Bedrijven moeten daardoor steeds meer grip zien te krijgen op de activiteiten die nodig zijn om een specifieke prestatie te leveren. Vroeger kon een leverancier zich bijvoorbeeld volledig richten op de aankoop en verkoop van een specifiek product. Bij de verkoop was het mogelijk om alle verantwoordelijkheid over te dragen naar een volgende schakel in de bouwkolom.
Nieuwe eisen ten aanzien van bijvoorbeeld onderhoud en hergebruik zorgen ervoor dat er steeds meer samenwerking wordt gevraagd. Immers de manier van monteren en het onderhoud zijn steeds belangrijker voor de mogelijkheid tot levering van een product. Hierdoor werken bedrijven en medewerkers steeds nauwer samen.
Een medewerker van een bouwmaterialen handel moet hierdoor steeds beter bekend worden met de logistiek, montage en andere opeenvolgende activiteiten. Er vindt dan ook steeds meer uitwisseling plaats tussen de verschillende werkzaamheden. Levering van goederen, montage, onderhoud wordt op deze manier steeds meer een team effort.
Hierdoor vervaagt de onderverdeling van diverse ambachten in een flexibel samenspel. Dit betekent in praktijk dat bedrijven steeds vaker “van alle markten thuis” moeten zijn. En dat het mogelijk is dat een zelfde medewerker gevraagd wordt om een bijdrage te leveren in de productie, logistiek en montage van specifieke producten.
Binnen dit soort bedrijfsvoering komt het steeds vaker voor dat medewerkers in verschillende bedrijfstakken actief zijn. Ook komt het voor dat medewerkers uit verschillende bedrijfstakken tijdelijk hetzelfde werk uitvoeren. Daarnaast zijn er steeds meer bedrijven die verschillende activiteiten in eigen huis hebben zodat ze de levering van een totaalpakket in eigen hand hebben.
Positief resultaat hiervan is dat er steeds beter wordt nagedacht over hoe alle activiteiten optimaal op elkaar aansluiten. Hier ontstaat wel een probleem voor werkgevers bij de ontwikkeling van de arbeidsrelatie richting werknemers. Het komt namelijk steeds vaker voor dat werknemers op een zelfde klus in verschillende CAO afspraken vallen.
Zagerij, houthandel, timmerfabriek, en schildersbedrijf vormen bij ons bijvoorbeeld een hecht team om mooie en veilige houten gevelprojecten te realiseren. Zeker met de toegenomen vraag naar flexibele inzet kan het voorkomen dat er medewerkers uit drie verschillende CAO’s de zelfde handelingen moeten verrichten. Steeds vaker moeten we kunnen uitleggen waarom afspraken rondom beloning, arbeidstijden, pensioen etc. van deze “teamleden” verschillen.
Met de toenemende vraag naar ketensamenwerking komt er bij ons een toenemende vraag naar verandering in dit poldermodel. Anders worden ook wij gedwongen om – net als de meeste bouwbedrijven – over te gaan naar een flexibele schil met voornamelijk ZZP’ers. Terwijl wij juist graag verder willen bouwen aan ons team met vaste medewerkers én collectieve afspraken.