Het vak is niet veranderd, de manier waarop je het doet wél

Het vak is niet veranderd, de manier waarop je het doet wél

In zijn 41-jarige carrière als schilder heeft Henk Agten (58) veel zien veranderen. Maar veel is ook hetzelfde gebleven. "Het leukste aan dit werk is toch het gevoel dat je iets mooier hebt gemaakt dan het daarvoor was. Het gaat om het totaalplaatje."

Waar ben je nu mee bezig?

Ik werk al een tijdje aan de binnen- en buitenkant van een vrijstaande woning in Alphen aan den Rijn. Het is een leuke klus: veel afwisseling en verschillende soorten schilderwerk. Wat ik vooral leuk vind is dat er een kleine kleurverandering is. Daardoor zie je echt dat er iets anders ontstaat. Dat zien andere mensen in de buurt ook, en die blijven dan even kijken.

Hoe ben je begonnen?

Ik stapte als zestienjarige in Gouda over van de MAVO naar de LTS. Toen een schildersbaas op school kwam op zoek naar een “nette leerling”, wilde ik dat best doen. Je ging dan door als leerling met één dag per week school, en werken als aspirant-gezel. Daarna heb ik de avondschool gedaan voor mijn opleiding als gezel. Dat was behoorlijk theoretisch, en kreeg je naast een schildersopleiding ook vakken als behangen en spuiten.

Een andere tijd?

Ja, zeker. Ik heb nog meegedaan aan een wedstrijd reclameschilderen. Het beschilderen van winkelpuien en bestelwagens bestond toen nog. Niet lang meer trouwens, want toen kwamen de plakletters. Maar ik vond dat wel heel leuk, je moest heel strak en secuur werken en het was heel intensief. Maar het vak is volgens mij helemaal verdwenen.

En toen?

Ik heb het grootste deel van mijn carrière voor een redelijk groot schildersbedrijf gewerkt. Ik kreeg al snel mijn eigen opdrachten en kon die redelijk zelfstandig uitvoeren. Later werkte ik vaak als meewerkend voorman en uitvoerder bij grotere en langere projecten. Soms moest je een flinke groep schilders aansturen. Helaas is het bedrijf ten onder gegaan, nog net voor de bouwcrisis. Veel grote opdrachtgevers die normaal altijd grote opdrachten gaven, besteedden dat weer uit aan andere bedrijven. In die tijd zijn veel grote schildersbedrijven op de fles gegaan.

Wat heb je daarna gedaan?

Ik ben voor mezelf begonnen. Ik kende gelukkig veel mensen uit de branche en samen met wat collega’s hebben we elkaar geholpen om aan het werk te blijven. Dat is gelukt. Sinds 2006 werk ik als zelfstandig schilder.

Liever zelfstandig of voor een baas?

schildervak
Henk Achten zit 41 jaar in het schildervak. Foto: Christiaan Krouwels

Ik heb een goede tijd gehad toen ik in dienst was, maar zelfstandigheid heeft voor mij wel voordelen. Vroeger moest ik soms best een eind rijden om naar een project te gaan, maar nu werk ik voornamelijk in de buurt van mijn woonplaats Gouda. Dit project in Alphen is voor mij al best ver weg. Het merendeel van mijn opdrachten komen inmiddels voort uit andere klussen. Mensen horen dat je ergens een klus hebt gedaan, en vragen je dan. En het is een cyclus hè, je komt om de paar jaar weer bij dezelfde mensen terug om het onderhoud te doen. Als je het goed hebt gedaan, tenminste.

Liever binnen of buiten?

Maakt mij echt niet uit. Schilderen is eigenlijk het hele jaar binnenwerk, maar in de zomer komt het buitenwerk erbij. Buitenwerk is wat lastiger, omdat je rekening moet houden met de weersomstandigheden, of aan welke kant van het gebouw je schildert in verband met de zon. Maar ook voor het binnenwerk heb je vakmanschap nodig. Ieder materiaal vraagt weer een andere aanpak.

Is er veel veranderd in die 41 jaar?

Niet in het soort werk dat je doet. Maar wel in de manier waarop. Een grote omslag is toch de veranderde regelgeving. Tot 2000 kon in principe alles, maar daarna kwamen er regels voor het gebruik van oplosmiddelen in de verf en tenslotte werd terpentine verboden voor professioneel gebruik. Dat zorgde voor hele nieuwe verfsoorten op waterbasis die vaak hele andere eigenschappen hadden. In het begin vervloekte driekwart van de schilders het, want je moest ineens heel anders leren schilderen. De droogtijden zijn vaak sneller, dus je kon er maar korter mee werken. Je had andere kwasten en rollers nodig, en je kreeg het vaak slecht van je handen, dus moest je met handschoenen schilderen. Maar ik ben er nu wel aan gewend hoor.

Zie je veel jonge schilders?

Nee. Vroeger had een bedrijf altijd twee of drie leerlingen in dienst, maar veel grote bedrijven werken vaak met tijdelijke krachten of zelfstandigen. Vroeger was er toch meer tijd voor leerlingen, maar nu moet alles snel. Bovendien heeft de bouw met die crisis zo’n tien jaar op z’n gat gelegen. Het gevolg is wel dat er nu al een groot tekort is aan jonge schilders. Jammer, want het is een mooi vak.

Wat vind je het leukst aan dit werk?

Ik kan er niet een onderdeel uithalen waarvan ik zeg: dit vind ik het leukst. Ik denk dat het vooral de afwisseling is, en zelf de regie houden over het werk waar je mee bezig bent. Vroeger had ik ook collega’s die wisten dat ze bij een nieuwbouwproject een half jaar lang drie huisjes moesten schilderen. Dat seriewerk heb ik gelukkig nooit gedaan. Ik heb het liefst een complete klus. Dat totaal van alles maakt het leuk.