"Een betonconstructie is heel makkelijk te hergebruiken"

"Een betonconstructie is heel makkelijk te hergebruiken"

"Wat betreft duurzaamheid en circulariteit valt er in de bouw nog veel te winnen. Dat geldt ook voor beton. Want wij gebruiken de potentie van beton nog niet voldoende." Dit zegt coördinator Beleid & Regelgeving en adviseur Circulaire Economie Paul Ewalds van branchevereniging Betonhuis.

Hij benadrukt dat we beton veel beter moeten benutten dan we in het verleden hebben gedaan. “Beton is heel duurzaam. Het is onderhoudsvrij, je hoeft het niet te schilderen en het heeft een lange levensduur. Het Pantheon in Rome is eigenlijk het oudste betonnen gebouw. Dat staat al meer dan 2000 jaar. We moeten niet bouwen om het daarna te slopen,” vertelt Ewalds enthousiast.
De aanpak om de betonsector klimaatneutraal en circulair te maken, is vastgelegd in het Betonakkoord, een nationaal ketenakkoord van koplopers uit de cement- en betonindustrie, de sloop- en recycling industrie, de bouwsector en de overheid en opdrachtgevers. Om tot circulariteit in de bouw te komen moet volgens Ewalds vooral het ontwerp centraal worden gesteld. “De leden van Betonhuis leveren beton en zijn voor de toepassing altijd afhankelijk van het ontwerp. Met het uitvoeringsteam Circulair ontwerpen van het Betonakkoord is het Bouwwaardemodel ontwikkeld, waarmee een aanzet wordt gegeven tot circulair denken en ontwerpen. Alle ketenpartners kunnen vanaf de ontwerpfase eenvoudig deelnemen aan het circulair ontwerpproces en kennis inbrengen. Het laat in het geval van betonconstructies zien, hoe je moet denken om tot een adaptief, modulaire en losmakelijk ontwerp te komen met een veel langere levenscyclus,” legt hij uit.

Remontabel

Een betonconstructie is volgens Ewalds eigenlijk heel makkelijk te hergebruiken. “Daarvoor moet het een remontabele constructie zijn. Als je het in elkaar kunt zetten, kun je het ook weer uit elkaar halen. In de lineaire economie wordt een gebouw echter ontworpen voor de eerste gebruiker en voor de eerste functie. Na 50 jaar is het gebouw afgeschreven en moet je gaan breken. Maar als je de betonconstructie adaptief ontwerpt, zou je kunnen wisselen van functie. Van woning naar kantoor bijvoorbeeld, of andersom. Als je circulair ontwerpt houdt je al rekening met een tweede of misschien wel derde functie. Dan maak je optimaal gebruik van beton: dat gaat zeker 100 tot 150 jaar mee. Benut de technische levensduur van beton, dat heeft een enorm effect op de CO2-uitstoot en circulariteit.”

Een ontwerp zou dus idealiter gebruik moeten maken van de levensduur van materialen. Ewalds: “Hoe langer de levensduur is die je kunt realiseren, hoe duurzamer het is. Want je spaart een keer nieuwbouw uit. Dat scheelt weer in CO2-uitstoot. Maar de praktijk is weerbarstig. Wij zitten in een financieel systeem van
afschrijvingen. We moeten dus opdrachtgevers en architecten op andere gedachten brengen. Want naast beton zijn er bijvoorbeeld installaties die een bepaalde levensduur hebben en vaker vervangen moeten worden. Het is een uitdaging voor de hele bouwketen.”

Als je kijkt naar de huidige stand van zaken gaat het dan ook voornamelijk over het eind van de levensduur en dus recycling, de betonreststroom. “Er wordt nu 10 procent gerecycled in nieuw beton. De rest wordt elders hergebruikt. Dat lijkt weinig, maar vóór het Betonakkoord was dit vijf procent en in Duitsland is het in percentage veel lager. Dus Nederland doet het best goed en is koploper in Europa. Af en toe staat echter tegenstrijdig beleid in de weg. Nederland heeft duurzaamheid en circulariteit altijd apart aangestuurd maar om naar een circulaire economie te gaan, moet dat integraal in beleid worden meegenomen. Het Betonakkoord stelt dat betonreststromen uit de gebouwde omgeving hergebruikt moeten worden in nieuw beton en dat gebeurt dus steeds meer. De eerste voorbeelden zijn er al, zoals bij RWS. De wil is er om betonrestromen 100 procent te hergebruiken in nieuw beton,” legt Ewalds uit.

Zuivere betonreststromen

Er zijn echter twee grote uitdagingen die het hergebruik van de betonreststromen in nieuw beton in de weg staan. “Wij hebben het liefst zuivere betonreststromen, maar hoe je sloopt heeft invloed op de kwaliteit van de reststromen. Bij sloop en recycling is nu nog twee procent verontreiniging toegestaan. Maar dat maakt het materiaal gelijk ongeschikt voor zichtbeton, zoals betonvloeren. Dat betekent dat er meer selectief gesloopt zou moeten worden, maar dat is duur. Dat is uitdaging één. Circulair ontworpen gebouwen en constructies zijn goedkoper om te hergebruiken, demonteren of selectief te slopen en te recyclen.”
Uitdaging twee is om recyclers andere producten te laten vervaardigen. “Er wordt verdiend aan secundaire grondstoffen. Recyclingbedrijven stemmen hun productie nu af op het huidige gebruik. Er wordt daardoor voor 90 procent fundatiemateriaal voor de weg vervaardigd omdat daar vraag naar is. Met andere woorden: recycling is nog afgestemd op een andere hergebruik dan beoogd.”

Om de uitdagingen in de keten op te pakken werkt Betonhuis samen met de overheid en de bouw, zoals slopers en recyclers. Of met de TU Delft, waar onderzoek wordt gedaan naar een methodiek om betonconstructies voor de sloop te kunnen beoordelen op kwaliteit. Ewalds: “Door te slopen constructies te scannen is te zien welke kwaliteit betonreststromen daar uit te halen zijn. Slechte kwaliteit betongranulaat is dan bijvoorbeeld alleen toe te passen als fundatiemateriaal. Beter is het dan om deze slechte kwaliteit te breken tot zand en grind. Daar kun je weer elke kwaliteit beton van maken. Daarmee is beton als materiaal volledig circulair en voor 100 procent her te gebruiken. Als we het willen, dan kan het. Daarvoor moet alleen het lineaire denken losgelaten worden.”

Dit artikel is gesponsord door Betonhuis.