BIM-modelleurs krijgen nog al wat voor hun kiezen. De ene software-update is nog niet verwerkt, of de volgende staat alweer voor de deur. En kon de modelleur zich vroeger nog een dagje rustig terugtrekken achter zijn computer of tekentafel, tegenwoordig communiceert de BIM-modelleur voortdurend over het bouwontwerp met architecten, installateurs, constructeurs en andere partners in het BIM (Building Information
Model). Het bijspijkeren van deze technische kennis en communicatieve vaardigheden is niet iets wat iedereen even makkelijk zelf kan. Professionele bijscholing kan dan helpen.
BIM-kennis blijven updaten
Hoe snel is BIM-kennis eigenlijk verouderd? Daar heeft Kaak vanuit zijn werk goed zicht op: “Dat gaat heel snel. Modelleurs bij BAM die samen met mij aan een project werken, hebben een paar jaar geleden een basiscursus Revit gehad. Maar die kennis zijn ze vaak grotendeels kwijt op het moment dat ze op een BIM-project worden gezet. Ze kunnen het programma dan nog net opstarten of schakelen tussen views. De basisbeginselen kennen ze dan nog wel, maar wil je net dat slagje dieper, dan haken ze af. Het probleem is dat ze soms een paar Autocadprojecten achter elkaar hebben. En als ze dan ineens een BIM-project moeten trekken, in Revit dus, dan weten ze niet hoe dat moet. En dan kan je eigenlijk weer helemaal bij het begin beginnen en ze weer stukje bij beetje de kennis bijbrengen.”
YouTube als leerschool
Autocad zal op de niet al te lange termijn verdwijnen, denken Tijhof en Kaak. Zo heeft BAM onlangs het voornemen uitgesproken om standaard te werken met BIM, tenzij anders geëist. In dat geval kan worden teruggeschakeld naar Autocad. En ook steeds meer opdrachtgevers verplichten aannemers om te werken met BIM. Maar ook als modelleurs wél al geregeld met Revit werken, dan nog raakt hun kennis snel verouderd, zegt Tijhof: “Revit komt namelijk elk jaar met een nieuwe versie. Komende maand komt bijvoorbeeld de versie voor 2017 al uit. Daar zitten weer allerlei nieuwe features in ten opzichte van de vorige release. Die maken het werken efficiënter, maar het leidt er wel toe dat de kennis die je nu hebt snel al weer verouderd is. Op het moment dat je niet continu met de applicatie aan de gang bent en blijft, is het lastig om je kennisniveau op peil te houden.” De kennisoverdracht van Revit en add-ons als MagiCAD werkt bij TRACÉ als een tweetrapsraket. ITANNEX zorgt er met trainingen voor dat de professionals van TRACÉ op de hoogte zijn van alle ins en outs van de verschillende BIM-programma’s. Die professionals dragen op hun beurt hun kennis bij de bouw- en installatiebedrijven over aan de modelleurs. Overigens is ITANNEX zeker niet de enige bron van nuttige BIM-informatie, zegt Kaak. “Ik leer heel veel van filmpjes op YouTube of op speciale BIM-blogs. Als ik iets niet weet, dan kan ik het daar meestal wel vinden.”
Bijscholing afstemmen
Maar hoe kom je er eigenlijk achter of een werknemer bijscholing nodig heeft? Kaak: “Modelleurs komen meestal vanzelf bij mij als ze ergens tegenaan lopen. Sommigen niet. Maar die lopen vanzelf tegen de lamp als ze het tempo niet kunnen bijbenen.” De ene modelleur is de ander niet. De een is net begonnen met werken in een BIM. De ander werkt er al jaren mee. “Op basis van hun niveau ga je ze ondersteunen. Iemand die al drie jaar met Revit werkt kan je in principe een protocol geven en dan gaan ze aan de slag. Iemand die net de cursus heeft gehad, begeleid je stapje voor stapje.” Er komt altijd een moment dat zelfs de ervaren Revit-modelleur tegen zijn beperkingen aanloopt. Bijvoorbeeld als er in het bouwproject een bepaald detailniveau (Level Of Detail, LOD) is afgesproken, waar de modelleur nog niet eerder mee bezig is geweest. Kaak: “Als die BIM-doelen ambitieus zijn, dan ga je meer beroep doen op de verschillende functionaliteiten die de software te bieden heeft. Het kan zijn dat een ervaren modelleur die functionaliteiten toch nog niet allemaal kent.” Maar hoe goed iemand ook zijn best doet, de ontwikkelingen in BIM gaan zo snel, dat álles willen weten eigenlijk geen optie meer is. “Je zal daarom steeds meer gaan zien dat modelleurs een eigen specialisatie krijgen.”
Meetpunten benoemen
Ondanks alle goede bedoelingen zullen er altijd modelleurs zijn die bijscholing niet zien zitten, omdat ze tevreden zijn met de manier waarop het nu gaat en de veranderingen liever aan zich voorbij laten gaan. Zij blijven bijvoorbeeld hangen op Autocad en zullen Revit links laten liggen. “Er zullen altijd modelleurs zijn die niet met hun tijd mee willen,” beaamt Kaak. “Die zullen dus op een gegeven moment ingehaald worden door anderen. Dat zijn vaak de wat oudere werknemers, die al verschillende veranderingen hebben meegemaakt en zij willen of kunnen nu niet nóg een keer omschakelen. En van hen kan je dat ook niet meer verwachten.” Tijhof vult aan: “Dat gaat goed tot het moment komt dat een bedrijf opdrachten gaat verliezen omdat ze bepaalde projecten niet meer kunnen uitvoeren. Dan zullen ze moeten kijken welke stappen ze moeten ondernemen.”
