Ronald Schleurholts
architect / eigenaar architectenbureau cepezed
architect / eigenaar architectenbureau cepezed
Bij ons op het bureau hebben we het vaak grappend over gebouwen die 'lijden' aan architectuur. Daarmee bedoelen we doorgaans gebouwen met bijvoorbeeld scheve bouwblokken, golvende luifels, willekeurige materiaalovergangen en bovenal een modieuze vormentaal die in korte tijd gedateerd is. Het postmodernisme en deconstructivisme zijn voorbeelden van trends uit de afgelopen decennia die inmiddels verouderd en zo goed als verdwenen zijn.
Vaak ben ik op deze plek kritisch over het algemene kwaliteitsniveau in de bouw. Aansluitend zijn mijn stukjes dikwijls pleidooien voor een hogere kwaliteit en manieren om die te bereiken.
Van alle academische techniekopleidingen was bouwkunde al nooit de studie waarmee het meeste geld te verdienen was. Maar momenteel is er in de architectuur wel iets heel bijzonders aan de hand: de startsalarissen van TU-ingenieurs bouwkunde liggen steeds lager.
Om tot een structureel hogere kwaliteit van het product 'woning' te komen, is ons bureau al sinds de oprichting in de jaren '70 bezig met verschillende slimme woningbouwsystemen op basis van industriële, geprefabriceerde elementen. Door de jaren heen hebben we diverse prototypen ontwikkeld en gebouwd, maar tot grootschalige toepassingen is het tot nog toe nooit gekomen.
Heeft u hem weer opgetuigd, de kerstboom? Jaarlijks sleept Nederland zo'n 2,5 tot 3 miljoen kerstbomen naar zijn huizen en gebouwen. Feestelijk natuurlijk, maar toch ook weinig duurzaam, zo'n stukje langzaam stervend groen thuis. In het beste geval krijgt een pierig boompje nog levensverlenging in de tuin, maar meestal wordt het uiteindelijk gewoon het GFT of de brandstapel. Eenzelfde lot maar in een ander tempo wacht de gemiddelde kantoorficus of -sanseveria, die na trouwe dienst veelal vergeeld en verstoft een onopgemerkt einde vindt. Wat we aan natuur onze gebouwen op en in brengen, delft zo vrijwel standaard het onderspit.
Dé dramaserie van het moment is Stranger Things op Netflix, een mengeling van suspense, science fiction en jaren-tachtig-nostalgie. Al twee seizoenen ontwikkelt het verhaal zich rond de alledaagse werkelijkheid en een parallelle upside down-wereld die ogenschijnlijk hetzelfde is, maar waarin heel andere, duistere natuurwetten gelden.
In de catchy gangsterfilm Pulp Fiction uit 1994 staan de karakters Vincent Vega (John Travolta) en Jules Winnfield (Samuel L. Jackson) op zeker moment voor een acuut en dramatisch probleem. Door een hobbel in de weg schiet Vega per ongeluk hun gijzelaar door het hoofd, waardoor hun auto op klaarlichte dag plots besproeid is met brein, bloed en schedelbeen. Enter The Wolf, een memorabele bijrol van Harvey Keitel. The Wolf is de ultieme problem-solver-to-call, die de penibele situatie met straffe hand efficiënt en doelmatig gladstrijkt.
Sinds een aantal jaar woont de mensheid grotendeels in stedelijk gebied, waar alles altijd snel gaat. Grootschalige urbane smeltkroezen zijn immers aanjagers van ontwikkeling en innovatie; het is in de steden waar invloeden op alle terreinen en uit alle windstreken samenkomen, botsen en onder hoge druk tot nieuwe gedachten, ideeën en creativiteit leiden.
Bij ons op kantoor doet zich momenteel een kleine geboortegolf voor; beschuit met roze of blauw is inmiddels wekelijkse kost. Of dit een teken is van hersteld consumentenvertrouwen, het resultaat van een groeiend personeelsbestand of gewoon een toevallige samenloop van omstandigheden, laat zich vooralsnog raden.
De Nederlandse poldercultuur is zowel beroemd als berucht. Een veelheid aan betrokkenen zoekt hierin tijdens lange vergaderingen eindeloos naar consensus, om die in een volgend overleg nog eens uitgebreid te heroverwegen. De methodiek is vermaard geworden vanaf de jaren tachtig, maar gaat terug tot aan de middeleeuwen.