Van de bouw van een appartementencomplex, kantoorgebouw en distributiecentrum tot de aanleg van een snelweg of nieuw knooppunt: zonder verzekering komt geen enkel bouwproject van de grond, benadrukt Eugene Koster. Hij is specialist Construction & Engineering bij Anchor Insurance, een onafhankelijke en internationaal georiënteerde verzekeringsmakelaar.
Door de energietransitie en verduurzaming wordt er anders gebouwd dan pakweg vijftien jaar geleden, met nieuwe technieken en nieuwe materialen. In tenders wordt bijvoorbeeld steeds vaker gevraagd naar toepassing van circulaire en biobased materialen. En is de eis dat louter hybride materieel gebruikt wordt, om de uitstoot van CO₂ tot een minimum te beperken. Verder is hergebruik een thema geworden. Maar ook op het gebied van hernieuwbare energie – wind, waterkracht, zon, bodem, buitenluchtwarmte en biomassa – volgen de ontwikkelingen elkaar in rap tempo op. “En nieuwe ontwikkelingen brengen nieuwe risico’s met zich mee. De verzekeringsbranche is een belangrijke spil in de transitie’’, aldus Koster.
Relevante risico’s in kaart brengen
Als intermediair is Anchor Insurance de belangenvertegenwoordiger van de bouwwereld richting de transitie. Met dit in het achterhoofd moeten Anchor Insurance en andere verzekeringsmakelaars zich verdiepen in alle relevante risico’s van een project: op technisch en contractueel gebied, maar ook op het gebied van wet- en regelgeving en de eisen van financiers. Hoe meer kennis, hoe beter de klant geadviseerd kan worden. Koster: “Wij richten ons op een aantal specifiek gekozen niches zoals bouw, energie en marine: markten waar zich een groot deel van de duurzaamheidstransitie afspeelt.’’
Windparken op zee
Nieuwe (lees: duurzame) ontwikkelingen leiden tot nieuwe risico’s en dus ook nieuwe verzekeringen. En nieuw is vaak onbekend. Grotere windturbines hebben bijvoorbeeld grotere funderingen nodig. Windparken komen steeds verder op zee te liggen. Ook moeten nieuwe hoogspanningsverbindingen worden aangelegd. Koster: “Dat vraagt om uitdagende technieken.’’ En doordat steeds meer materieel en materiaal van een accu zijn voorzien, ontstaan ook op dit vlak nieuwe risico’s, denk aan het brandrisico tijdens het opladen van accu’s, scheuren in batterijen en het niet kunnen blussen ervan.
Koster: “We zijn bijvoorbeeld betrokken bij veel dijkverstevigingsprojecten waarbij de aannemer verplicht is om elektrisch aangedreven materieel te gebruiken. Dat is mooi, want hartstikke duurzaam. Maar de kosten van dit materieel zijn ineens ook tientallen procenten hoger. Bovendien zien we soms dat een gemiddeld accu-pakket leeg is, terwijl de werkdag nog niet voorbij is. Dus heb je als aannemer een aansluitpunt nodig om al die accu-pakketten op te laden. Door de netcongestie zijn er echter onvoldoende oplaadpunten te verkrijgen. Wat je ziet, is dat een aannemer die accu’s oplaadt bij bijvoorbeeld een bestaande fabriekshal in de buurt. Dat brengt weer andere soorten risico’s met zich mee. Want wat moet je doen als daar brand ontstaat?’
Houtbouw
Een andere trend op het gebied van duurzaamheid is het toegenomen gebruik van onder meer biobased materialen, zoals stro, vlas en natuurlijk hout. Koster: “Neem houtbouw: je hebt als aannemer dan echt een ander verzekeringsbudget nodig, want de premies liggen twee tot drie keer zo hoog ten opzichte van traditionele bouw. Je ziet nu af en toe vochtproblemen bij houtbouwprojecten ontstaan. En als eenmaal vocht in hout zit, krijg je het er niet meer uit. Verzekeraars hebben de eerste schades al uitbetaald. Wat zie je gebeuren? Dat verzekeraars meer eisen gaan stellen bij een CAR-verzekering (Construction All Risks) voor houtbouwprojecten, zoals het verplichten van een vochtpreventieplan. Houtbouw is vanuit duurzaamheidsgedachte heel mooi. Opdrachtgevers willen het, de maatschappij vraagt er om. Qua CO₂ footprint is het veel gunstiger dan beton. Maar je moet je als opdrachtgever wel realiseren dat de premies hoger liggen.’’