ITANNEX-adviseur Tijhof ziet bij de opleidingen van de werknemers een belangrijke rol weggelegd voor het management. Daar moet aandacht voor opleidingen en bijscholing structureel worden aangepakt: “Ik wil organisaties adviseren een aantal meetpunten in te stellen gedurende het jaar. Dan krijg je goed zicht op het kennisniveau binnen de organisatie. Dan wordt het voor een organisatie ook inzichtelijk op welk vlak er eventueel moet worden opgeschaald met kennis.”
Kleine en grote BIM
Er wordt wel eens onderscheid gemaakt tussen little BIM en big BIM. Big BIM betekent dat alle partners in de bouwkolom meewerken aan het BIM, in tegenstelling tot little BIM, waarbij BIM vooral intern wordt gebruikt. Bij big BIM (eigenlijk kan je little BIM geen echt BIM noemen) gebruiken alle partners dus een programma als Revit, of bijvoorbeeld Tekla, Adomi of Allplan, dat dan via het IFC-formaat met de partners kan worden uitgewisseld. Maar nog niet alle partners in de bouwkolom zijn even ver. De bouwsector startte vlak na het millennium al met BIM, terwijl de installateurs pas tien jaar later aanhaakten en nu dus nog maar vijf jaar bezig zijn met bimmen. Dat betekent ook dat het kennisniveau niet gelijk verdeeld is over de bouwkolom.
Kaak: “En daar werken wij dan ook hard aan. Het is belangrijk dat de verschillende sectoren op een ongeveer gelijk niveau komen te staan. BAM wil in 2020 leading in BIM zijn en om dat te kunnen worden, moet er flink in kennis worden geïnvesteerd. En je ziet de resultaten: de installateurs binnen BAM maken flinke sprongen.” Tijhof ziet eenzelfde ontwikkeling: “Installateurs hebben achteraan gestaan bij het uitdelen. Maar juist bij de installateurs gaan de ontwikkelingen nu hard. Dat zie je ook aan innovatieve ontwikkelingen die door de installatiesector zijn geïnitieerd, zoals de standaardisaties van ETIM RT en de Uniforme Objecten Bibliotheek die onlangs zijn gelanceerd. De installatiesector haakt dus goed aan: ook daar ziet men dat BIM de risico’s en daarmee de faalkosten omlaag brengt.”
Goede afspraken maken
Dat BIM staat of valt bij goede samenwerking tussen de bouwpartners, mag inmiddels als bekend worden verondersteld. Maar hoe doe je dat? Dat samenwerken? Een geruststelling voor wie niet met die eigenschap is geboren: het valt te leren. En het begint met het maken van goede afspraken. Tijhof: “Wij zitten vaak in de beginfase van een project bij de bouwpartners aan tafel en werken dan met hen mee met het vastleggen van die afspraken in een BIM-protocol. Zo’n set van afspraken bevordert de samenwerking en zorgt ervoor dat het project niet van claims aan elkaar hangt. Want dat is toch wat je helaas vaak ziet in deze tijd.” Hoe zien die afspraken er concreet uit? Kaak: “Hoe ga je om met de modellen, waar staan de modellen, hoe ga je uitwisselen met elkaar? Hoe vaak per week doe je dat? Of zet je de modellen op een server? In de planning ga je vastleggen op welke momenten het model wordt opgeleverd en hoeveel dagen daarvoor je nog een clash detectie doet. Dat moet je keihard in de planning opnemen, omdat je anders vaak te laat bent met je aanpassingen en je ruzie krijgt. En kostbare fouten maakt.”
Dynamisch toekomstbeeld
Hoe ziet de toekomst er uit? Tijhof: “Lastig om te zeggen, de ontwikkelingen gaan zo ontzettend hard. Ik weet niet of over vijf jaar iedereen in BIM werkt, of dat het verplicht is. Maar dat het groter wordt staat vast. Er komen steeds meer applicaties, zeker ook steeds meer cloudbased applicaties: alles om het bouwproces efficiënter te maken. Maar daarmee wordt er ook steeds meer verlangd van de mensen die er mee werken. Met BIM raak je dus nooit uitgeleerd.” Ook volgens Kaak zal de technologie zich in sneltreinvaart blijven ontwikkelen: “Over vijf jaar zitten we met BIM definitief in beheer en onderhoud. Die stap is dan echt gemaakt.”
INTERVIEW door Tijdo van der Zee
De ontwikkelingen van BIM staan niet stil. Voor de BIM-modelleur is professionele bijscholing bepaald geen luxe, zo blijkt uit dit interview met Martijn Tijhof, BIM-adviseur bij ITANNEX en Theo Kaak, als BIM-coördinator vanuit TRACÉ gedetacheerd bij BAM.
Dit interview is eerder gepubliceerd in de Cobouw Special Opleiden & Ontwikkelen, die op 22 maart 2016 is verschenen.