Zwaarste lasten voor minst draagkrachtige bedrijven
Honderden miljoenen kosten beleidsmaatregelen op het gebied van arbeid en sociale zekerheid. Vooral het midden- en kleinbedrijf in de bouw zucht daaronder omdat de maatregelen onevenredig zwaar drukken op die bedrijven, blijkt uit berekeningen van het EIB in opdracht van de Aannemersfederatie en de ondernemersvereniging in de afbouw NOA.
Met name de AFNL heeft al eerder geageerd tegen de transitievergoeding zoals de Wet werk en zekerheid die invoert bij ontslag. Nu is er geen wettelijke ontslagvergoeding die in de bouw dan ook nauwelijks voorkomt. De maatregel mag leuk zijn voor banken, voor bouwers is het dus een regelrechte lastenverhoging die ook nog eens procyclisch werkt. Als de vergoeding nu al bestaan had, dan zou die de bouw in 2008 50 miljoen hebben gekost. In 2012 zou dat al 280 miljoen zijn geweest, aldus het EIB. Een aannemer met tien man personeel die als gevolg van de conjunctuur vier man moet ontslaan, is 35.000 euro kwijt.
Werkgeverslasten
Ook de transitievergoeding bij arbeidsongeschiktheid hakt erin. Nu bedragen de werkgeverslasten bij instroom in de WIA 240 miljoen, 93.000 euro per ingestroomde. Daar komt 30 miljoen per jaar aan transitievergoeding bij. Een optie is de bouw vrij te stellen van de vergoedingen hetgeen afhankelijk van de conjunctuur 80 tot 310 miljoen kosten bespaart. Maximeren van de vergoeding tot 3 respectievelijk 2 maandsalarissen bespaart 110 respectievelijk 140 miljoen.
Een wens is daarnaast de vervroeging van de zogenoemde sfb-status (structureel functioneel beperkt). “Dat kan een besparing opleveren voor bedrijven, maar het is sociaal-maatschappelijk nog veel belangrijker”, zegt AFNL-voorzitter Henk Klein Poelhuis. Mensen van wie duidelijk is dat die niet in hun oude werk terug kunnen komen, kunnen sneller vervangend werk vinden.