Stukadoor houdt vast aan erfgoed

Stukadoor houdt vast aan erfgoed
Fekke Haringsma is meesterstucadoor en gespecialiseerd in het herstel van ornamenten. Foto: Christiaan Krouwels.

Fekke Haringsma (37) werd als scholier al gegrepen door de schoonheid van traditioneel stucwerk. Nu is hij al jaren aan het werk als meesterstukadoor en zet hij zich als specialist in voor het herstel van traditionele ornamenten.

Wat sprak je zo aan in het stukadoorswerk?

Toen ik heel jong was, zag ik stukadoors aan het werk, en ik vond het meteen prachtig werk. Je maakt echt iets mooier en het resultaat is zo goed zichtbaar. En vooral lijsten en ornamenten vond ik prachtig. Op een gegeven moment ben ik gaan solliciteren als leerling bij een stukadoorsbedrijf.

Hoe oud was je toen?

Ik was nog scholier, en zat op het Atheneum.

Niet echt een gangbare vooropleiding voor een stukadoor...

Het ligt niet voor de hand, maar het bijt elkaar ook niet. Ik was goed in wiskunde, en dat kan je goed gebruiken in mijn werk. Je werkt bijvoorbeeld met valse verstekken, waar ook wel wat inzicht en rekenwerk bij komt kijken.

Wat vonden je ouders ervan?

Die waren in eerste instantie wat minder enthousiast dat ik voor dit vak koos. Uiteindelijk steunden ze me wel in de keuze die ik heb gemaakt.

Wat haalde ze over?

Het werd ze duidelijk dat ik dit honderd procent wilde. Ik ben altijd heel enthousiast gebleven over dit werk.

Hoe verliep je carrière vervolgens?

Toen ik begon, kon ik al snel redelijk stuken, en ben pas na een tijd werkervaring te hebben opgedaan een opleiding tot stukadoor gaan volgen. Dat heeft best even geduurd, want na de reguliere opleiding ben ik een opleiding van drie jaar gaan volgen tot meesterrestauratiestukadoor. Zo’n achttien jaar geleden ben ik voor mezelf begonnen, en ben me steeds verder gaan specialiseren in ornamenten.

Werk je alleen aan ornamenten?

Nee. Ik werk veel in oudere huizen aan plafonds waar vaak ook pleisterwerk hersteld of soms opnieuw aangebracht moet worden. Het liefst doe ik het hele project, dus dat ik niet alleen ingezet word voor het specialistische werk. Zijn er nadelen aan dit werk? Het kan soms zwaar zijn, en je moet soms werken in omstandigheden die klimatologisch niet optimaal zijn. Dat kan slecht zijn, voor jezelf en je product.

Op welk project ben je trots?

We hebben in museum Van Loon, een oud grachtenpand in Amsterdam, niet zo lang geleden het gehele stucwerk interieur hersteld. Dat was in heel slechte staat, maar ziet er nu weer prachtig uit.

Is er meer aandacht voor het ouderwetse stucwerk?

Ja. Je ziet dat mensen tegenwoordig veel geld betalen voor een oud pand in een oude stad, dus dan willen ze die sfeer van de oude gevel ook weer in de woning terugbrengen. Bijvoorbeeld veel oude plafondelementen zijn de afgelopen decennia verdwenen door het aanbrengen van modernere plafonds, of gewoon verwijderd doordat ze beschadigd raken. Ik ben met Het Neerlandsch Stucgilde de afgelopen jaren bezig geweest met het inventariseren van de Silberling collectie, een serie ontwerpen van plafondornamenten die vroeger werden gemaakt op plafonds in de oude stadsuitbreidingswijken, zeg maar de woningen die gebouwd zijn tussen 1870 en 1930. Daar is nog heel veel van bewaard gebleven, het Stucgilde heeft al die ontwerpen weer samengebracht zodat klanten de oude plafonds weer kunnen terugkrijgen, zelfs als ze helemaal verdwenen zijn. Mensen hechten daar grote waarde aan, merk ik.

Werden die ornamenten destijds met de hand op het plafond gemaakt?

Nee, de firma Silberling & Co had mallen van die ornamenten, die dan in opdracht werden gegoten. De architect van de woningen kon kopers uit de collectie laten kiezen welke stijl ornamenten ze wilden en die werden dan in de werkplaats gemaakt. Het was een soort vroege prefab. Namens het Stucgilde beheer ik deze collectie plafondornamenten.

Wat vind je van de huidige markt?

Er is meer aandacht voor goed stukadoorswerk en dat is positief. Maar er is wel sprake van een ongelijk speelveld. Want ook al wil de klant mooi stucwerk in de woning, er wordt soms te veel naar de prijs gekeken. Die prijzenslag zorgt ervoor dat aanbieders ook concurreren op arbeidsvoorwaarden, en dat vind ik niet goed.

Waar zie je jezelf later in je carrière?

Ik wil zeker actief blijven in de afbouw, maar ik zie mezelf niet over twintig jaar nog op de steiger staan. Misschien dat ik me later meer ga richten op advisering, bijvoorbeeld over restauratie bij grotere projecten. Ik zet me ook in voor de brancheorganisatie NOA en het Neerlands Stucgilde, en leidt ook jongeren op in mijn bedrijf.

Is er nog ruimte voor jonge stukadoors?

Zeker! Maar mijn advies zou zijn om te zorgen dat je goed wordt opgeleid en je specialiseert in dit vak. Het is soms zwaar werk dus je moet wel de motivatie hebben om met betrokkenheid te blijven werken en achter je product te staan. Ik heb mezelf ook ontwikkeld in deze markt, want twintig jaar geleden, toen ik begon, zag de wereld er heel anders uit.

Meer vakmannen

De knijpwagen staat nooit stil

Ecologisch bouwen is vooral een uitdaging