Een andere ontwikkeling is dat steeds meer bouwmaterialen worden hergebruikt. Koster: “Stel, een brug of viaduct moet vervangen worden. In het verleden werden pijlers of andere bouwelementen vermorzeld, ook als ze nog dertig of veertig jaar mee konden. Tegenwoordig worden ze met enige regelmaat hergebruikt in nieuwe bouwprojecten. Verzekeraars denken: meer risico.’’
Blik op scope van project
Namens de bouwwereld hebben Koster en zijn collega’s dus de taak zich zo goed mogelijk te verdiepen in alle relevante risico’s van een project. Wanneer een bouwbedrijf of consortium bij ze aanklopt om een bouw- infraproject de verzekeren, kijken specialisten van de verzekeringsmakelaar eerst naar de scope van het project. Wat houden de werkzaamheden in? Hoe gaan ze het doen? Welke technieken worden gebruikt? Ook wordt gekeken naar de omgevingsfactoren. Wonen er mensen in de directe omgeving van het bouwproject? Zijn er hijswerkzaamheden? Dat gaat nog wel eens fout, bleek onlangs nog. “We proberen zoveel mogelijk risico’s in kaart te brengen. We kijken mee met de contracten, willen inzicht hebben in de aanneemsommen en bouwtermijnen.’’
Hebben de specialisten van Anchor Insurance de scope van een project eenmaal in beeld, dan worden de polissen geschreven en verzekeraars gezocht. De belangrijkste verzekering is de CAR, inclusief aansprakelijkheid. Met die verzekering wordt schade aan of door het werk verzekerd. Stel, een kraan valt op de brug, dan is dat verzekerd. Ook het aansprakelijkheidsrisico voor schade in de omgeving is gedekt. Denk aan schade na heiwerkzaamheden aan woningen in de omgeving. Of wanneer schade is ontstaan nadat grondwater uit de bodem is onttrokken. Koster: “Kortom, we beoordelen de risico’s, schrijven de polissen en zoeken er verzekeraars bij. Tijdens de realisatiefase van een project zorgen we er bovendien voor dat alle schades netjes worden afgehandeld.
Reconstructie De Nieuwe Meer
De reconstructie van knooppunt De Nieuwe Meer in Amsterdam is een project waar Anchor Insurance op dit moment als verzekeringsmakelaar nauw bij betrokken is. Het maakt deel uit van het programma Zuidasdok van Rijkswaterstaat. Zuidasdok is op dit moment een van de grootste infrastructurele bouwprojecten van Nederland. Het doel is om het noordelijke deel van de Randstad beter bereikbaar te maken via weg en openbaar vervoer. Dit deelproject verbetert de doorstroming en de verkeersveiligheid in dit drukbezochte grootstedelijke gebied.
Het knooppunt en een deel van de A10 zuid vanaf het Knooppunt De Nieuwe Meer tot en met de aansluiting op de Amstelveenseweg worden volledig omgebouwd over een lengte van circa twee kilometer. Dit wordt bereikt door de bouw van vier nieuwe, beweegbare bruggen over de Schinkel, de verbreding van de A10 om ruimte te bieden aan de hoofd- en parallelstructuur en het aanpassen van het onderliggend wegennet (waaronder de reconstructie van de Amstelveenseweg). Koster: “Tijdens de aanbestedingsprocedure zijn we al benaderd om mee te kijken. Want Rijkswaterstaat, de opdrachtgever van dit project, stelt uiteraard ook eisen aan het verzekeringsprogramma. En het consortium wil graag een goede verzekering afsluiten voordat ze aan de slag gaan.’’
Verzekeren als samenspel
Koster ziet het verzekeren van bouw- en infraprojecten als een samenspel tussen verzekeraars en de bouwwereld, met verzekeringsmakelaars als intermediair. Ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid leiden tot nieuwe risico’s. Koster: “Het is goed dat de bouwwereld aan het verduurzamen is, daar is iedereen het wel over eens. Verzekeraars moeten zich meer verdiepen in de risico’s, maar mijn oproep aan de bouwwereld zou zijn: wees je bewust van die nieuwe risico’s, breng ze goed in kaart. En neem niet voetstoots aan dat verzekeraars die risico’s zomaar overnemen. Traditionele verzekeringen vormen tegenwoordig niet altijd meer voldoende dekking.’’
Dit artikel is gesponsord door Anchor Insurance.