Verduurzamen is noodzaak, daarvan raakt onze sector steeds meer doordrongen. “TBI maakt al een paar jaar vaart op duurzaamheidsgebied”, zegt bestuurslid Bianca Seekles. “Dat doen we niet omdat we erover moeten rapporteren, integendeel. We hebben een onafhankelijke stichting als enige aandeelhouder en door ons bedrijfsmodel zit brede maatschappelijke verantwoordelijkheid diep in ons DNA. Wij willen geen groen sausje, wij willen écht impact maken in de dagelijkse praktijk.”
Het Groene Boekje
Vanuit dat idee heeft TBI bijvoorbeeld het Groene Boekje gemaakt. “Daarin staat wat onze KPI’s zijn op het gebied van de energietransitie en de circulaire transitie. Daarnaast hebben we kleinere groepen samengesteld van ambitieuze collega’s met veel kennis en ervaring. Om richting te geven aan onze activiteiten hebben zij versnellingsgidsen ontwikkeld; deze documenten bieden concrete handvatten voor de praktijk. Ook wordt er hard gewerkt aan ons Klimaatplan, dat een overkoepelende visie bevat over waar we als TBI naartoe willen: als concern vooroplopen in maatschappelijk verantwoord en duurzaam ondernemen”, zegt Seekles.
TBI Greenlist
Maar wat betekent dat voor de praktijk? Eline Pohlmann is Manager bij Mobilis en vervult de rol van Coördinator Duurzaamheid voor de infrabedrijven van TBI. Ze geeft aan dat de zogeheten versnellingsteams die in alle bedrijfsonderdelen geformeerd zijn als belangrijkste doel hebben dat alle TBI-ondernemingen duurzamer gaan werken. “Een praktisch uitvloeisel daarvan is bijvoorbeeld de TBI Greenlist Materiaal, die helpt met het maken van duurzamere materiaalkeuzes. Zo bekijken we bijvoorbeeld samen met onze leveranciers waar we aanpassingen kunnen doen.
Van slopen naar circulair oogsten
Bij de Infrabedrijven van TBI zit de winst vooral in duurzamere materiaalkeuzes en circulair ontwerpen, maar ook in klimaatadaptatie, waar voor opdrachtgevers steeds vaker en beter een goede invulling kan worden geboden. Duurzaam ontwerpen zit in kritisch naar de materialen kijken, maar ook in oog hebben voor circulariteit, zegt Pohlmann.
“Struijk, ook een TBI-onderneming, dat van origine een sloopbedrijf is, vormt slopen om tot circulair oogsten. In plaats van afval levert slopen juist materialen op die hergebruikt kunnen worden. Daarvoor is een verandering in mindset nodig en die begint al met een goede materiaalinventarisatie voorafgaand aan de uitvoering. Struijk reduceert daarmee niet alleen afval, maar vraagt ook een andere manier van kijken van opdrachtgevers. Wat we willen, is soms best lastig te realiseren, want opdrachtgevers willen erop kunnen vertrouwen dat ook hergebruikt materiaal voldoet aan de gestelde eisen. Soms zien ze de meerwaarde (nog) niet van hergebruik ten opzichte van nieuw materiaal. Dit moet breed in de sector gewaardeerd en geaccepteerd gaan worden. We hebben bijvoorbeeld voor de betonnen liggers uit de Haringvlietbrug een kwaliteitsverklaring ontvangen waarbij er een restlevensduur van minimaal 50 jaar wordt gegarandeerd. We kunnen die nu opnieuw inzetten op een ander project.”
Om opdrachtgevers meer inzicht te geven, heeft Mobilis zogeheten groene parels benoemd: projecten die hoog scoren op duurzaamheid, zodat opdrachtgevers er een beter beeld van krijgen en kunnen zien wat er nu al allemaal mogelijk is. Voorbeelden daarvan zijn het hergebruik van hulpbruggen en nagenoeg emissievrije bouwplaatsen zoals onlangs toegepast bij de renovatie van de Haringvlietbrug. “We willen bovendien graag de dialoog starten over wat we nog meer kunnen veranderen, zoals overstappen op meer hout of duurzamere varianten van staal.”
