Hij ziet er kwiek uit, met zijn appelwangen. Een beetje onwennig zit hij aan de hoge tafel in zijn woonkamer van zijn rijtjeshuis in Volendam. Met een polo en trainingsbroek aan kijkt hij in de middag op zijn gloednieuwe Samsung-tv naar de herhalingen van tv-programma’s van gisteravond. Zeg maar Blubber, stelt hij zich voor. Iedereen heeft in Volendam een bijnaam. Deze erfde hij van zijn vader. Die woonde aan de Dijk en gooide als jongen wel eens kleverige prut naar voorbijgangers. Een beetje plagen.
Sinds een paar weken heeft Veerman geen werk meer. Na vijftig jaar werken voor het Volendamse bouwbedrijf HSB gaat hij met pensioen. Of beter: moet hij met pensioen. Wat hem betreft blijft hij doorwerken. Maar zijn boekhouder had uitgezocht dat doorgaan 2.500 euro per jaar zou kosten. Achterlijk. Veerman kan het nog steeds niet geloven. Ze geven hem een bekeuring voor doorwerken!
Stilzitten is niets voor hem. Zijn schoonzoon werkt bij KWS en vroeg hem een tijdje geleden of hij bij de Noord-Zuidlijn-keten wilde helpen aansluiten, want dat is zijn werk: bouwplaatsen installeren met alles erop en eraan, elektriciteit, water, bouwketen erop. En ze aan het eind van een werk alles weer ontmantelen.
Uitzendbureau
Hij had er zin in, totdat hij vorige week een vervelend bericht kreeg. Zijn dochter is ziek, en ondergaat binnenkort een heftige operatie. Daarom staat zijn hoofd nu even niet naar werken. Ze moet eerst beter worden. Maar hij ziet het zeker voor zich dat hij straks òf voor een uitzendbureau gaat werken, òf eigen baas wordt. Liever eigen baas, want bij een uitzendbureau krijgt je maar 8 euro per uur.
Eigen materieel heeft hij al. Hij heeft net een Citroen C3 gekocht en een aanhangwagen. Bij HSB had hij altijd een eigen busje met aanhanger. Daar ging hij zelfs zondags mee naar de kerk. Wisten ze dat Creel er was. Op zijn laatste dag heeft hij ze bij HSB ingeleverd. Daarna is hij naar huis gaan lopen. Of hij geen lift wilde, vroegen een paar collega’s. Nee, hij was vijftig jaar geleden lopend gekomen en hij zou ook weer lopend teruggaan. Thuis had hij in de zon een biertje gedronken bij de buurman in de voortuin.
Hij heeft een erg mooie tijd gehad. Had altijd zin in werk. Als je geen zin hebt in werk, houd je het niet vol, zegt hij. Veerman was altijd eigen baas en elke dag was anders. Van de projectleider kreeg hij tekeningen mee, en dan ging hij weer op pad. Alleen. Hij werkte zonder klok. Als zijn collega’s om half vier al naar het werkoverleg waren, zat hij nog met zijn kop in een waterput om een ketel aan te sluiten.
Slechts een enkele keer zinde het werk hem niet. De oude Hein Schilder vroeg of hij op de bulldozer kon werken op een project in Purmerend. Prachtig werk, maar niets voor hem. Na het weekend werk ik ergens anders, dreigde Veerman. Van Schilder mocht hij blijven.
De eigenwijze Veerman had zijn eigen werkmethodes. Tig jaar geleden had hij een riolering in Purmerend aangelegd en nooit een tekening gemaakt. Het plattegrondje zat in zijn hoofd. Veel later deed HSB een nieuw project in de buurt. Konden ze het riool niet vinden. Blubber werd ter plaatste gevraagd. Twee steken en hij had hem, vertelt hij met een grote grijns.
