collega’s zeggen: je bent zo voorzichtig met ons.” Vorige week kwam haar zus om privé-redenen naar het kantoor van Bleker en hebben ze in een vergaderzaaltje gejankt. “We zijn allemaal mensen, de een is niet meer of minder dan de ander. Je status ontleen je niet aan geld of hoe we ons zakelijk tot elkaar verhouden. Nee, ik houd niet van zen en van wierookstokjes. Ik ben geen zweefteef, wel een realist. In de basis is iedereen gelijk. Maar er is wel een verschil tussen mijn en dijn”, vat ze haar drijfveren samen. Sinds de nieuwe paus is ze weer ‘Rooms’ Katholiek. “Maar mijn geloof is niet wie ik ben. Ik ben een Hegeliaanse Marxist met een dikke zweem Kant.”
Bleker was een keer uitgenodigd op een zomerbarbecue van een dochterbedrijf van Ballast Nedam.”Ik kom als Sylvie, niet als compliance officer”, had ze aangekondigd. Het was gezellig, er waren zangkoortjes, Johnny Cash klonk uit vele kelen, ook de hare. Ze lag in een deuk. “Maar wat mij heel veel pijn deed, is dat toen ik een jongen met tatoeages sprak en het vroeg wat voor werk hij deed en hoe het met hem ging, dat hij zei: ‘Je bent de eerste die dat vraagt.’ Niemand van het kantoor had hem ooit echt gesproken.” Ongelooflijk, vindt Bleker. “Je kan toch gewoon hallo zeggen. Er was een enorme afstand tussen het grondpersoneel en het kantoor. Niemand uit het kader die ooit een moersleutel heeft vastgehouden. Dat vind ik kwalijk. Echt kwalijk.”
Soms krijgen ze Mama is boos
Zo voorzichtig en menselijk Bleker is naar haar collega’s en vrienden, zo hard kan ze zijn als het om het aanpakken van integriteitschendingen gaat. “Soms krijgen ze Mama is boos.” Een rol die ze speelt. Ze moet wel bij haar forensische werk. Ook bij Ballast Nedam. “Ik had te maken met mannen die een wedstrijdje ver plassen deden. Er was veel negativiteit en heel veel druk vanuit de organisatie op mijn onderzoek. ‘Nu ben je wel klaar zeker?’, klonk het regelmatig subtiel.”
Ze zucht diep. “Het was zwaar. Ik heb tweehonderd integriteitsonderzoeken gedaan in krap twee jaar. Dat betekent trouwens niet dat er tweehonderd incidenten waren, maar ik moest iedere melding natrekken.”
Op een dag moest ze een man van tegen de 60 ontslaan. De zaak knaagde aan Bleker, ze nam het mee naar huis. “Ik ga zeggen dat hij ontslagen moet worden”, zei Bleker tegen haar vrouw. De Ballast Nedam-werknemer ging naar de hoeren op kosten van de zaak. Bleker kon alleen maar denken aan de vrouw van de fraudeur: “Kindje kindje, weet je wel naast wie je wakker wordt?”
De man kwam de volgende dag de werkkamer van Bleker in en probeerde te redden wat er te redden viel. “U kunt mij niet ontslaan”, zei hij streng.
“Geef mij een goede reden”, reageerde Bleker, die een inhoudelijk verweer verwachtte.
“Omdat ik het mijn vrouw niet kan vertellen”, zei de man.
Blekers geduld was op: “Geef mij nu de telefoon, dan leg ik het haar uit.”
De man vertrok en heeft ze nooit meer gezien.
Schoonheid van die verdomd mooie bouw
Terwijl ze de wormen één voor één uit ze zompige Utrechtse klei trok, kiemde er onverwacht een zaadje. Ze ging van de bouw en van Ballast Nedam houden. Het forensische onderzoek wisselde ze af met projectbezoeken. Om lucht te krijgen tijdens die zware onderzoeken. Maar ook om het bedrijf te leren kennen. Die geuren...het hout...de bitumen... Denkbeeldig snuift ze de aroma’s die rondhangen op de bouwplaatsen in het vergaderzaaltje van PWC met gesloten ogen nog eens op. Ze lijkt in hogere sferen te komen.
“Er zit heel veel schoonheid en enthousiasme in die verdomd mooie bouw”, zegt ze. “Maar er is heel weinig goodwill bij de mensen buiten de sector om dat te waarderen. We hebben het alleen maar over die negatieve uitschieters”, begint ze een tirade. De eeuwig terugkerende integriteitsschendingen en het daarop volgende “gezeik in de media”. Juist, daarom is haar werk zo belangrijk. Bleker maakt zich zorgen over de “legacy van de bouw” - al die mooie werken van Nederland in het buitenland, de bruggen, de metrolijnen de kunstmatige eilanden. Zelf zat ze een paar jaar geleden nog bibberend achter het stuur op de 16 kilometer lange Oresund-brug tussen Denemarken en Zweden. “Ik heb maar met één oog zicht, dus ik zie geen breedte. Maar als ik geweten had dat Ballast Nedam aan de brug gewerkt had, had ik er fluitend overheen gereden. Zoveel vertrouwen heb ik in het bedrijf.”
“Laat die erfenis niet kapot gaan”, gaat ze door. “Door de crisis is heel wat kennis en ervaring verloren gegaan. De duurste mensen zijn eruit gegaan, veel zijn ontslagen. Het toezicht is kwetsbaar geworden.” Vergeleken met het buitenland heeft Nederland minder aandacht voor een goed anti-fraudebeleid, blijkt uit een recent onderzoek van Bleker. “Je hoort in Nederland vaak: we kennen ons personeel, dat soort dingen gebeurt bij ons niet.”
