'Dit is de weg naar een afvalloze bouwplaats'

In totaal verwerkt Renewi 11 miljoen ton afval per jaar. Daarvan krijgt bijna 64 procent een nieuw leven. Vooropgesteld: het waste-to-productbedrijf is zeer hoopvol als het gaat om verduurzaming in de bouw. “Ik ben een optimist en geloof in de transitie naar een circulaire economie”, zegt Marc den Hartog, managing director Nederland bij Renewi. “Maar we kunnen het niet alleen, we moeten het echt samen doen.”

Circulair bouwen

Den Hartog verwijst naar de nauwe samenwerkingen met bouwbedrijven en de toeleveranciers van bouwmaterialen die zich steeds meer bezighouden met de terugwinning van materialen en met concepten rond circulair bouwen. ‘’Wij werken samen met bouwbedrijven die een grote maatschappelijke betrokkenheid tonen en zich hard willen maken voor een duurzame samenleving.”

Afvalloze bouwplaats

Den Hartog vervolgt: ”We kijken ook naar ‘de voorkant’: hoe krijg je minder afval? Het streven is een afvalloze bouwplaats. Daarnaast wordt onder meer gekeken naar efficiëntere vervoersbewegingen van en naar bouwlocaties. Zo wordt bijvoorbeeld verpakkingsafval al verzameld op een hub, in plaats van op de bouwplaats zelf. Ook wordt vrijgekomen bouwafval via het water afgevoerd. Het doel: minder vrachtwagenbewegingen, minder emissie."

Totaaloplossing

Van hout, puin, folie en (vele soorten) plastic tot steen- en glaswol, beton en pvc: er zijn vele soorten bouw- en sloopafval. Renewi biedt een totaaloplossing voor elk bouwproject, waarbij alle voorkomende afvalstromen worden ingezameld. Renewi beschouwt afval als een waardevolle bron van grondstoffen. Van betonpuin wordt bijvoorbeeld granulaat gemaakt dat opnieuw wordt gebruikt bij de aanleg van wegen, de bouw van civiele werken of als grondstof voor nieuwe betonproducten. En zo wordt hout hergebruikt in de productie van nieuwe spaanplaat.

Steenwol is circulair

“Steenwol is ook een mooi voorbeeld van circulariteit”, vertelt Den Hartog. ”Wij zorgen er voor dat steenwol dat bij de sloop van een gebouw vrijkomt, apart wordt ingezameld. Vervolgens sorteren wij de steenwol op kwaliteit. Uiteindelijk gebruikt de producent van steenwol het weer in het eigen productieproces.”

Compacte ruimtes

Den Hartog erkent dat het op een bouwplaats vaak lastig kan zijn om afval te scheiden. "Er wordt veel op compacte ruimtes gebouwd, vooral in steden. Daar is vaak geen plek om eindeloos veel containers neer te zetten. Afval scheiden kan heel goed, als je het maar goed met elkaar afstemt. In welke fase van de bouw komt welk soort afval vrij? Bij ruwbouw komt ander afval vrij dan bij afbouw. Het is wel belangrijk dat iedereen zich bewust is van het belang van afvalscheiding.’’

Stimuleren om beter te scheiden

En met die bewustwording zit het best goed, weet Den Hartog uit eigen ervaring. Hij bezoekt met enige regelmaat collega’s op de werkvloer. Mensen op de bouwplaats weten precies wat er speelt en waar de knelpunten liggen. ‘’Het valt me op dat zij vaak hele goede ideeën hebben over het scheiden van afval. We doen het goed, maar het kan nog beter. De overheid zou hierin een meer stimulerende rol mogen spelen. Laten we een voorbeeld nemen aan Vlaanderen: daar mag je materialen die recyclebaar zijn, niet langer verbranden. Ik pleit in Nederland ook voor een dergelijk verbod, want daardoor stimuleer je echt iedereen om beter te scheiden en meer materialen geschikt te maken voor hergebruik.”

Goede stappen

Den Hartog ziet dat de bouwwereld al goede stappen maakt om duurzamer te worden. Iedereen is zich er ondertussen van bewust dat er minder gebruik moet worden gemaakt van primaire grondstoffen, dat de uitstoot van CO₂ omlaag moet en dat de hoeveelheid restafval omlaag moet. De sector streeft bovendien naar meer energiezuinige woning- en utiliteitsbouw en energiebesparing in de bestaande gebouwde omgeving. Er wordt steeds meer gebouwd volgens certificeringen als BREEAM en ISO, waarbij gebouwen op een aantal onderdelen op het gebied van duurzaamheid worden gewogen. Afval is daarbij een belangrijk component.

Zero waste als doel

Renewi wil bouwbedrijven helpen om de ambitie van zero waste te realiseren, zegt Den Hartog. Hoe? Door bijvoorbeeld een afvalscan te laten maken. “Dat doen we al in andere branches, zoals de automotive, ziekenhuizen en onderwijsinstellingen. Bij zo’n scan kijken we naar de verschillende afvalstromen, hoe je beter kunt scheiden en eventueel verpakkingen kunt elimineren. Wij hebben specialisten in dienst die de afvalstromen bij een bedrijf inzichtelijk maken en vervolgens heel gericht sturen.”

Afvalcoaches

Renewi detacheert ook afvalcoaches, die samen met medewerkers aan de slag gaat om een betere afvalscheiding te realiseren. “Als het nodig is, worden containers binnenstebuiten gekeerd, om zo een beter inzicht te krijgen. Wij zien veel kansen om ook bij bouwbedrijven een afvalscan te maken en daarmee de hoeveelheid restafval terug te dringen.”

Samenwerking is cruciaal, benadrukt Den Hartog. “Renewi is als waste-to-productbedrijf een belangrijke schakel in de keten, maar we kunnen het niet alleen. Vind ons, vind elkaar. De bouw is een mooie branche: concreet en tastbaar, midden in de maatschappij. Graag ga ik met bouwers rond de tafel zitten. We zijn op de goede weg, maar het kan beter.”

Altijd dichtbij

Renewi verwerkt in Nederland jaarlijks zo’n 7 miljoen ton afval per jaar. Daarvan wordt 63,6 procent gerecycled, wat het hoogste percentage in de markt is. Het credo luidt: afval bestaat niet. Daarom spreken medewerkers steeds vaker over grondstof in plaats van afval. In Nederland heeft Renewi drieduizend.000 medewerkers en zo’n vijftig vestigingen, waarmee het een landelijke dekking biedt en klanten altijd lokaal kan bedienen.

Het bedrijf investeert flink in moderne sorteerlijnen, zero waste-advies en is naar eigen zeggen een voorloper op het gebied van de inzet van emissieloze inzamelvoertuigen voor bouw- en sloopafval. Het resultaat van het werk is minder afval en vervuiling, slimmer (her)gebruik van schaarse grondstoffen en een vermindering van de CO2-uitstoot.

Dit artikel is gesponsord door Renewi.