Hij barst van de herinneringen. Over de eerste huizen die in Lelystad gebouwd werden. Moest hij een bouwkraan brengen onder de IJ-tunnel met een gangetje van dertig kilometer per uur. De kraan kwam alleen de tunnel niet uit. Lelystad stond nog onder water. De werklui van Hein Schilder visten de aal met een schepnet boven de bouwgrond. Op de bouwplaats werd de paling gerookt of gestoofd. Prachtige tijden.
Geen rijbewijs
Zijn eerste werkdag herinnert hij zich ook nog als de dag van gisteren. Maandag 5 augustus 1963. Bij het aambeeld van de smederij tekende hij zijn eerste contract. Hij was 15.
De oude Hein Schilder kende hij goed. Die stuurde hem een keer op de vrachtwagen naar Weesp, terwijl Veerman 17 jaar was en nog geen rijbewijs had. Is dat dan geen probleem, vroeg Veerman. Welnee, zei Schilder, ik heb de politie al gebeld, die zal je helpen. Zo was de oude Hein. Dat er niet gebeld was, kwam hij later achter. HSB was een sociaal bedrijf. Hein Schilder kreeg in de oorlog een pistool op zijn hoofd van een Duitser toen hij als lid van de ondergrondse betrapt leek te worden. Hij bad en beloofde de lieve Heer ter plekke dat hij elke dag naar de kerk zou gaan als hij het zou overleven. Die ervaring tekende Schilders leven en werk. Had je een tijdje geen werk, dan werd je uitgeleend. Een enkeling werkte zelfs vijftien jaar bij een aannemer uit het dorp, terwijl Schilder zijn loon doorbetaalde. Zag het ernaar uit dat er geen werk meer voor je zou komen, dan werd er een nieuwe baas voor je gezocht. De bouw is inmiddels veranderd, weet Veerman. Nu krijg je de zak.
Het werk zag Veerman door de jaren heen veranderen. Wie kruipt er nog in de bouw? Nieuw materieel kwam om het werk te verlichtten. Aan de andere kant zijn sommige dingen in de bouw toch slechter geworden. Vroeger was het: in de bouw was je in de zomer bruin, in de winter had je vorstverlet, en in de bouwvak kreeg je 5000 euro vakantiegeld, herinnert Veerman zich. Dat is allemaal weg.
Zelf maakte hij maar één dag gebruik van het vorstverlet. De Volendammer houdt zijn hand ruim een meter boven de vloer. Lag er zo’n laag sneeuw. Meestal trotseerde hij weer en wind. Stond hij een versnellingsbak van de bouwkraan te vernieuwen in de sneeuw met zijn gat in de wind. Hem hoorde je niet klagen. Nergens zei hij nee tegen.
Hoe hij het werk volhield, vijftig jaar lang? Niet roken, wel drinken, zegt hij. Hij was afgelopen week nog te kermis geweest in Volendam, van elf uur ‘s ochtends tot twee uur ‘s nachts. Vier dagen lang. Dat gaat prima, grinnikt hij. Slaap heeft hij nauwelijks nodig. Om twaalf uur gaat hij naar bed, om vijf uur staat hij op. Dan eet hij een paar boterhammen en stapt hij om kwart voor zes in zijn bus.
Kromme vinger
Veerman pakt een brief van het dressoir. Hij mag ter gelegenheid van zijn afscheid een horloge uitzoeken van HSB. Zijn gezicht klaart niet op. Hij laat zijn handen zien. Wat verweerd, maar nog gaaf. Geen ringetje, niets. Nooit gehad sinds zijn ringvinger knel zat bij het repareren van een startmotor van een auto. Hij kent ze genoeg: de collega’s die een vinger missen of een kromme vinger hebben. Hij niet. De dag nadat hij trouwde ging de ring er al af.
HSB zette hem een paar weken geleden in het zonnetje, bij het aambeeld waar het allemaal begon. Op het HSB-terrein werd het Creel Blubberplein geopend. Veerman heeft gelachen met zijn oud-collega’s, maar is geen man om vooraan te staan, zegt hij. Toch voelde het of hij weer even vijftien was. God, wat gaat de tijd snel voorbij.