Blusgassysteem: eisen en aandachtspunten

Blusgassysteem: eisen en aandachtspunten

Welke eisen worden er gesteld aan een ruimte waar een blusgassysteem in moet worden geplaatst? En wat voor keuzes zijn er. Vragen waarmee een eigenaar en/of gebruiker kan worden geconfronteerd bij de aanschaf van een dergelijk systeem. Want het goed kunnen functioneren heeft gevolgen voor de bouwkundige constructie van de desbetreffende ruimte. Maar wat zijn deze consequenties, waar moet op worden gelet en hoe wordt bepaald dat het voldoet?

Een blusgassysteem wordt in veel gevallen aangebracht omdat in de betreffende ruimte een eventuele brand niet met water kan of mag worden geblust. Dat kan bijvoorbeeld zijn wanneer er kostbare of moeilijk vervangbare apparatuur is opgesteld. De schade als gevolg van bluswater is dan dusdanig dat het de bedrijfscontinuïteit in gevaar kan brengen. Een andere reden is bijvoorbeeld dat er brandbare (vloeistoffen) in de ruimte worden opgeslagen die niet met water kunnen worden geblust. Dit omdat bij een eventuele bluspoging met water de brand wordt verspreid of toeneemt.

De brandwerendheid van de ruimte

Het hebben van een blusgassysteem alleen is niet toereikend. Ook de bouwkundige constructie moet aan bepaalde eisen voldoen. Denk hierbij aan de eisen die worden gesteld met betrekking tot de brandwerendheid van de ruimte en de luchtdichtheid ervan.

De minimale eis voor de WBDBO waarde (Weerstand tegen Brand Doorslag en Brand Overslag), als bedoeld in de NEN 6068, bedraagt 60 minuten van binnen naar buiten en vice versa. Indien het blusgassysteem en een in de naastgelegen ruimte aanwezig blussysteem beiden van een inspectiecertificaat zijn voorzien, kan op basis hiervan een reductie worden gegeven in de WBDBO waarde van 30 minuten.

De luchtdichtheid van de ruimte

Als aan de hierboven vermelde WBDBO waarde wordt voldaan, wil dat nog niet zeggen dat de ruimte voldoende luchtdicht is. Bij inwerkingtreding van een blusinstallatie moet het verlies van blusstof naar aangrenzende ruimten worden voorkomen. De luchtdichtheid c.q. luchtdoorlatendheid van de ruimte is van belang om ervoor te zorgen dat het blusgas voldoende lang tot een bepaalde minimale hoogte in de ruimte blijft ‘staan’. Deze hoogte wordt de beschermde hoogte genoemd en kan bijvoorbeeld de bovenzijde van de computer/server zijn.

Een blusgas, met uitzondering van stikstof, is zwaarder dan lucht en zal na een blussing door aanwezige openingen in de omhulling van de ruimte naar buiten stromen. De tijd die verstrijkt vanaf het moment dat de blussing is uitgevoerd totdat de vereiste blusconcentratie op het niveau van de beschermde hoogte onder de ondergrens komt, wordt de ‘standtijd’ van het blusgas genoemd. Deze standtijd is doorgaans 10 minuten. Een eventuele herontsteking wordt dan voorkomen.

De standtijd is een belangrijk inspectiepunt tijdens. Immers het niet behalen van de vereiste standtijd heeft grote gevolgen. De standtijd kan op twee manieren worden bepaald:

  1. door middel van het uitvoeren van een proefblussing (lifetest) waarbij de blusconcentratie in de ruimte op diverse hoogten wordt gemeten;
  2. door middel van het uitvoeren van een doorfantest.

Bij een doorfantest wordt de te blussen ruimte door middel van een ventilator in de deuropening op onder- en overdruk gebracht, waarbij wordt gemeten hoeveel lucht er in of uit de ruimte lekt. Door middel van rook kunnen de lekkages inzichtelijk worden gemaakt. Omdat de meeste blusgassen zwaarder zijn dan lucht, zijn lekkages aan de bovenzijde van de ruimte het minst nadelig. De meetwaarden van de doorfantest worden in een computerprogramma ingevoerd. Er wordt meestal van het worst case scenario uitgegaan. (50 Procent van de lekkages zijn boven in de ruimte aanwezig en de andere 50 procent van de lekkages zijn onder in de ruimte aanwezig.) Op basis hiervan berekent de computer de standtijd van het blusgas.

blusgassysteemDe constructieve sterkte van de ruimte

De omhulling van de ruimte dient tevens te beschikken over een zodanig structurele/constructieve sterkte en integriteit. Dit om de thermische drukopbouw door een eventuele brand of de ingebrachte hoeveelheid van het blusgas te kunnen weerstaan. Bij een blussing kan afhankelijk van het type blusgas een over- en of onderdruk optreden. Deze drukken mogen uiteraard niet groter zijn dan de constructie van de ruimte kan weerstaan. Een constructeur bepaalt welke drukken toelaatbaar zijn. Vervolgens kan de blusgasinstallateur een berekening maken om de afmeting van een drukontlastvoorziening te bepalen. De drukontlastvoorziening bestaat uit een rooster of klep die meestal op een zo hoog mogelijke plaats in een wand wordt aangebracht. De drukontlastvoorzieningen mogen geen afbreuk doen aan de WBDBO eisen, en moeten bij voorkeur naar de buitenlucht uitmonden.

Resume, blusgassystemen zijn efficiënt in het bestrijden van een brand. Belangrijk hierbij is dat de installatie goed wordt afgestemd op het te beveiligen risico. Naast het blusgassysteem zelf is het van belang dat de bouwkundige constructie aan de noodzakelijke eisen voldoet om de werking van het blusgassysteem niet nadelig te beïnvloeden of zelfs teniet te doen. Normec FSS is geaccrediteerd om dergelijke blussystemen te beoordelen, zodat de gebruiker een goed beeld heeft van de status van de installatie. Dat geeft een wel zo veilig gevoel.

Interesse gewekt?

De missie van Normec Fire Safety & Security (FSS) is om Nederland optimaal brandveilig te maken. Het belang hiervan kunnen we niet genoeg benadrukken. Als u meer wilt weten over onze brandveiligheidsinspecties infomeren we u daar geheel vrijblijvend met plezier over. Neem hiervoor contact met ons op via e-mail, telefonisch 076-578 09 49 of bezoek onze website.