Dat moet de bouwbedrijven, Bouwend Nederland en het ministerie toch aan het denken zetten. “Jongens, ga er nou eens anders over denken”, spoort ze de sector aan.
'Voor Theo Bruijninckx durf ik mijn hand in het vuur te steken'
Het was trouwens niet alleen maar fraude dat ze tegenkwam bij Ballast Nedam in Nieuwegein. Heel veel deugde. Dat zag ze al toen ze een vrouw in het bedrijf ontmoette die niet altijd vrouw was geweest. Ze werkte er al haar hele leven. “Daar doen ze blijkbaar niet moeilijk over”, constateerde Bleker tevreden.
Toen Bleker in 2014 vertrok - “Ik kon het niet meer aan” - had ze vriendschappen opgebouwd. “Nee, niet met het hoger management, maar met mensen daaronder. We hebben een app-groepje”, wijst ze naar haar telefoon.
Theo Bruijninckx, de toenmalige topman, werd geen vriend. Maar Bleker kon hem niet betrappen op missers. “Ik durf redelijk mijn hand voor hem in het vuur te steken. Hij is niet kwaadaardig.” Dat Bruijninckx bij de binnenkomst van Bleker nog bezweerde dat er geen “zwarte kas” bij Ballast Nedam te vinden was, wijt ze aan “naïviteit” van zijn kant. “Waar ijzerboeren zijn, bestaan zwarte kassen.”
Sinds de klus bij Ballast Nedam is ze niet meer gevraagd om een bouwbedrijf door te lichten. Jammer, vindt ze. ”Niemand heeft het aangedurfd.” Hoe dat kan, weet ze niet. “Ik ben een eng type, misschien schrikt dat af”, doet ze een gooi. Een andere oorzaak kan ook. Tijdens het onderzoek in Nieuwegein stuitte ze ook op misstanden bij “combinanten”, bouwers waarmee Ballast Nedam grote projecten uitvoerde. “Ik zei tegen hen: ‘Ik ga mijn deel opruimen en verwacht dat jullie je eigen deel opruimen. Of dat gebeurd is, weet ik niet.”
Integriteit bestond al ten tijde van de holbewoners
Als Sylvie Bleker aan de bouw denkt, dan denkt ze aan het gedicht De Pruimenboom van Hiëronymus van Alphen. Dat begint zo:
Jantje zag eens pruimen hangen,
O! als eijeren zo groot.
't Scheen, dat Jantje wou gaan plukken,
Schoon zijn vader 't hem verbood.
Hier is, zei hij, noch mijn vader,
Noch de tuinman, die het ziet:
Aan een boom, zo vol geladen,
mist men vijf zes pruimen niet.
“Zo is het in de bouw ook. In de bouw mist men zes stenen niet.” Door de grote voorraden van materialen is het lastig overzicht houden. Een zwarte kas is zo gemaakt. Volgens Bleker is fraude in de bouw vooral iets van vroeger, soms bijna een tweede natuur. “Mijn vader zat hoog in de boom bij Philips. Die kreeg een keer een mancave aangeboden met een aannemer erbij die het kwam bouwen. We spreken over jaren 60 en 70. Het was de tijd dat je met voorkennis een wedstrijd kon winnen.”
Nog steeds wordt materiaal in het weekend gebruikt bij privé-projecten. “Dit is hoe we het altijd doen”, hoort Bleker vaak. “Dat oude gedrag afleren is best moeilijk. Een gedragscode opschrijven of een cursusje opzetten helpt niet. Als ik hoor dat een ceo aankondigt dat hij een cultuurverandering gaat opzetten, dan denk ik: wat een lulverhaal. Wil je de cultuur veranderen, heb je een nieuwe generatie nodig”, is haar overtuiging.
“Niemand wil per se verkeerde dingen doen. Zo van: ik ga de boel eens vernaggelen”, zegt Bleker over integriteitschendingen. Dat het toch gebeurt, legt Bleker uit aan de hand van de fraudedriehoek, die als je het omdraait de integriteitsdriehoek is.
- Gelegenheid: Gelegenheid maakt de dief.
- Druk: Als er druk gevoeld wordt om mee te doen. De meeste druk komt van binnen de organisatie.
- Rationalisatie: De meeste gevaarlijke volgens Bleker. “De gekke eigenschap om alles wat we doen voor onszelf te willen rechtvaardigen. Durf dus als organisatie te zeggen: volgens mij kan dit een stuk beter.“
Integriteit hangt samen met gehoorzaamheid. Compliance bestond volgens Bleker al ten tijde van de holbewoners. Zij moesten zich organiseren om te overleven. Darwin noemt dit de “struggle for life.” De mens zal in de organisatie (stam) elkaar over en weer ondersteunen om zodoende gezamenlijk het voor ogen staande doel te bereiken. Darwin stelt volgens Bleker dat samenwerking een vorm van regering vereist en daarmee gehoorzaamheid.
Compliant gedrag hoeft ook niet per se goed gedrag te zijn, aldus Bleker. “De maffia is op haar manier een integere organisatie. Leden dienen zich te houden aan interne afspraken, de omerta, de zwijgplicht. Wie dat overtreedt, moet verwachten dat zijn dagen geteld zijn. Voor de momenten van zwakte die ieder mens – dus ook de leider – kent, heeft de organisatie dus een ethisch geweten met countervailing power nodig.”