Renovatie van de Van Brienenoordbrug in Rotterdam

Omdenken is Arup, het ingenieursbureau met Britse roots, niet vreemd. Dat kwam goed van pas bij het ontwerp van de aanstaande renovatie van de Van Brienenoordbrug. Hoe meer het onderzoek naar de staat van de brug vorderde, hoe duidelijker werd dat renovatie 'in het verkeer' niet de levensduurverlenging zou opleveren die de ingenieurs voor ogen hadden. Binnen het team van RWS, Arup en RoyalhaskoningDHV ontstond het plan om de hele brug - lange tijd de grootste boogbrug van Europa en de drukste brug van Nederland - op te pakken en te verplaatsen naar een werf om de brug daar op te knappen.

En het wordt nog iets avontuurlijker, want de brug oppakken en op een werf renoveren, is maar de helft van het verhaal. De Van Brienenoordbrug bestaat uit twee vaste delen: de oostbrug uit 1965 en de westbrug die er begin jaren negentig naast is geplaatst. De westbrug, waarmee de opdracht voor het ingenieursbureau begon, is de jongste brug – hiervan moet het dek worden vervangen. Deze brug wordt gerenoveerd en teruggeplaatst op de fundering van de oostbrug. Op de fundering van de westbrug komt een nieuwe brug. Voor de oostbrug wordt nog een nieuwe bestemming gezocht.

De Van Brienenoordbrug in de A16 over de Nieuwe Maas is een icoon”

Rotterdam houdt zijn icoon

“Het uiterlijk van de nieuwe brug blijft nagenoeg hetzelfde, maar onderhuids wordt alles anders”, zegt Daan Tjepkema, ontwerpleider vanuit Arup. “De Van Brienenoordbrug in de A16 over de Nieuwe Maas is een icoon”, vult Sabine Delrue, director bij Arup en projectleider techniek op het project, aan. “Voor veel Rotterdammers betekent de brug thuiskomen. Daarom wilden we het karakter van de brug behouden.”

Opknappen in een brughospitaal

De werkzaamheden vinden plaats van 2025 tot 2027. Gedurende vrijwel de gehele periode blijven er twee bruggen beschikbaar voor het verkeer. Alleen als een brug wordt omgewisseld, moet het verkeer het even met één brug doen. Tijdens het eerste wisselmoment maakt de westbrug plaats voor een nieuw gebouwde brug. Tijdens het tweede wisselmoment wordt de oude oostbrug weggenomen en wordt de gerenoveerde westbrug op de pijlers van de oostzijde geplaatst. Dankzij deze doorschuifoplossing blijft grote verkeershinder beperkt tot slechts enkele weken per keer.

Renoveren op een werf – Tjepkema spreekt van een ‘brughospitaal’ – is bovendien veiliger voor de medewerkers. Ook lukt het op deze manier wél om de hogere kwaliteit te behalen waarnaar de ingenieurs streefden: terwijl eerdere berekeningen van renovatie ‘in het verkeer’ met moeite slechts een levensduurverlenging van dertig jaar opleverden, reikt de levensduur van het huidige ontwerp tot wel honderd jaar.

Hoge eisen aan samenwerking

Een gedegen voorbereiding is voor de complexe operatie met hoog precisiegehalte essentieel, iets wat Tjepkema al merkt bij de ontwerpfase: “De onderlinge afstemming tijdens het ontwerp is de grootste uitdaging in combinatie met de complexiteit. Alleen al voor het rijdek zijn er zo’n twintig parameters waar we rekening mee moeten houden. Je vindt een oplossing voor het ene probleem en elders plopt een nieuw probleem op. Maak je de brug bijvoorbeeld zwaarder, dan kan het team dat de uitwisseling van de brug berekent, opnieuw beginnen.” Ook in de uitvoeringsfase – de marktconsultatie is dit najaar en de aanbestedeing start begin 2022 – wordt de onderlinge afstemming cruciaal.

De keuze om een brug niet te vernieuwen maar te renoveren is een belangrijke sprong naar een circulaire economie”

Circulair

Zowel bij Rijkswaterstaat als bij de betrokken ingenieursbureaus Arup en Royal Haskoning-DHV was een sterke wil aanwezig om de Van Brienenoordbrug op een duurzame manier op te knappen. Dat heeft geleid tot de huidige keuzes: twee nieuwe bruggen bouwen is wellicht overzichtelijker, maar vanuit de duurzaamheidsgedachte had renoveren sterk de voorkeur. Delrue: “Je kunt duurzaamheid zoeken in de kleine dingen, zoals verlichting en een energiezuinige oplossing voor het beweegbare brugdeel. Maar je kunt ook groot denken. Bij de Van Brienenoordbrug wordt het overgrote deel van het materiaal hergebruikt: zo’n 3.000 ton staal. Daarbij gaat het om hergebruik op het hoogste niveau: het staal van de brug blijft een brug en de bestaande funderingen worden hergebruikt. Dat is een fundamenteel andere gedachte dan recyclen, waarbij objecten uit elkaar worden gehaald of materialen worden omgesmolten en een toepassing krijgen in een ander product, waarvoor veel energie nodig is.”

Wie durft?

De aanpak van de Van Brienenoordbrug heeft de potentie voor navolging. Zo is een doorschuifoptie goed denkbaar voor de vele bruggen over kanalen. Een snelwegbrug kan wellicht een tweede leven krijgen als brug in een provinciale weg. Zeker bij grote objecten als bruggen en viaducten kan anders denken het verschil maken. “De keuze om een brug niet te vernieuwen maar te renoveren is een belangrijke sprong naar een circulaire economie”, stelt Delrue. Opdrachtgever van het project is Rijkwaterstaat. Arup en Royal HaskoningDHV werken samen als Managing Contractor aan het project, waarbij Arup het technisch ontwerp verzorgt.

Dit artikel is gesponsord door Arup.