Krachten bundelen
Steven van Voorst is Manager Inkoop, Duurzaamheid en Digitalisering voor de bouwondernemingen binnen TBI. Ook daar is bepaald welke thema’s centraal moeten staan. “We willen de TBI-visie verder ontwikkelen en tegelijk kennis delen vanuit de ondernemingen. Vanuit de diverse werkgroepen is er daarom steeds afstemming tussen specialisten en de directies”, legt Van Voorst uit. “Belangrijk is dat we de krachten bundelen. De bedrijven zitten immers dicht op de markt en hebben direct contact met de leveranciersketen, waar ook initiatieven worden ontplooid. Zo kunnen we ons aan elkaar optrekken en meer focussen. Waar de ene onderneming verder is met biobased bouwen, kan de andere onderneming weer beter zijn in datamanagement.”
Die samenwerking maakt TBI een veelzijdig concern. “Wij kunnen projecten van A tot Z oppakken.” Het voordeel van de samenwerking binnen TBI is dat ondernemingen niet zelf het wiel opnieuw hoeven uit te vinden, vindt Van Voorst. “Duurzaamheid valt of staat met goed samenwerken. We zijn een concern waar ondernemerschap voorop staat. Het gevaar daarvan is dat je langs elkaar heen werkt. Door bedrijfsoverstijgende initiatieven met een structureel karakter voorkom je dat. Zo kunnen we een vooraanstaande positie innemen in de sector.”
Innovatie is daarnaast een drijvende factor: “Specialisten in duurzaamheid en digitaal bouwen zoeken elkaar daarom ook steeds meer op. De mogelijkheden die bijvoorbeeld onze softwareleverancier biedt, van AI tot duurzaam design, zijn niet altijd bekend bij iedereen. Een recente workshop deed al veel kwartjes vallen. Door kennis te delen ontdekken we samen een nieuwe horizon en collega’s willen daar graag met elkaar voor gaan.”
Gebiedsontwikkeling
Voor de sector Techniek is Freek Klein Holkenborg Programmamanager Duurzaamheid. Hij schetst de bijdrage die sectoroverstijgend samenwerken kan leveren: “Vanuit de werkgroep Duurzame Energie hebben we bij diverse bouwprojecten met zowel de techniek- als bouwondernemingen van TBI nagedacht over de mogelijkheden die er waren om duurzaam te bouwen. Met een WKO-installatie kun je bijvoorbeeld prima meerdere gebouwen verwarmen. Het gebied staat dan centraal in plaats van een enkel gebouw, dat heeft een dubbele werking: we delen technische kennis met elkaar en er is een gezamenlijk commercieel verhaal. Als TBI denken we vooral samen na over hoe je projecten juist installatie-arm kunt opleveren.” En dat heeft verduurzaming, wooncomfort en betaalbaarheid voor de klant als eindresultaat.
Denken in ketenimpact
Doelstelling bij TBI is het steeds verder verbeteren van de ketenimpact ten aanzien van CO2-emissies: niet meer alleen naar je eigen uitstoot kijken, maar ook naar de uitstoot in het productieproces van te verwerken materialen. Dat is de stap die TBI wil zetten: CO2-inzichten integreren in het ontwerp, waarbij de techniek helpt om de uitdagingen van de klant te realiseren in de energietransitie. “Wij durven hiernaast de verantwoordelijkheid te nemen om na te denken over energiegebruik in de toekomst, dus ver ná oplevering van een project. We gaan ons meer ontfermen over de hele duurzaamheidsketen. Daar kunnen we iedereen bij gebruiken, want als we met elkaar kunnen nadenken over hoe het nog duurzamer kan, komen we niet alleen verder, maar kunnen we de verduurzaming in de hele sector versnellen”, besluit Seekles.
Dit artikel is gesponsord door TBI.