Brandveilige zorg is niet alleen een kwestie van regels

Brandveilige zorg is niet alleen een kwestie van regels

Als er ergens goed moet worden nagedacht over brandveiligheid, dan is het in een gebouw met minder mobiele gebruikers of bewoners, zoals in de zorg. Maar brandveiligheid is niet alleen een zaak van een goed bouwkundig ontwerp of de juiste installaties. De zorgsector heeft ook een betere bewustwording en alertheid nodig.

De Nederlandse bevolking vergrijst en oudere mensen hebben meer zorg nodig. Tegelijkertijd voert de overheid al jaren beleid om ouderen en mensen die zorg nodig hebben zo lang mogelijk thuis te laten wonen. Het gevolg is dat in de zorgcentra de zwaarte van de zorg toeneemt en de hoeveelheid mensen die bij een brand niet zelfredzaam zijn, zo constateerde zorgbeveiligingsadviseur Alfagroup dit jaar in een onderzoek onder middelgrote zorginstellingen. Door de toenemende werkdruk in de zorg is er bovendien minder aandacht voor brandpreventie en brandveiligheid.

Regelgerichte versus risico gestuurde aanpak

Dat is ook een trend die de sector en de brandweer zorgen baart. Brancheorganisaties in de zorg vinden dat er te vaak wordt gekozen voor een regelgerichte aanpak van brandveiligheid. Er wordt gekeken of wordt voldaan aan de bouwkundige en installatie­technische eisen uit het Bouwbesluit. Maar het Bouwbesluit gaat alleen over de wet- en regelgeving voor een gebouw. Het zegt niets over het brandveiligheidsconcept en heeft geen aandacht voor het risico van niet-zelfredzame cliënten en patiënten tijdens een brand. Onder de naam De Zorg Brandveilig vragen ze meer aandacht voor risicogestuurde brandbeveiliging, dus beter in kaart krijgen welke maatregelen voor welke situatie toepasbaar zijn en het ontwikkelen van een visie op brandveiligheid.

Belangrijk onderdeel daarvan is de rol van de medewerkers in de zorgcentra. Zij moeten weten welke brandmaatregelen er zijn, en wat er moet worden gedaan als er brand uitbreekt. En daar schort het nog wel eens aan, weet Peter van de Leur, adviseur brandveiligheid bij DGMR. “We zagen het een tijdje geleden bij een ontruimingsoefening van een ziekenhuis. Het kost erg veel tijd om mensen te verplaatsen en het personeel maakte fouten die bij een betere en meer regelmatige oefening niet voor- komen, zoals het sluiten van de deur van een kamer. Dat ging negen van de tien keer fout.” Alfagroup adviseerde naar aanleiding van het onderzoek onder zorgcentra dan ook dat instellingen hun personeel beter betrekken bij brandveiligheid, door meer aandacht te besteden aan oefeningen, procedures en BHV-opleidingen.

Aansprakelijkheid van de bouwer

Toch blijft er veel aandacht voor bouwkundige brandbeveiliging, ziet Micha van Dun, projectleider bij RB+, een adviseur en installateur van passieve brandbeveiliging in gebouwen. “Een groot deel van onze opdrachtgevers zijn zorginstellingen. Voor een zorggebouw zijn de brandveiligheidseisen eigenlijk niet heel anders dan voor een ander gebouw. Het zit hem alleen in de hoeveelheid maatregelen. De schaal is anders. Zo wordt in een nieuw gebouwd ziekenhuis iedere kamer voorzien van brandscheiding rondom, zodat elke patiëntenkamer een eigen brandcompartiment is. In een standaard kantoorpand is dat heel anders.”

Aannemer kan straks nog jaren na oplevering aansprakelijk zijn als in een gebouw brand uitbreekt.”
Volgens Van Dun is er de afgelopen jaren veel veranderd in de aandacht voor brandbeveiliging. “Het kwam vroeger veel vaker voor dat wij als specialisten pas werden ingezet op het allerlaatste moment, bijvoorbeeld als er een inspectie van de keurende instantie was geweest. Dat is nu anders, het hele bouwproces verandert en wij worden eerder bij het bouwproces betrokken.” Van Dun denkt dat de strengere normen wel hebben bijgedragen aan de grotere aandacht voor een brandveilig gebouw. “Wat nu ook een grote rol speelt, is de aansprakelijkheid van de bouwer. Die kan straks ook verantwoordelijk zijn als jaren na de bouw nog brand uitbreekt. Naar aanleiding daarvan zien we een grote verandering in de houding van bouwers als het over deze onderwerpen gaat.”

