SBB
Wat doe je als de champagne koud is gezet nadat een lucratieve opdracht aan jouw bedrijf voorlopig gegund is, en je krijgt vervolgens te horen dat die opdracht toch naar een ander gaat?
Uit het Grossmann-arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen volgt, dat van een inschrijver mag worden verwacht, dat hij zich proactief opstelt bij het uiten van bezwaren in de aanbestedingsprocedure. Het liefst in een zo vroeg mogelijk stadium, zodat de aanbestedende dienst eventuele onregelmatigheden kan corrigeren. Doet de inschrijver dat niet, dan verspeelt hij daarmee het recht om dat in een later stadium alsnog te doen.
Op 17 april jl. werd door een zestal bouwbedrijven en het bestuur van Stichting Accolade een overeenkomst in het kader van het Resultaat Gericht Samenwerken getekend. Niets nieuws onder de zon zou men denken, aangezien het door Aedes en OnderhoudNL ontwikkelde RGS-model in de praktijk veelvuldig wordt toegepast. Toch is hier wel iets bijzonders aan de hand. Er werd namelijk een afwijkende vorm van garantstelling tussen partijen overeengekomen. Wat was daarvoor de aanleiding en waaruit bestaat die bijzondere garantstelling?
Aanbesteden blijft lastig, vooral in de precontractuele fase. Wanneer is er sprake van een (definitieve) gunning? Is binnen de termijn waarvan de inschrijver heeft aangegeven zijn prijsaanbieding gestand te doen daadwerkelijk opdracht verleend? Zo neen, dan is de inschrijver niet gebonden aan die prijs.
Er vindt een niet-openbare aanbesteding plaats met als doel een DBM-overeenkomst met een opdrachtnemer te sluiten voor het ontwerp, de uitvoering en het onderhoud van een rioolwaterzuiveringsinstallatie.
De Hoge Raad wees recentelijk een interessant arrest in een kwestie, waarbij onder andere de vraag was in hoeverre de Aanbestedingswet zijn schaduw vooruit heeft geworpen. Of anders gezegd qua normstelling al van toepassing moet worden geacht, vóór de inwerkingtreding op 1 april 2013.
Woningcorporaties zijn gezamenlijk de grootste verhuurders in ons land. Wanneer zij woningen verhuren, moeten zij instaan voor gebreken. Ook voor verborgen gebreken. Het Burgerlijk Wetboek (BW) bevat zelfs een gebrekenregeling voor huurders en verhuurders. Tegen een huurder, die bij de bezichtiging van een woning een gebrek over het hoofd heeft gezien, kan niet worden gezegd "jammer, u bent te laat, los het nu zelf maar op". Ook dan zal de verhuurder dat gebrek netjes herstellen.
Men neme twee geschillen, één betreft een private aanbesteding, waarbij de aanbesteder licht is afgeweken van de in de aanbestedingsstukken geschetste beoordelingssystematiek, door deze praktisch in te vullen. Er werden eerst door de afzonderlijke juryleden cijfers gegeven, die vervolgens zijn gemiddeld. In het beoordelingsprotocol stond echter dat de juryleden in gezamenlijk overleg unaniem tot één definitief cijfer moesten komen. Dat zou tot een (heel?) ander cijfer kunnen hebben geleid.