Aandacht voor calamiteiten

Een andere reden voor de toegenomen aandacht zijn grote calamiteiten, weet Van Dun. “Er is veel veranderd na de brand in Volendam en de Schipholbrand. Dan zie je dat overheden ineens scherp gaan letten op de zaken die daar fout gingen. Dat hebben we ervaren na de brand van de Grenfell Tower vorig jaar in Londen. We kregen voortdurend telefoontjes van gebouweigenaren met dit soort gevelpanelen. Daar stond ineens de gemeente op de stoep om de boel te controleren.”

Ook Van de Leur ziet dat de aandacht voor brandveiligheid enorm is toegenomen. “De aandacht is absoluut groter. Vroeger was brandveiligheid voornamelijk een zaak van de architect, maar de laatste tien jaar worden specialistische adviseurs ingeschakeld. Maar het probleem is eigenlijk dat er nauwelijks eisen worden gesteld aan die adviseur. Er bestaat geen opleiding brandveilig bouwen en de meeste kennis van de specialisten is door henzelf opgedaan. Daarbij komt dat het Bouwbesluit bij bepaalde voorschriften erg onduidelijk is en op meerdere manieren kan worden geïnterpreteerd. Kortom, het is voor een gemeente of bouwer heel moeilijk om te zien of de kennis van de ingeschakelde specialist wel goed genoeg is. Uit de websites kun je dit niet opmaken. Die zijn allemaal even mooi.”

Kennis beklijft niet genoeg

Het probleem is volgens Van de Leur dat opgedane kennis over brandbeveiliging niet genoeg beklijft. Het risico bestaat dat er regels worden opgetuigd na een incident, die vervolgens weer verwateren als de tijd verstrijkt. “De Grenfell-brand heeft aangetoond dat een brand zich ook kan verspreiden aan de buitenkant, langs de gevel. De gevel voldeed op geen enkele manier aan de eisen, maar niemand heeft dat geconstateerd. In Nederland zijn er minstens 250 gebouwen met dezelfde gevel en ik durf wel te stellen dat het regime voor bouwen en borging in Nederland zeker niet beter is dan in Engeland. En toch zie ik dat de aandacht voor Grenfell alweer wegebben.”

Wel of geen lift tijdens ontruimingen?

brandveilige zorgDe lift is al jarenlang taboe als vluchtroute bij een brand. Bij een aantasting van de lifttechniek of bij stroomuitval komt het ding immers stil te staan en zitten mensen vast in brandend gebouw. Maar als patiënten van een zorginstelling niet of slecht kunnen lopen kan een ontruiming een tijdrovende bezigheid zijn.

Bij een brand in een seniorencomplex in Nijmegen in 2015 had de brandweer grote moeite om de honderd oudere bewoners uit het gebouw te krijgen. Uiteindelijk kostte de brand vier bewoners het leven. Uit onderzoek bleek dat het gebruik van de trap voor een groot deel van de bewoners moeilijk of niet mogelijk was.

René Hagen, lector brandpreventie bij de Brandweeracademie, pleitte vorig jaar naar aanleiding van een onderzoek naar de brand voor een wijziging van de regels voor seniorenwoningen. Tijdens de ontruiming van het complex had de brandweer besloten de lift wél te gebruiken. Als dat eerder was gebeurd, was de ontruiming sneller gegaan, zo verklaarde Hagen aan De Gelderlander. “De helft van de zelfstandig wonende 65-plussers kan doordat ze slecht mobiel zijn, niet weg via de trap. Voor hen is de ‘next best’-oplossing beter: pak de lift, ook al bestaat de piepkleine kans dat de stroom uitvalt.”

Eventueel kunnen gebouwen worden aangepast met een noodstroomaccu voor de liftsystemen. Maar volgens bouwkundigen is dat nog niet zo makkelijk als Hagen stelt. Het verschilt per gebouw en installatie of een lift bruikbaar is tijdens een brand. In Cobouw zegt Harry Munnik van Munnik Brandadvies dat voor een veilig gebruik van de lift er meer voor nodig is dan een noodstroomvoorziening. “Het is dan van wezenlijk belang dat de techniek functioneert. Daar loopt het regelmatig op vast. De staat van onderhoud in complexen zijn vaak niet goed genoeg. Als een lift volloopt met rook tijdens een brand, dan is deze vluchtroute opeens levensgevaarlijk.” Het gebruik van de lift tijdens een brand is niet overal uitgesloten. In heel hoge gebouwen is de lift vaak speciaal ontworpen om tijdens een brand te blijven functioneren, omdat ontruiming via de trap dan ook voor gezonde mensen moeilijk wordt.